Financiële positie

Financieel meerjarenbeeld

Intensiveringen 2023-2026

In onderstaand overzicht staan de opgaven waarvoor wij aanvullende middelen beschikbaar stellen. Het betreffen opgaven die niet binnen bestaande budgetten opgelost kunnen worden of waar dit onwenselijke consequenties heeft. We stellen voor deze opgaven op te lossen door het beschikbaar stellen van extra beleidsmiddelen hiervoor. We lichten alle punten afzonderlijk toe.

Nr.

Opgaven

Deel-programma

I/S

2023

2024

2025

2026

1

Uitbreiden naar 250 basisbanen

3.1/4.4

S

-558

-2.253

-2.784

-3.316

Inzet Rijksmiddelen voor re-integratie - naar 250 basisbanen

3.1

S

1.058

2.115

2.115

2.115

2

Intensiveren armoedebestrijding

3.1

S

-2.572

-2.525

-2.553

-2.581

3

Werkpremie

3.1

I

-700

4

Schuldhulpverlening, Groningse Kredietbank

3.1/4.4

S

-1.351

-1.613

-1.613

-1.613

Dekking middelen Toekomst met Perspectief voortzetten

3.1

S

200

200

200

200

5

Schuldhulpverlening, vroegsignalering

3.1/4.4

S

-599

-664

-784

-539

6

Schuldhulpverlening: nieuwe wettelijke taken: Zelfstandigen

3.1/4.4

S

-208

-208

-208

-208

7

Bijzondere Bijstand

3.1

S

-645

-599

-564

-537

8

Stijging uitgaven Wet Kinderopvang

3.1

S

-206

-206

-206

-206

9

Volwassenenfonds voor sport en cultuur / armoedebeleid

3.4/3.5

S

-300

-300

-300

-300

A2

Amendement: Bestaanszekerheid lage inkomens - afvalstoffenheffing

2.1

I

-800

10

Woonzorgvsie

divers

S

-610

-610

-610

-610

Woonzorgvisie: Samenwerking woningcorporaties 

3.3

I

-50

-50

pm

pm

11

Meer betaalbare woningen

1.3

S

-300

-600

-900

-1.200

12

Winteropvang voor buitenslapers

3.3

S

-230

-230

-230

-230

13

Aanpak ondermijning

2.2/4.4

S

-941

-941

-941

-941

14

Aanpak Jeugd en veiligheid/  personen met onbegrepen gedrag

2.2/4.4

S

-477

-675

-675

-675

Rijksmiddelen preventie met gezag

2.2

S

160

160

160

160

15

Aanpak mensenhandel

3.3

S

-300

-300

-300

-300

16

Aanpak mensen met onbegrepen gedrag

3.3

S

-190

-215

-240

-240

17

Bijdrage Veiligheidsregio (vervangen kazerne Sontweg)

2.2

S

18

Exploitatie huidig cameratoezicht

2.2

S

-45

-45

-45

-45

19

Extra toezicht en handhaving

1.3/4.4

I

-586

20

Extra inzet VTH voor uitvoering Omgevingswet

4.4

I

-1.635

-1.635

-1.635

Extra inzet gedekt vanuit bouwleges

4.4

I

1.635

1.635

1.635

21

Implementatie van de Omgevingswet

1.3

I

-842

22

Veiligheid en leefbaarheid - Perspectief voor wijken

2.2/4.4

S

-990

-1.320

-1.650

-2.090

Rijksmiddelen preventie met gezag

2.2

S

100

100

100

100

23

Koersen en kansen: ondersteuning Groningse zelfmelders

3.3

S

-50

-50

-50

-50

Ondersteuning zelfmelders via ketenpartners /onderbrengen bij WIJ

3.3

S

50

50

50

50

24

Ondersteuning sekswerkers

3.3

S

-220

-220

-220

-220

Rijksmiddelen uitstapprogramma's en overweeghuis t.l.v. MO

3.3

S

220

220

220

220

25

Veiligheid voor vrouwen en jongeren

3.3

I

-50

-50

-50

-50

26

Oud en nieuw activiteiten in wijken en dorpen

2.2

S

-100

-100

-100

-100

Totaal spoor 1: Bestaanszekerheid bied

-12.132

-10.929

-12.178

-13.206

27

Energietransitie

1.3

I

-4.000

-4.000

28

Circulaire economie

1.3

I

-400

-400

29

Afval en circulariteit

2.1

S

-32

-32

-32

-32

Afval en circulariteit

2.1

I

-110

-110

-60

-60

30

Routekaart verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

1.3/4.4

S

-688

-688

-688

-688

Routekaart verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

1.3

I

-200

-200

-200

31

Cofinanciering verduurzaming particuliere woningvoorraad

1.3

S

-500

-500

-500

-500

32

Meerkosten Waterstof

2.1/4.4

S

-68

-68

-68

-68

Meerkosten Waterstof

2.1

I

-98

-31

A1

Energiebesparing eerst

4.2

I

-1.000

33

Economische agenda

1.1

S

-400

-400

-400

-400

34

Akkoord van Groningen

1.1

S

-200

-200

-200

-200

35

Vertegenwoordiging in Den Haag

4.2

S

-100

-100

-100

-100

36

Ruimtelijke economie

1.1

S

-900

-900

-900

-900

37

Uitvoeringsprogramma mobiliteitsvisie

1.2/4.4

S

-1.000

-1.250

-1.500

-1.750

38

Fietsparkeren

2.1

I

-400

-400

-300

-300

39

Bovenwijkse infrastructuur

1.1

S

-1.000

-1.500

-2.000

40

Fietsparkeren (stalling zuid en west)

1.2

S

-100

-400

-400

Fietsparkeren (stalling zuid en west)

1.2

I

-150

-150

-100

-100

41

Intensiveringsmiddelen verkeer

1.2

S

-600

-1.000

-1.700

-1.700

42

Meerkosten intelligente verkeersregelinstallatie (iVRI)

