Deelprogramma 3.3: Welzijn, gezondheid en zorg

Financiën

Financiën

In dit onderdeel worden de financiën van het deelprogramma toegelicht op het niveau van het beleidsveld. Door een toelichting op het niveau van het beleidsveld, sluiten we aan bij de indeling in de tabel met resultaten/ activiteiten. Indien mogelijk wordt bij de toelichting op de totale lasten aangesloten bij de activiteiten.

Financieel overzicht lasten en baten

03.3

Welzijn, gezondheid en zorg

Nr

Omschrijving

Rekening

Actuele Begroting

Primitieve begroting

Bedragen x 1.000 euro

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Lasten

03.3.1

Stimulering samenlevingsopbouw

17.194

18.178

17.853

18.367

18.600

19.119

03.3.2

Publieke gezondheid

8.502

8.802

9.464

9.530

9.963

10.339

03.3.3

Passende ondersteuning

233.158

231.397

248.223

242.902

247.930

253.721

03.3.4

Zorg en veiligheid

41.498

27.825

31.107

31.140

31.169

30.576

Totaal

300.353

286.202

306.647

301.940

307.662

313.755

Baten

03.3.1

Stimulering samenlevingsopbouw

1.697

1.415

1.329

1.323

1.334

1.338

03.3.2

Publieke gezondheid

206

10

491

488

488

488

03.3.3

Passende ondersteuning

5.972

6.185

3.332

3.278

4.791

4.825

03.3.4

Zorg en veiligheid

10.197

1.327

4.152

4.149

4.149

4.149

Totaal

18.072

8.937

9.303

9.238

10.762

10.801

Geraamd resultaat voor bestemming

-282.281

-277.265

-297.345

-292.701

-296.899

-302.954

Reserve mutaties

Totaal toevoegingen

1.964

3.015

4.458

6.037

7.635

9.166

Totaal onttrekkingen

2.625

2.776

4.388

5.097

6.540

8.119

Geraamd  resultaat na bestemming

-281.620

-277.504

-297.414

-293.642

-297.995

-304.001

Financiële toelichtingen begroting 2023

03.3.1 Stimulering samenlevingsopbouw

Lasten

Baten

Saldo

Begroting 2023

17.853

1.329

-16.524

Waarvan intensiveringen en dekkingsbronnen 2023

480

0

-480

Bestaand beleid 2023

17.373

1.329

-16.044

Verschil ten opzichte van 2022

-805

-86

719

Toelichting op de lasten van 17,4 miljoen euro  (bestaand beleid 2023)
Van de begrote 17,4 miljoen euro zetten we 11,0 miljoen euro in voor het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid; onder andere voor inzet op mantelzorg, maatschappelijke dienstverlening, dorpshuizen, Torion, buurt-/wijkcentra, bewonersorganisaties en vrijwilligerswerk. Voor positief opgroeien en innovatie jeugd (inclusief School als Wijk) hebben we 3,7 miljoen euro in de begroting opgenomen. Daarnaast hebben we voor vastgoed sociaal culturele, welzijnsinstellingen 1,7 miljoen euro opgenomen. Voor diversiteitsbeleid zit een bedrag van 1,0 miljoen euro in de begroting.

Toelichting op de baten van 1,3 miljoen euro (bestaand beleid 2023)
We ontvangen bijdragen van andere gemeenten en VSV-middelen (Vroegtijdig School Verlaten) voor ‘School als Wijk’ en bijdragen van andere gemeenten voor ‘Zorg voor jeugd', totaal 0,9 miljoen euro. Daarnaast ontvangen we 0,3 miljoen euro aan huuropbrengsten van sociaal culturele, welzijnsinstellingen. Tot slot krijgen we van het rijk een bijdrage van 0,2 miljoen euro in verband met overgangsregeling ambulancezorg FLO (Functioneel Leeftijd Ontslag).

