Paragrafen

Paragraaf 3: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Paragraaf 3: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Bij de uitvoering van onze taken worden we geconfronteerd met risico’s en ontwikkelingen die financiële gevolgen kunnen hebben voor de gemeente. De paragraaf weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de gemeente is door de risico’s af te zetten tegen de mogelijkheden om de risico’s op te kunnen vangen.

Voor de beoordeling van het weerstandsvermogen kijken we naar de verhouding tussen risico’s en beschikbaar weerstandsvermogen, naar de omvang van de reserves (Algemene reserve/ reserve grondzaken) en naar de ontwikkeling van de financiële kengetallen. We doen dit voor een periode van vier jaren (dynamisch weerstandsvermogen).

Op basis van de huidige inschattingen verbetert het weerstandsvermogen ten opzichte van de rekening 2021. De ratio ligt de komende jaren (2023 128%) boven de 100% en ook de verhouding reserves ten opzichte van het benodigd weerstandsvermogen (risico) (2023 61%) ligt boven de streefwaarde van 50%. De verbetering van het weerstandsvermogen ten opzichte van de rekening 2021 ontstaat door een verlaging van de ingeschatte risico’s met 6,6 miljoen euro in combinatie met een verlaging van de beschikbare reserves en overige weerstandsvermogen met 2,7 miljoen euro (jaarschijf 2023).

Het weerstandsvermogen is gebaseerd op een groot aantal inschattingen bij het bepalen van het benodigd en beschikbaar weerstandsvermogen. Voor een objectieve beoordeling van de financiële situatie van de gemeente kijken we ook naar financiële kengetallen. De kengetallen netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) en de solvabiliteit zijn gebaseerd op de omvang van de schulden en het eigen vermogen. De netto schuldquote in de begroting 2023 is 120,4% en de solvabiliteit 2023 is 8,8%. Met name voor de solvabiliteit scoort Groningen laag. De solvabiliteit van 8,8% zit in de meest risicovolle categorie en onder onze eigen streefwaarden en onder het landelijk gemiddelde. De in de kadernota opgenomen streefwaarde voor de solvabiliteit is 20%. Voor de korte termijn hanteren we een streefwaarde van 10%. Volgens het meerjarenoverzicht zal in 2025 de solvabiliteit 12,2% en in 2026 12,4% zijn. Dat komt met name door de aangehouden buffer in het gemeentefonds (zie ook de toelichting in de aanbiedingsbrief).

Voor 2023 en verder zien we grote nieuwe investeringen op ons af komen voor onder andere de energietransitie, nieuwe gebiedsontwikkelingen en de vervanging van maatschappelijk vastgoed. Dat betekent een toename van de risico’s op verschillende fronten en een grote toename van nieuw aan te trekken leningen. Deze ontwikkelingen zijn nog niet zichtbaar in de financiële kengetallen. Door de toename van leningen zal de solvabiliteit dalen. De komende periode brengen we het effect van de grote opgaven uit het coalitieakkoord op de financiële positie en het weerstandsvermogen in kaart.  

Deze pagina is gebouwd op 11/15/2022 09:01:55 met de export van 11/15/2022 08:45:43