1.2

S

-150

-150

-150

-150

43

Opdrachtenmodel laadpalen

1.2

I

-

-

-

-

44

Alternatief vervoer binnenstad

1.2

I

-100

-100

45

Coördinator toegankelijk Groningen

1.2

S

-

-

-

-

46

Versterken ecologsich beheer 

2.1

S

-100

-100

-100

-100

Verdubbelen ecologisch oppervlak (nieuw)

2.1

I

-450

47

Versterken biodiversiteit

2.1

S

-120

-120

-120

-120

48

Bestrijding invasieve exoten

2.1

S

-350

-350

-350

-350

49

Landschap en ecologie

2.1

S

-100

-100

-100

-100

50

Landschapsvisie

2.1

I

-50

51

Groen herwinnen/leidraad openbare ruimte

2.1

S

-250

-250

-250

-250

52

Groenparticipatie

2.1

I

-125

-125

-125

-125

53

Groene evenementen

3.5 

I

-100

-100

-100

-100

54

Biotoop Haren

 1.1

S

-500

-500

-500

-500

55

Uitvoering ambitie nota Dieren

2.1/4.4

S

-183

-183

-183

-183

56

Kardinge / Vitaliteitscampus

3.4

S

-500

-500

-500

-500

57

Meerjarig vervangingsplan voorzieningen openbare ruimte

2.1

S

-88

-142

-363

-995

58

Plan- en investeringskosten Stadspark en drafbaan

1.1

S

-150

-150

-150

-150

Plan- en investeringskosten Stadspark en drafbaan

1.1

I

-500

-500

-500

-500

Totaal spoor 2: Groningen groeit groen en eerlijk

-14.212

-14.899

-12.589

-13.321

59

Wijkvernieuwing

4.2

S

-5.000

-5.000

-5.000

-5.000

Wijkvernieuwing

4.2

I

-2.000

-1.500

-1.000

-1.000

60

Verhogen onderhoudsniveau openbare ruimte

2.1/4.4

S

-850

-850

-850

-850

61

Sociaal gebiedsontwikkelaars

divers

S

-393

-393

-393

-393

62

Wijkontwikkelprogramma

4.2

I

-1.830

-1.830

-1.830

-1.830

63

Ondersteuning mantelzorgers

3.3

I

-150

-150

-150

-150

64

Kansrijke start

3.3

S

-133

-183

-331

-331

65

Voortzetten inzet jongerencoaches

3.3

S

-210

-210

-210

66

Doorontwikkeling pilot preventie en vroegsignalering risicojeugd

3.3

S

-150

-150

-150

-150

Dekking uit Rijksmiddelen preventie met gezag

3.3

S

150

150

150

150

67

Jeugdhulp

3.3

I

-300

-700

68

Voorinvesteringen Samen

3.3

I

-1.250

-500 

69

Borging werkwijze en lerend netwerk stapeling sociaal domein

3.3/4.4

S

-790

-790

-790

-790

Rijksmiddelen (POK) en projectleider opvangen binnen programma

3.3/4.2

I

790

790

790

790

Opbrengst agv borging werkwijze

3.3

S

250

600

790

790

70

Fijnmazig wijkvervoer

3.3

S

-300

-300

-300

-300

71

WIJ Haren

3.3

S

-418

-418

-418

-418

72

bezuiniging GGD

3.3

I

-300

73

Gezond in de Stad (GIDS)

3.3

S

-485

-485

-485

-485

Rijksmiddelen

3.3

S

485

485

485

485

74

Jimmy's

3.3

S

-60

-60

-60

-60

75

Frictiebudget nieuwe visie sociale basis en soc.cult accomodaties

3.3

I

-100

76

Salarisstijging in de zorg

3.3

S

-293

-293

-293

-293

77

Zorgkosten WMO

3.3

S

455

-31

-409

-535

78

Buurtbemiddeling

3.3

S

-

-

-

-

79

Overweeghuis

3.3

S

-

-

-

-

80

Kind aan huis

3.3

I

-100

-100

81

Aanpak overlast houtrook

3.3

I

-105

-71

82

Verlengde schooldag aandachtsgebieden

3.2

S

-2.300

-2.906

-2.906

-2.901

Rijksmiddelen Rijke schooldag

3.2

I

560

560

560

83

Integraal Huisvestingsplan Onderwijs

3.2

S

-460

-920

-1.380

-1.840

84

Accommodaties Bewegingsonderwijs en Binnensport

3.2

S

-370

-740

-960

-1.175

Accommodaties Bewegingsonderwijs en Binnensport

3.2

I

-160

-160

85

Uitbreiding brugfunctionaris

3.1

S

-190

-285

-285

-285

86

Fair practice Code

3.5

S

-350

-350

-350

-350

Hogere kosten opvangen binnen cultuurmiddelen

3.5

S

350

350

87

Cultuur in de wijk / de wijk de wereld

3.5

S

-150

-150

-150

-150

88

Nieuw muziekcentrum: kapitaallasten en voorbereidingskosten

3.5

S

89

Nieuwbouw Martiniplaza: planvoorbereidingskosten

3.5

S

-250

-500

-500

-500

90

Vervolg uitvoering Erfgoednota

2.1

S

-125

-125

-125

-125

91

Monument ter herdenking van de afschaffing van de slavernij

3.5

I

-150

92

Verzelfstandiging CKC

3.5

I

-220

-30

-15

93

Volksfeesten en evenementen

3.5

S

-50

-50

-50

-50

94

VRIJDAG

3.5

-100

95

Ateliers / broedplaatsen

1.1

S

-200

-200

-200

-200

96

Roze zaterdag 2024

3.3

I

-30

-75

97

Bewegende stad: Uitbreiding sportplekken openbare ruimte + projectleider

divers

S

-150

-150

-150

-150

98

Voortzetten beweegcoach uniek sporten

3.4

S

-65

-65

-65

-65

99

Ontwikkeling van meer buitensportparken investering

3.4

S

-10

-210

-400

100

Sportaccommodaties: beheer en onderhoudsbudgetten en organisatie

3.4/4.4

S

-625

-625

-625

-625

101

Vervolg sportactiviteiten uit corona perspectiefplan / laagdrempelig sport en bewegen in de wijk