Toelichting op de intensiveringen en dekkingsbronnen jaarschijf 2023
De intensiveringen en dekkingsbronnen bedragen pers saldo 480 duizend euro en zetten we in voor:

  • Woonzorgvisie (40 duizend euro binnen dit beleidsveld, in totaal 610 duizend euro structureel verdeeld over meerdere beleidsvelden
  • Sociaal gebiedsontwikkelaars (39 duizend euro binnen dit beleidsveld, in totaal 393 duizend euro structureel)
  • Ondersteuning mantelzorgers (150 duizend euro incidenteel)
  • Borging werkwijze en lerend netwerk stapeling sociaal domein (10 duizend euro binnen dit beleidsveld, in totaal 790 duizend euro verdeeld over meerdere beleidsvelden). Deze extra lasten kunnen we deels opvangen door de inzet van Rijksmiddelen (POK) (7 duizend euro binnen dit beleidsveld).
  • Bewegende Stad: Uitbreiding sportplekken openbare ruimte + projectleider (11 duizend euro binnen dit beleidsveld, in totaal 150 duizend euro verdeeld over meerdere beleidsvelden)
  • Jimmy's (60 duizend euro structureel)
  • Kind aan huis (100 duizend euro incidenteel)
  • Roze zaterdag (30 duizend euro incidenteel)
  • Overhead intensiveringen (47 duizend euro)

In hoofdstuk 4. Financiële positie is een uitgebreide toelichting per intensivering en dekkingsbron opgenomen.

Toelichting op het verschil in de lasten ten opzichte van de begroting 2022
Ten opzichte van de geactualiseerde begroting 2022 vallen de lasten 805 duizend euro lager uit. Dit wordt grotendeels verklaard door een lagere toerekening van uitvoeringskosten als gevolg van een herijking van de interne kostenverdeling (646 duizend euro lager). Daarnaast hadden we in de begroting 2022 incidentele middelen voor brandveiligheid opgenomen (400 duizend euro), omdat we deze lasten in 2023 niet begroot hebben, leidt dit tot een voordeel. Aan de andere kant zijn de lasten 271 duizend euro hoger als gevolg van de acres toerekening.

Toelichting op het verschil in de baten ten opzichte van de begroting 2022
Er zijn geen materiële verschillen ten opzichte van de geactualiseerde begroting 2022.

03.3.2 Publieke gezondheidszorg

Lasten

Baten

Saldo

Begroting 2023

9.464

491

-8.973

Waarvan intensiveringen en dekkingsbronnen 2023

1.049

485

-564

Bestaand beleid 2023

8.415

6

-8.409

Verschil ten opzichte van 2022

-387

-4

383

Toelichting op de lasten van 8,4 miljoen euro (bestaand beleid 2023)
Van de lasten heeft 6,6 miljoen euro betrekking op de inwonersbijdrage GGD. De rest van de gelden wordt o.a. ingezet voor rijksvaccinatie, forensische geneeskunde, kansrijke start, JOGG, suïcide preventie, healthy ageing, B-slim en uitvoeringskosten gezondheid.

Toelichting op de intensiveringen en dekkingsbronnen jaarschijf 2023
 De intensiveringen en dekkingsbronnen bedragen per saldo 564 duizend euro en zetten we in voor:

  • Woonzorgvisie (13 duizend euro binnen dit beleidsveld, in totaal 610 duizend euro structureel verdeeld over  meerdere beleidsvelden
  • Sociaal gebiedsontwikkelaars (13 duizend euro binnen dit beleidsveld, in totaal 393 duizend euro structureel verdeeld over meerdere beleidsvelden)
  • Kansrijke start (133 duizend euro structureel)
  • Borging werkwijze en lerend netwerk stapeling sociaal domein (3 duizend euro binnen dit beleidsveld, in totaal 790 duizend euro verdeeld over meerdere beleidsvelden). Deze extra lasten kunnen we deels opvangen door de inzet van Rijksmiddelen (POK) (7 duizend euro binnen dit beleidsveld).
  • Bezuiniging GGD (300 duizend euro incidenteel)
  • Gezond in de Stad (GIDS) (485 duizend euro structureel, hiertegenover staat een bate van 485 duizend euro vanuit Rijksmiddelen)
  • Bewegende stad (4 duizend euro binnen dit beleidsveld, in totaal 150 duizend euro verdeeld over meerdere beleidsvelden)
  • Aanpak overlast houtrook (105 duizend euro incidenteel)

 In hoofdstuk 4. Financiële positie is een uitgebreide toelichting per intensivering en dekkingsbron opgenomen.