3.4

S

-30

-50

-50

-50

Opgave koppelen aan gebiedsteams en budgetten

3.4

S

30

50

50

50

102

Vervangen oude SBR kunstgrasvelden

3.4

S

-22

-26

-30

Saneren en opruimen SBR korrels

3.4

-98

103

Gelijk Speelveld 2.0 Haren en Ten Boer

3.4

S

-40

-40

-40

-40

104

Uitstroom SW personeel (sporthalbeheerders)

3.4

S

-85

-85

-127

-127

105

Hogere kosten schoonmaakdienstverlening voor de binnensport accommodaties

3.4

S

-27

-27

-27

-27

106

Structuur Sport050

3.4/4.4

S

-187

-127

-127

-127

Totaal spoor 3: Gelijke kansen voor alle Groningers

-18.401

-19.171

-17.862

-19.595

107

Democratische vernieuwing en participatie

4.2

I

-250

-200

-150

-100

108

Digitale ambitie

4.4

S

-4.000

-4.000

-4.000

-4.000

109

Extra kosten sociaal werkgeverschap

2.1

S

-370

110

WOO: Ondersteuning afhandeling WOB verzoeken

 4.4

S

-400

-400

-400

-300

111

Arbeidsmarktstrategie

4.4

S

-500

-450

-400

-400

112

Outsourcing

4.4

S

-2.000

-2.000

-2.000

Outsourcing

4.4

I

-1.000

-500

113

Duurzame inzetbaarheid: verlichting werkweek senioren

4.4

S

-542

-804

-899

-890

Inzet vrijval vervallen uitlooprang

divers 

S

235

738

114

Kosten organisatie Stadsbeheer (taakstelling)

2.1

S

-600

-600

-600

-600

115

Hogere kosten door Toelage onregelmatige dienst (TOD)

2.1/4.4

S

-90

-90

-90

-90

Hogere kosten door Toelage onregelmatige dienst (TOD)

2.1

I

-70

-50

-30

116

Dienstverlening Burgerzaken locaties Burgerzaken

4.1/4.4

I

-462

117

Uitvoering Plan van Aanpak diversiteit en Inclusie

4.4

I

-140

-140

-140

118

Realisatie Samenhangende objectenregistratie

divers

I

-250

-250

-250

-250

119

Taakstelling organisatorische inrichting

 4.2

S

-3.000

-3.000

-3.000

-3.000

Inzetten begrotingspost voor weglek bezuinigingen

4.2 

S

1.110

1.110

1.110

1.110

120

Uitbreiding college en ondersteuning

4.2/4.4

S

-500

-500

-500

-500

121

Taakstelling Lumpsum aardbevingen

4.2

I

-72

122

ICT (licentiekosten) VTH

1.3

S

-100

-100

-100

-100

123

Taakstelling publieke dienstverlening (nominale compensatie)

4.1

S

-73

-73

-73

-73

124

Invoeren reclamebelasting

4.3

I

-150

125

Organisatie VNG congres 2023

4.2

I

-150

126

Aanvullende huisvesting SPOT

4.4

I

-

-

-

-

Totaal spoor 4: Samen maken we Groningen

-10.239

-12.547

-11.787

-10.825

 Sparen voor opgaven na 2026

 4.2

-1.000

-2.000 

Opgaven

-54.983

-57.545

-55.415

-58.946

 

1. Uitbreiden naar 250 basisbanen
In onze gemeente hebben we nog steeds een grote groep mensen die niet deelneemt aan de arbeidsmarkt en die niet in staat is om in een eigen inkomen te voorzien. Tegelijkertijd is er een grote hoeveelheid werk dat wel maatschappelijke waarde heeft, maar dat nu niet of niet volledig wordt uitgevoerd. Als lokale overheid voelen we ons mede verantwoordelijk voor het creëren van extra werkgelegenheid voor inwoners van onze gemeente voor wie een betaalde baan niet haalbaar is. Daarom hebben we voor deze mensen de basisbaan geïntroduceerd. In samenwerking met de gebiedsteams stellen inwoners, WIJ Groningen, zorgorganisaties, scholen en sportverenigingen zelf een pakket van taken samen dat waarde heeft voor het gebied en daaraan worden de basisbanen gekoppeld. Op dit moment zijn er ongeveer 50 basisbanen. De eerste resultaten zijn positief.

We willen het aantal basisbanen gefaseerd uitbreiden naar 250. De kosten hiervan zijn 532 duizend euro in 2023 en lopen op naar 3,1 miljoen euro vanaf 2026. Deze kosten kunnen deels gedekt worden uit Rijksmiddelen die beschikbaar worden gesteld voor investeringen in re-integratie. Op basis van de bedragen die door het Rijk zijn genoemd, verwachten we in 2023 ruim 1,0 miljoen euro te ontvangen. Vanaf 2024 gaat het om 2,1 miljoen euro. Aanvullend hierop stellen we in de begroting 2023 structurele middelen beschikbaar.
Onlangs heeft het Rijk aangegeven dat deze middelen nog ter discussie staan. Uiteindelijke besluitvorming over de definitieve bedragen vindt plaats in het voorjaar van 2023. De structurele kosten van de uitbreiding van het aantal banen in 2023 waarmee we in de businesscase hebben gerekend, kunnen binnen de beschikbare middelen worden opgevangen. Bij de begrotingsvoorbereiding 2024 is er zowel zicht op de definitieve bedragen die het Rijk beschikbaar stelt als ook een beeld van de mogelijkheden van alternatieve dekking van het tekort bij uitbreiding naar 250 basisbanen. Op dat moment kan besluitvorming over het vervolg plaatsvinden.
Voor de begeleiding van de basisbanen is formatie-uitbreiding nodig. We rekenen met 2,7 fte per 50 basisbanen. De kosten van de formatie-uitbreiding zijn meegenomen in de hierboven genoemde kosten. Daarnaast nemen de centrale overheadkosten toe met 26 duizend euro in 2023 oplopend naar 211 duizend euro vanaf 2027.

2. Intensiveren armoedebestrijding
We stellen 2,6 miljoen euro vanaf 2023 beschikbaar voor een intensivering van de aanpak van armoede. Deze intensivering bestaat uit een aantal onderdelen. In de eerste plaats gaan we meer geld uitgeven aan de individuele inkomenstoeslag (IIT). We verwachtten een tekort van 272 duizend euro op het beschikbare budget doordat de regeling steeds bekender werd en doelgroep toenam.Daarnaast hebben we besloten om de toeslag eerder toe te kennen. In plaats van na 5 jaar komen mensen nu voor de toeslag in aanmerking wanneer ze 2 jaar een inkomen op bijstandsniveau hebben. Voor de extra uitgaven die als gevolg van het verkorten van de referteperiode hebben we 1,0 miljoen euro gereserveerd. Daarnaast hebben we ook oog voor de groep inwoners die niet voor inkomensondersteuning in aanmerking komt omdat zij net boven de inkomensgrens zitten die wordt gehanteerd. Hiervoor is een bedrag van 0,6 miljoen euro beschikbaar. Tot slot stellen we 0,7 miljoen euro beschikbaar voor een nieuwe armoedeaanpak waarbinnen doorbraken worden gerealiseerd in complexe situaties waarin mensen met armoede en schulden zich kunnen bevinden.

3. Werkpremie
Omdat wij parttime werk als een belangrijke eerste stap richting financiële onafhankelijkheid beschouwen, willen we dit extra stimuleren. Binnen het werkprogramma wordt onderzocht hoe we (parttime) werken lonender kunnen maken zodat mensen er financieel op vooruitgaan als ze gaan werken. Dit kan door een nieuwe regeling te ontwikkelen of door de bestaande regeling van de uitstroompremie aan te passen (bredere doelgroep/hogere bedragen). Hiermee dragen we ook bij aan het oplossen van de krapte op de arbeidsmarkt.
Het kabinet is van plan de ruimte om bij te verdienen in de bijstand te vergroten, maar we weten niet hoe dit eruit zal zien. We gaan ervan uit dat vanaf 2024 rijksbeleid ontwikkeld zal zijn met passende financiering. Om in 2023 alvast een start te kunnen maken stellen we 700 duizend euro in 2023 incidenteel beschikbaar.

4. S chuldhulpverlening, Groningse Kredietbank
In 2018 heeft de gemeenteraad besloten beschermingsbewind door de GKB gratis aan te bieden aan inwoners met een minimuminkomen. Dit beleid heeft geleid tot een grotere toeloop bij de GKB van inwoners met financiële problemen. De kosten voor het gratis aanbieden van beschermingsbewind zijn veel lager zijn dan de bijzondere bijstand die we verstrekten voor beschermingswind bij commerciële aanbieders.
De druk op de schuldhulpverlening en beschermingsbewind (door autonome groei en nieuw beleid) is de afgelopen jaren steeds groter geworden en de financiële problematiek waar inwoners mee kampen wordt steeds complexer.
Om inwoners die schuldhulp of beschermingsbewind nodig hadden kunnen helpen is de bezetting van de GKB de afgelopen jaren gegroeid zonder extra middelen. De formatie-uitbreiding is de afgelopen jaren gedekt uit incidentele middelen. Dit is niet langer mogelijk. Op basis van verwachte aantallen cliënten is een structurele formatie uitbreiding nodig. Hiervoor stellen we 896 duizend euro in 2023 en 1,085 miljoen euro vanaf 2024 beschikbaar. Een deel van de kosten (200 duizend euro) blijven we dekken uit armoedemiddelen. Het gaat om een structurele formatie-uitbreiding die oploopt tot 21,1 fte in 2024. Hierdoor nemen ook de centrale overheadkosten toe met 455 duizend euro in 2023 oplopend naar 528 duizend euro vanaf 2024.

5. S chuldhulpverlening, v roegsignalering
Door de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening per 1 januari 2021 heeft de gemeente een wettelijke taak op het gebied van vroegsignalering. Vroegsignalering houdt in dat als een signaal van schuldeisers over betalingsachterstanden is ontvangen, de gemeente een aanbod moet doen voor een eerste gesprek. Vanuit het Rijk worden hiervoor geen extra middelen beschikbaar gesteld. De kosten moeten zichzelf ‘terugverdienen’. Door vroegsignalering komen inwoners met financiële problemen sneller in beeld, wordt vergroting van hun schuldenproblematiek tegengegaan, waardoor trajecten kunnen worden voorkomen of sneller kunnen worden ingezet en korter duren. We verwachten dat het wel enige tijd zal duren voordat de kosten zich daadwerkelijk gaan terugverdienen. Voor de uitvoering van vroegsignalering is in 2023 en verder 5 fte formatie nodig. De structurele kosten hiervan zijn 414 duizend euro. Daarnaast realiseren we de terugverdientaakstelling uit de begroting 2022 niet. Dit leidt tot een knelpunt in 2023, 2024 en 2025 van respectievelijk 60 duizend euro, 125 duizend euro en 245 duizend euro. We stellen de benodigde middelen beschikbaar. De structurele formatie-uitbreiding van 5 fte, leidt tot een verhoging van de centrale overhead van 125 duizend euro per jaar.