Toelichting op het verschil in de lasten ten opzichte van de begroting 2022
Ten opzichte van de geactualiseerde begroting 2022 vallen de lasten 387 duizend euro lager uit. In 2022 hebben we 485 duizend euro inzet GIDS gelden (Gezond In De Stad) verwerkt. Omdat deze gelden nog niet voor 2023 zijn toegekend, hebben we ze niet in de begroting 2023 opgenomen. De verwachting is dat deze gelden vanaf 2023 via een Specifieke Uitkering (SPUK) worden verstrekt. Daarnaast hebben we in 2022 incidentele middelen opgenomen voor de compensatie van de bezuiniging GGD (300 duizend euro).
Aan de andere kant hebben we in de begroting 2023 301 duizend euro aan indexatie opgenomen en zijn de uitvoeringskosten 97 duizend euro hoger als gevolg van een herijking van de interne kostenverdeling en de  verwachte stijging van de personele lasten.

Toelichting op het verschil in de baten ten opzichte van de begroting 2022
Er zijn geen materiële verschillen ten opzichte van de geactualiseerde begroting 2022.

03.3.3 Passende ondersteuning

Lasten

Baten

Saldo

Begroting 2023

248.223

3.332

-244.891

Waarvan intensiveringen en dekkingsbronnen 2023

4.047

-103

-4.150

Bestaand beleid 2023

244.176

3.435

-240.741

Verschil ten opzichte van 2022

12.779

-2.750

-15.529

Toelichting op de lasten van 244,2 miljoen euro (bestaand beleid 2023)

Met onze regionale taak in het kader van Beschermd wonen (BW) is een bedrag gemoeid van 67,9 miljoen euro. Het budget voor ons eigen aandeel BW bedraagt 2,8 miljoen euro. Daarnaast hebben we een bedrag van 79,1 miljoen euro voor Jeugd, 57,1 miljoen euro voor Wmo 18+ en 36,2 miljoen euro voor WIJ opgenomen. Tot slot staat voor de Wet verplichte ggz 0,7 miljoen euro en voor onafhankelijke cliëntondersteuning 0,3 miljoen euro in de begroting.

Toelichting op de baten van 3,4 miljoen euro (bestaand beleid 2023)

De grootste post is de eigen bijdrage die we van cliënten verwachten. We verwachten 1,6 miljoen euro aan eigen bijdrage BW en 1,7 miljoen euro aan eigen bijdrage Wmo 18+ te ontvangen. Daarnaast ontvangen we 0,1 miljoen euro van andere Groninger gemeenten voor de bovenregionale inloop GGZ.

Toelichting op de intensiveringen en dekkingsbronnen jaarschijf 2023
De intensiveringen en dekkingsbronnen bedragen per saldo 4,150 miljoen euro en zetten we in voor:

  • Woonzorgvisie (379 duizend euro binnen dit beleidsveld, in totaal 610 duizend euro structureel verdeeld over meerdere beleidsvelden)
  • Woonzorgvisie: Samenwerking woningcorporaties (50 duizend euro incidenteel)
  • Winteropvang voor buitenslapers (230 duizend euro structureel)
  • Aanpak mensenhandel (300 duizend euro structureel)
  • Aanpak mensen met onbegrepen gedrag (190 duizend euro structureel)
  • Koersen en kansen: ondersteuning Groningse zelfmelders (50 duizend euro structureel), dekking hiervan organiseren we via ketenpartners en het onderbrengen van activiteiten bij WIJ en binnen de begroting.
  • Sociaal gebiedsontwikkelaars (140 duizend euro binnen dit beleidsveld, in totaal 393 duizend euro structureel verdeeld over meerdere beleidsvelden)
  • Doorontwikkeling pilot preventie en vroegsignalering risicojeugd (150 duizend euro structureel), deze lasten worden structureel gedekt vanuit Rijksmiddelen preventie met gezag.
  • Jeugdhulp (300 duizend euro incidenteel)
  • Voorinvestering Samen (1,250 miljoen euro incidenteel)
  • Borging werkwijze en lerend netwerk stapeling sociaal domein (609 duizend euro binnen dit beleidsveld, in totaal 790 duizend euro verdeeld over meerdere beleidsvelden). Deze lasten worden voor 40 duizend euro incidenteel gedekt uit Rijksmiddelen (POK) en voor 250 duizend euro opbrengsten als gevolg van borging werkwijze.
  • Fijnmazig wijkvervoer (300 duizend euro structureel)
  • WIJ Haren (418 duizend euro structureel)
  • Bewegende stad (36 duizend euro structureel binnen dit beleidsveld, in totaal 150 duizend euro verdeeld over meerdere beleidsvelden
  • Salarisstijging in de zorg (293 duizend euro structureel)
  • Actualisatie Zorgkosten WMO (- 455 duizend euro incidenteel)
  • Betalingsachterstanden Menzis afkopen (70 duizend euro incidenteel, inzet budget Collectieve zorgverzekering minima vanuit  beleidsveld 3.1.2)
  • Meerkostenregeling (250 duizend euro structureel, inzet budget Collectieve zorgverzekering minima vanuit beleidsveld 3.1.2)
  • Transitiekosten (80 duizend euro incidenteel, inzet budget Collectieve zorgverzekering minima vanuit beleidsveld 3.1.2)