6. S chuldhulpverlening, zelfstandigen
De gemeente heeft na de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ook een wettelijke taak gekregen op het gebied van schuldhulpverlening aan zelfstandigen. Deze schuldhulpverlening vergt veel specialistische kennis en vaardigheden die niet voldoende bij de GKB aanwezig zijn. Bij de GKB kan wel een eerste indicatie, intake en voorwerk worden gedaan, waarna de zelfstandige zorgvuldig kan worden doorgeleid naar de afdeling zelfstandigen dan wel naar een in schuldhulp aan zelfstandigen gespecialiseerde externe instantie. Hiervoor is een formatie-uitbreiding van 1 fte nodig. De structurele kosten hiervan zijn 83 duizend euro. Daarnaast is een budget nodig waaruit de dienstverlening van de externe partij kan worden betaald. Op dit moment lijkt een structureel budget van 100 duizend euro hiervoor afdoende. In totaal stellen we vanaf 2023 183 duizend euro structureel beschikbaar. De formatie-uitbreiding van 1 fte, leidt tot een verhoging van de centrale overhead van 25 duizend euro per jaar.

7. Bijzondere bijstand
In 2021 was er een tekort op de bijzondere bijstand van 645 duizend euro. Een deel van dit tekort werd veroorzaakt door het wegvallen van de incidentele steunmiddelen van het Rijk. Daarnaast kan niet al het verstrekte krediet worden teruggevorderd en moeten we een deel van de kredieten om niet verstrekken. We verwachten dat ook in de komende jaren sprake is van een tekort. We houden rekening met een tekort van 645 duizend euro in 2023. Door compensatie van de klantenaantallen via het gemeentelijk meerjarenbeeld, loopt het tekort terug naar 537 duizend euro vanaf 2026. We stellen extra structurele middelen beschikbaar om het tekort op te lossen.

8. Stijging uitgaven Wet Kinderopvang
We zien de afgelopen jaren een stijging van de uitgaven bij de Wet Kinderopvang. In 2021 zijn de uitgaven 206 duizend euro hoger dan het beschikbare budget. De toename wordt onder andere veroorzaakt door langere behandeltrajecten voor mensen met een ernstige psychiatrische aandoening en een intensivering van de dienstverlening aan de groep kwetsbare gezinnen. We verwachten dat de dienstverlening de komende jaren verder zal toenemen. Het effect hiervan op de kosten is op dit moment echter niet goed in te schatten, daarom stellen we vooralsnog 206 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar om het tekort op te lossen.

9. Volwassenenfonds voor sport en cultuur / armoedebeleid
We willen inwoners die in armoede verkeren, de mogelijk bieden mee te  doen met sport en/of cultuuractiviteiten. Vanuit cultuur en sport is hiervoor in 2022 twee keer 100 duizend euro beschikbaar, mogelijk nog aangevuld met middelen vanuit incidentele preventieakkoord/leefstijl middelen. De Pilot start in 2022 en moet nog uitwijzen hoeveel behoefte hiervoor is en of de wijze van inzet via het Volwassenenfonds effectief is. We hebben de ambitie om ook na 2022 volwassenen die onder of net boven bijstandsniveau rond moeten komen, blijvend te ondersteunen om culturele of sportactiviteiten mogelijk te maken. We stellen hiervoor 300 duizend euro structureel beschikbaar.

A2. bestaanszekerheid bieden aan lagere inkomens door lagere lasten (kwijtschelding afvalstoffenheffing)
Inwoners met een lager inkomen komen door hoge energieprijzen en dure boodschappen in financiële problemen. Het Rijk en gemeenten hebben hiervoor steunpakketten ingesteld, maar de bestaanszekerheid van mensen met lage inkomens staat nog steeds onder druk. Voor de korte termijn is meer nodig om de lagere inkomens te ondersteunen.
In het coalitieakkoord hebben we aangegeven de kwijtscheldingsregeling te willen verruimen door al na twee jaar in plaats van na drie jaar volledige kwijtschelding te verlenen. Na twee jaar ontvangen huishoudens die in aanmerking komen voor kwijtschelding dan volledige kwijtschelding van de afvalstoffenheffing.
Omdat volledig kwijtschelden van afvalstoffenheffing de lasten voor de lagere inkomens flink kan verlagen en daarmee de bestaanszekerheid kan vergroten, gaan we in 2023 huishoudens die recht hebben op kwijtschelding, eenmalig direct volledig kwijtschelding verlenen. Dit leidt tot een besparing van zo’n 133 euro per jaar voor circa 6.000 huishoudens. We stellen hiervoor 800 duizend euro in 2023 beschikbaar.

10. Woonzorgvisie
Met de Woonzorgvisie brengen we in kaart wat fysiek en sociaal nodig is om het tekort aan passende huisvesting en woonzorgarrangementen aan te pakken. Dit dient als basis voor de prestatieafspraken met woningcorporaties over wonen en zorg voor 2023. Naast de fysieke huisvestingsopgave, bevat het de inzet op sociale thema’s die ertoe bijdragen dat ouderen langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen (bv eenzaamheid, dementie, mantelzorg) en de inzet op verdere verkenning en ontwikkeling van onconventionele woonvormen. Verder zetten we in op huisvesting van kwetsbare doelgroepen bij wijkvernieuwingsprojecten, nieuwbouwprojecten en het maken van heldere afspraken ten aanzien van woningaanpassingen tussen gemeente, stichting WIJ Groningen en woningcorporaties. We stellen 557 duizend euro vanaf 2023 structureel en 50 duizend euro incidenteel beschikbaar in 2023 en 2024. De structurele formatie-uitbreiding van 2,8 fte, leidt vanaf 2023 tot een verhoging van de overhead van 53 duizend euro per jaar.

11. Meer betaalbare woningen
De woningmarkt in Groningen is zwaar overspannen. Door verschillende oorzaken hebben steeds meer mensen moeite een betaalbare woning te vinden. Daarom willen we 2.500 extra sociale huur- en betaalbare koopwoningen realiseren. In deze begroting ramen we extra OZB inkomsten als gevolg van de groei van de stad. Het gaat om 300 duizend euro in 2023, 600 duizend euro in 2024, 900 duizend euro in 2025 en 1,2 miljoen euro vanaf 2026.

12.Winteropvang voor buitenslapers
Een (tijdelijk) thuis en/of onderdak is een belangrijke randvoorwaarde voor een (hernieuwd) perspectief in het leven. Dit geldt ook voor mensen met complexe (meervoudige)-problematiek, waarvoor het bestaande aanbod aan wonen en/of opvang niet past bij de behoefte. Het ontbreken van deze match gaat veelal samen met risico’s op het gebied van zorg- en veiligheid. Voor het bieden van (winter)opvang aan alle buitenslapers vanaf een gevoelstemperatuur van 0 graden stellen we 230 duizend euro beschikbaar vanaf 2023.

13. Aanpak ondermijning
In Groningen zien we al verschillende vormen van ondermijnende criminaliteit, van witwassen, tot drugshandel, in het vastgoed en bij mensenhandel. Onderzoek van Pieter Tops en Edward van der Torre toont aan dat we een stevige impuls nodig hebben om ondermijnende criminaliteit in Groningen goed aan te pakken en de ontwrichtende effecten te bestrijden. De meest kwetsbare wijken en gebieden behoeven extra aandacht en het is belangrijk dat jongeren via scholing en werk worden gestimuleerd om niet in criminaliteit te vervallen. De repressieve, strafrechtelijke aanpak van ondermijning moet hand in hand gaan met de preventieve, brede maatschappelijke aanpak.
We willen inzetten op het wegnemen van de sociale voedingsbodem, de aanpak van gelegenheidsstructuren, het doorbreken van criminele carrières, het versterken van handhaving en het bewust en weerbaar maken van kwetsbare sectoren en branches. We stellen hiervoor 850 duizend euro beschikbaar vanaf 2023. Het gaat om benodigde capaciteit voor gespecialiseerde ondermijningsboa’s op straat, het organiseren en houden van integrale controles op ondermijning en het uitvoeren van Bibob en ondermijningsonderzoeken. De formatie-uitbreiding van 4,2 fte leidt tot een verhoging van de centrale overhead van 91 duizend euro per jaar vanaf 2023.

14. Zorg en veiligheid: Versterken aanpak jeugd en veiligheid en procesregie personen met onbegrepen gedrag
Het zorg- en veiligheidsdomein zijn sterk met elkaar verbonden. Het vaak gaat om kwetsbare personen met een opeenstapeling van problemen met een zorg- en veiligheidscomponent die voor problematisch gedrag of risicovolle incidenten zorgen. De complexe opgave en toename van jeugdcriminaliteit en gevaarlijke incidenten vragen om een impuls op jeugd en personen met onbegrepen gedrag. Het versterken van de regie op het gebied van zorg, ondersteuning, opvang en veiligheid vraagt met name om menskracht voor sterkere persoonsgerichte aanpak. Daarbij willen we voorkomen dat het doorgroeit naar ernstige casuïstiek. Het aantal incidenten, waaronder dodelijke steekincidenten door personen met onbegrepen gedrag, zoals in de zomer van 2021 in Hoogkerk, onderstrepen de urgentie om ernstige incidenten voor te blijven. Een uitbreiding van het aantal jeugdboa’s is nodig om contact te kunnen houden met problematische jeugdgroepen en blijvend impact te realiseren. Deze opgave dient tevens als cofinanciering die we opgenomen hebben in de aanvraag voor Preventie met Gezag bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid. In december wordt bekend wat er van deze aanvraag op jeugd en veiligheid gehonoreerd wordt.
Aanvullend is projectgeld nodig voor uitvoeringsbudget voor weerbaarheidsprojecten rondom jongeren en criminaliteit en wapens.
We stellen 410 duizend euro in 2023 en 580 duizend euro vanaf 2024 beschikbaar. Een deel van deze kosten kunnen we structureel dekken als de aangevraagde Rijksmiddelen voor preventie met gezag worden toegekend (160 duizend euro). De structurele formatie-uitbreiding van 5 fte leidt tot een verhoging van de overhead van 95 duizend euro per jaar vanaf 2024 (in 2023 gaat het om 67 duizend euro).

15. Aanpak mensenhandel
Mensenhandel is een maatschappelijk verschijnsel dat zich heeft verspreid over verschillende leefdomeinen en onder diverse lagen van onze bevolking. In 2022 moet elke gemeente een duidelijke en geborgde aanpak mensenhandel hebben. Een aanpak die zich richt op álle verschijningsvormen van mensenhandel. Deze landelijke afspraak in het Interbestuurlijk Programma (IBP) staat ook in het programma Samen tegen Mensenhandel en sluit aan bij de ambitie uit het Veiligheidsbeleid 2021 – 2024 om te komen tot een integrale programma-aanpak van seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting en criminele uitbuiting. Gemeenten zijn in de aanpak verantwoordelijk voor preventie, signalering, handhaving, veiligheid en zorg.  De aanpak mensenhandel zal berusten op vier pijlers: netwerksamenwerking, preventie en signalering, hulp, zorg en opvang voor slachtoffers en opsporen, vervolgen en aanpakken van daders.
We stellen 300 duizend euro structureel beschikbaar voor deskundigheidsbevordering, het organiseren van campagnes gericht op bewustwording en het inkopen van voldoende, kwalitatieve (na)zorg zodat er genoeg aanbod is om aan te sluiten bij de behoeften van slachtoffers. De benodigde formatie van 1 fte vangen we op binnen de begroting.

16. Aanpak mensen met onbegrepen gedrag
Het is nodig de integrale samenwerking tussen specialistische GGZ / medisch domein en het sociaal domein te verbeteren. Hierdoor kunnen we vroegtijdig interveniëren, waarbij het verlenen van herstelgerichte zorg centraal staat. We doen dit door o.a. de inzet van ervaringsdeskundigheid bij beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering, het inrichten en werken met een grijsfonds met partners, het uitbreiden van herstelwerkplaatsen en het breed borgen van de werkwijze die voortkomt uit de pilot Samen voor Herstel. We werken vanuit een netwerksamenwerking met zorg, ondersteuning, opvang, wonen en veiligheid (scholen, WIJ, OM, politie) vanuit het Meerjarenprogramma Psychisch Kwetsbaren. We stellen 190 duizend euro in 2023, 215 duizend euro in 2024 en 240 duizend euro vanaf 2025 beschikbaar voor het continueren van het grijsfonds en investeringen in preventie.