In hoofdstuk 4. Financiële positie is een uitgebreide toelichting per intensivering en dekkingsbron opgenomen.

Toelichting op het verschil in de lasten ten opzichte van de begroting 2022
De lasten zijn ten opzichte van de geactualiseerde begroting 2022 12,8 miljoen euro hoger. Hieraan liggen diverse oorzaken ten grondslag.

Beschermd wonen (N 5,1 miljoen euro)
De lasten zijn met 5,1 miljoen euro gestegen als gevolg van extra toekenningen door het Rijk. Enerzijds voor volume indexatie en anderzijds voor loon- en prijsbijstellingen, inclusief compensatie voor toename van salarissen in het zorgdomein die voortvloeien uit het aanvullende maatregelenpakket naar aanleiding van de Algemene Politieke Beschouwingen van 2021.

Jeugdhulp (N 5,2 miljoen euro)
De lasten zijn 5,2 miljoen euro hoger dan in de begroting 2022. Dit komt voornamelijk door de 4,1 miljoen euro extra prijsindexatie die in de begroting 2023 is opgenomen. De overige 1,1 miljoen euro is het saldo van de extra middelen die we in de meicirculaire 2022 hebben ontvangen en de verwachtte ontwikkeling in het meerjarenbeeld vanuit voorgaande begrotingen.

Wmo (N 2,8 miljoen euro)
De lasten zijn 2,8 miljoen euro hoger dan in de begroting 2022. Dit komt voornamelijk door de extra prijsindexatie van 0,9 miljoen euro die in de begroting 2023 is opgenomen en de verwachtte ontwikkelingen in het meerjarenbeeld vanuit voorgaande begrotingen.

Specifieke uitkeringen Jeugd (V 2,8 miljoen euro)
In de geactualiseerde begroting 2022 hebben we afgerond 2,8 miljoen euro opgenomen in het kader van een tweetal specifieke uitkeringen jeugd (SPUK). Namelijk 1,8 miljoen euro voor de SPUK vergroten beschikbaarheid acute jeugd GGZ capaciteit en 0,9 miljoen euro voor de SPUK instandhouding en doorontwikkeling expertisecentra jeugdhulp 2021-2022. De bedragen zijn zowel aan de lasten- als de batenkant opgenomen, dus per saldo neutraal.

Overige (N 2,5 miljoen euro)
Naast bovengenoemde mutaties wordt het verschil verklaard, door 1,5 miljoen euro hogere uitvoeringskosten als gevolg van herijking van de interne kostenverdeling, extra capaciteit voor transformatie sociaal domein en stijging van de personele lasten. Daarnaast hebben we voor accres 1,3 miljoen euro extra opgenomen. Aan de andere kant is sprake van lagere lasten, omdat we in de begroting 2022 incidenteel 0,3 miljoen hadden opgenomen voor de aanpak van problematische doelgroepen en deze gelden in de begroting 2023 niet zijn verwerkt.

Toelichting op het verschil in de baten ten opzichte van de begroting 2022
Ten opzichte van de geactualiseerde begroting 2022 zijn de baten 2,7 miljoen euro lager. Dit betreft vooral gelden in het kader van een tweetal specifieke uitkeringen jeugd die we wel in 2022 en niet in 2023 hebben opgenomen (zie ook toelichting op het verschil in lasten).