17. Bijdrage Veiligheidsregio
De Veiligheidsregio (VRG) werkt op dit moment aan een toekomstvisie voor de huisvesting. Ten aanzien van de locatie Sontweg maakt de VRG plannen voor nieuwbouw (voormalige Arriva locatie), gecombineerd met onder andere de GGD. De nieuwbouw leidt tot hogere kapitaallasten voor de VRG en dus tot een hogere bijdrage voor de deelnemende gemeenten. We houden vooralsnog rekening met een hogere bijdrage van 400 duizend euro vanaf 2027.

18. Exploitatie huidig cameratoezicht
De burgemeester is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid. Er zijn instrumenten en handvatten nodig om snel en adequaat op te kunnen treden bij (dreigende) ordeverstoringen. Door gerichte en kortdurende inzet van camera’s kunnen (dreigende) ordeverstoringen in de openbare ruimte beter en effectiever worden bestreden. Voor de kosten van het huidige cameratoezicht (bestaand beleid voor locaties als Hoogkerk of de gele loper) is geen structurele dekking in onze begroting. We stellen 45 duizend euro beschikbaar vanaf 2023.

19. Extra toezicht en handhaving (VTH)
De Wet kwaliteitsborging is nieuw en treedt tegelijk met de Omgevingswet inwerking op 1 januari 2023. Om aan de nieuwe wettelijke taak te voldoen moeten we meldingen in behandeling nemen en accorderen. De geraamde 5.000 potentiële meldingen betekent dat een formatie uitbreiding van 3 fte noodzakelijk is. We stellen hiervoor 351 duizend euro in 2023 beschikbaar. De incidentele formatie-uitbreiding van 3 fte leidt tot een verhoging van de overhead van 75 duizend euro in 2023. Daarnaast stellen we 160 duizend euro beschikbaar in 2023 voor inhuur en incidentele ondersteuning en projectkosten. We verwachten voor deze taak een aanvullende Rijksbijdrage. In 2023 beoordelen we wat structureel nodig is.

20. Extra inzet VTH voor uitvoering Omgevingswet
Naar verwachting wordt de Omgevingswet op 1 januari 2023 ingevoerd. Er is nog veel onduidelijkheid over de gevolgen voor de onderliggende processen. Wel is duidelijk dat er veel extra taken bijkomen, zoals bijvoorbeeld op het gebied van gebouwd erfgoed, natuur inclusief bouwen, participatie. Ook zal er in de eerste jaren veel tijd nodig zijn voor de ontwikkeling van omgevingsvisie/plan waarin alle regelgeving op het gebied van het ruimtelijk domein (zoals alle bestemmingsplannen) op elkaar afgestemd moet worden.
We verwachten voor de jaren 2023-2025 een formatie uitbreiding van 13 fte nodig te hebben. We stellen hiervoor 1,31 miljoen euro per jaar beschikbaar. De formatie-uitbreiding van 13 fte leidt tot een verhoging van de centrale overhead van 325 duizend euro per jaar in de jaren 2023-2025. Deze (formatie-uitbreiding en centrale overhead) rekenen we toe aan de bouwleges. Dit leidt tot een hogere opbrengst uit de bouwleges van 1,635 miljoen euro in 2023-2025. De structurele kosten vanaf 2026 worden gedekt ook uit de opbrengst van (kostendekkende) bouwleges.

21. Implementatie Omgevingswet
We verwachten dat de Omgevingswet op 1 januari in werking zal treden. De eerste helft van 2023 staat in het teken staan van nazorg, monitoring, bijsturing en doorontwikkeling van het werken met en de Omgevingswet. In de tweede helft van 2023 zullen de taken voor de doorontwikkeling van o.a. werkwijzen, werkprocessen worden overgedragen aan de lijnorganisatie, en zal de projectorganisatie Omgevingswet afgebouwd worden m.u.v. de opbouw van het omgevingsplan. Dit vergt wat meer inspanningen en capaciteit vanuit het project Omgevingswet.
Het streven is om in 2023 een (extern) onderzoek naar de structurele financiële effecten van de invoering van de Omgevingswet te (laten) doen. We stellen 842 duizend euro in 2023 beschikbaar. Dit is nodig om:

  • de gemeentelijke organisatie te laten werken met de Omgevingswet en met zowel het tijdelijk omgevingsplan als het op te bouwen omgevingsplan (met een veel bredere reikwijdte);
  • de gebiedsgerichte opbouw van het gemeentelijke omgevingsplan voortvarend voort te kunnen zetten;
  • de doorontwikkeling van een aantal onderdelen in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), zoals de uitwerking van de omgevingsvisie in het DSO mogelijk te maken;
  • en te zorgen dat de ontwikkelingen in de organisatie geborgd worden.

22. Veiligheid en leefbaarheid – perspectief voor kwetsbare wijken
In kwetsbare wijken zijn bewoners door opeenstapelende problemen vatbaarder om betrokken te raken bij criminaliteit. Kwetsbare wijken vragen om onorthodox beleid met net zo onorthodoxe besturing en samenwerking gericht op drie pijlers: fysiek, sociaal en veiligheid. Dit is ingegeven door 3 ontwikkelingen:

  • Een groeiende kloof in woonomstandigheden en sociale kansen voor bewoners ten opzichte van andere wijken;
  • Het samenkomen van diverse sociale problemen in veel huishoudens in sommige wijken;
  • Een proces van ondermijning in de wijken door (drugs)criminaliteit.