03.3.4 Zorg en veiligheid

Lasten

Baten

Saldo

Begroting 2023

31.107

4.152

-26.955

Waarvan intensiveringen en dekkingsbronnen 2023

68

0

-68

Bestaand beleid 2023

31.039

4.152

-26.887

Verschil ten opzichte van 2022

3.214

2.825

-389

Toelichting op de lasten van 31,0 miljoen euro (bestaand beleid 2023)
Met onze regionale taak in het kader van Maatschappelijke opvang (MO) en Vrouwenopvang (VO) is respectievelijk 17,2 miljoen euro (MO) en 11,1 miljoen (VO) euro gemoeid. Voor de opvang van vluchtelingen en asielzoekers hebben we 1,5 miljoen euro in de begroting opgenomen. Daarnaast hebben we 1,0 miljoen euro voor heroïneverstrekking, 0,2 miljoen voor aanpak kindermishandeling en 0,1 miljoen euro in het kader van de uitstapprogramma's sekswerkers (RUPS gelden) opgenomen.

Toelichting op de baten van 4,2 miljoen euro  (bestaand beleid 2023)
Wij hebben voor VO 3,2 miljoen euro aan bijdragen van andere Groninger gemeenten begroot. Daarnaast hebben we in het kader van heroÏneverstrekking een rijksbijdrage begroot van 1,0 miljoen euro.

Toelichting op de intensiveringen en dekkingsbronnen jaarschijf 2023
De intensiveringen en dekkingsbronnen bedragen per saldo 68 duizend euro en zetten we in voor:

  • Woonzorgvisie (8 duizend euro binnen dit beleidsveld, in totaal 610 duizend euro structureel verdeeld over  meerdere beleidsvelden)
  • Ondersteuning sekswerkers (220 duizend euro structureel), dekking vanuit Rijksmiddelen uitstapprogramma’s en overweeghuis ten laste van MO.
  • Veiligheid voor vrouwen en jongeren (50 duizend euro incidenteel)
  • Sociaal gebiedsontwikkelaars (8 duizend euro binnen dit beleidsveld, in totaal 393 duizend euro structureel verdeeld over meerdere beleidsvelden)
  • Borging werkwijze en lerend netwerk stapeling sociaal domein (2 duizend euro binnen dit beleidsveld, in totaal 790 duizend euro verdeeld over meerdere beleidsvelden). Deze lasten worden incidenteel gedekt uit Rijksmiddelen (POK)
  • Bewegende stad (2 duizend euro structureel binnen dit beleidsveld, in totaal 150 duizend euro verdeeld over meerdere beleidsvelden

In hoofdstuk 4. Financiële positie is een uitgebreide toelichting per intensivering en dekkingsbron opgenomen.

Toelichting op het verschil in de lasten ten opzichte van de begroting 2022
Ten opzichte van de geactualiseerde begroting 2022 vallen de lasten 3,2 miljoen euro hoger uit. Het budget voor VO is met 0,7 miljoen euro gestegen, voornamelijk als gevolg van de toekenning van Rijksmiddelen voor kind- en gezinsbescherming. Daarnaast betalen wij vanaf 2021 de volledige bijdrage aan Veilig Thuis (dat hebben we nu ook zo in de begroting 2023 verwerkt), voorheen verliep het jeugddeel, 2,8 miljoen euro, via de RIGG. Omdat wij hetzelfde bedrag factureren bij de Groninger gemeenten, verloopt dit per saldo neutraal (zie ook de toelichting op het verschil in de baten). Aan de andere kant vallen de toegerekende kosten, door een herijking van de interne kostenverdeling, 0,2 miljoen euro lager uit.

Toelichting op het verschil in de baten ten opzichte van de begroting 2022
De baten vallen ten opzichte van de geactualiseerde begroting 2,8 miljoen euro hoger uit. Dit is de bijdrage van de Groninger gemeenten voor Veilig thuis betreffende het deel dat voorheen door de RIGG werd betaald (zie ook toelichting op het verschil in de lasten).

In het hoofdstuk financiële positie zijn aanvullend nog de volgende overzichten en toelichtingen opgenomen:

Paragraaf 3: Weerstandsvermogen en risicobeheersing geeft een totaaloverzicht van en een toelichting op de (financiële) risico’s.

Deze pagina is gebouwd op 11/15/2022 09:01:55 met de export van 11/15/2022 08:45:43