Ervaringen van het (landelijke) aanjaagteam ondermijning wijzen naar de noodzaak voor gebiedsgericht beleid op het terrein van ondermijning. Maatschappelijke opgaves op het gebied van onder meer jeugd, ondermijning, verwarde personen en polarisatie vragen in toenemende mate om overheidsoptreden in de vorm van handhaving. Ook zien we een steeds verder terugtrekkende politie waardoor gemeentelijke handhavers een prominentere plek moeten innemen om de gemeente leefbaar en veilig te houden. Ook wordt steeds meer inzet gevraagd op het gebied van o.a. ondermijning, jeugd en overlastgevende personen met onbegrepen gedrag. Ook in de binnenstad is een gebiedsgerichte inzet op veiligheid-en leefbaarheidsvraagstukken noodzakelijk.
 
De nieuwe wijkenaanpak vraagt op het gebied van leefbaarheid en veiligheid om extra middelen voor  gebiedsmanagement veiligheid. Dit is ook nodig gezien de schaalsprong die de gemeente maakt, de complexiteit en omdat de omvang van leefbaarheidsvraagstukken groeit.
We stellen 900 duizend euro in 2023, oplopend naar structureel 1,9 miljoen euro in 2026 beschikbaar. De inzet betreft: het vormgeven van gebiedsgerichte doorbraken voor aanpak problematische jeugd, personen met verward gedrag, ondermijning, polarisatie en verloedering in kwetsbare wijken en in de binnenstad focus op handhaving overlast hotspots, drugsoverlast, bestrijding ondermijning, prostitutiehandhaving. Een deel van deze kosten kunnen we structureel dekken als de aangevraagde Rijksmiddelen voor preventie met gezag worden toegekend (100 duizend euro). In de jaren 2023-2026 neemt de structurele formatie-uitbreiding gefaseerd tot met 10 fte. De structurele formatie-uitbreiding van 10 fte vanaf 2026 leidt tot een verhoging van de centrale overhead van 190 duizend euro.

23. Koersen en kansen: ondersteuning Groningse zelfmelders
Voor de ondersteuning van zelfmelders ontvangen we een rijksbijdrage. Tijdens het project is gebleken dat bepaalde aanvullende activiteiten buiten de subsidievoorwaarden vallen. Het gaat dan om de afstemming met de gedetineerden in de penitentiaire instellingen, reclassering, interventies in de strafrechtketen. Deze aanvullende werkzaamheden zijn nodig. Voor deze activiteiten stellen we 50 duizend euro structureel beschikbaar vanaf 2023. De dekking van deze middelen organiseren we via
ketenpartners en het onderbrengen van activiteiten bij WIJ en binnen de begroting.

24. Ondersteuning sekswerkers
Binnen de kaders van het Groningse prostitutiebeleid bieden we zorg en ondersteuning. Twee belangrijke pijlers in dit aanbod zijn het bieden van ondersteuning aan sekswerkers die wensen uit te stappen (de uitstapprogramma’s) en het overweeghuis in Groningen. Het Overweeghuis is een burgerinitiatief dat voor een periode van 3 jaar is aangegaan. In de loop van 2022 loopt de periode af en op basis van een (brede) evaluatie zal worden bepaald of het een vervolg krijgt. We stellen 220 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar voor op peil houden van het ondersteuningsaanbod en doorgaan met het overweeghuis vanaf 2023. We gaan ervan uit dat we ook na 2022 Rijksmiddelen ontvangen voor uitstapprogramma’s (120 duizend euro). De benodigde middelen voor het overweeghuis (100 duizend euro) dekken we uit middelen voor maatschappelijke ontwikkeling (MO).

25. Veiligheid voor vrouwen en jongeren
Huiselijk geweld is een hardnekkig probleem en sneller ingrijpen na een melding en langer ondersteunen is noodzakelijk. We bespreken met onze ketenpartners hoe we de extra middelen vanuit het coalitieakkoord het beste in kunnen zetten waarbij we zoeken tussen de juiste balans tussen voorkomen van onveilige situaties en het oplossen van acute problematiek. We stellen 50 duizend euro in de jaren 2023-2026 incidenteel beschikbaar.

26. Oud en nieuw activiteiten in wijken en dorpen
We stellen 100 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar voor oud- en nieuwactiviteiten in wijken en dorpen.

27. Energietransitie
Energietransitie is wereldwijd de meest urgente opgave. Het klimaatakkoord ziet daarbij een rol voor de gemeente om regie te voeren over de transitie van de gebouwde omgeving en de ontwikkeling van hernieuwbare energie. Dit uit zich bijvoorbeeld in het warmtetransitieplan en in de versnelling van hernieuwbare energie zoals zonneparken en windenergie. Met de door de raad vastgestelde ambitie dat Groningen CO2-neutraal is in 2035 lopen we voor op de landelijke doelstelling dat uitgaat van 2050. Om de doelstelling CO2-neutraal in 2035 te halen is een regie-benadering nodig. We richten ons op de volgende onderdelen:

  • Wijkenergie aanpak: woonlastenneutraal verduurzamen en aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving door de aanleg van een warmtenet en ondersteuning via een energieloket.
  • Warmtetransitieplan: opgaven op het gebied van warmte-infrastructuur, -bronnen, elektra-netwerken, netcapaciteit en buffer- en opslagvermogen en verduurzaming van de gebouwde omgeving.
  • Zon: realiseren van 950 MWp geïnstalleerd vermogen in 2035, waarmee zonne-energie de grootste duurzame elektrische energiebron van de gemeente wordt.
  • Opslag netcapaciteit: Opslag in de vorm van accu’s, waterstof of andere vormen van buffering (bijvoorbeeld warmte).
  • Wind: energie opwekken uit windturbines in de gemeente. Dit bestaat uit de ontwikkeling van Roodehaan en de actualisatie van het huidige windbeleid.

We gaan ervan uit dat we de komende jaren een groot deel van de benodigde middelen voor de energietransitie van het Rijk ontvangen. Hierover is echter nog geen zekerheid. Omdat we de eerstkomende jaren geen vertraging willen oplopen, stellen we 4 miljoen euro voor 2023 en 2024 beschikbaar.

28. Circulaire economie
We willen in 2050 volledig circulair zijn. Als tussenstap hebben we als doelstelling voor 2030 geformuleerd dat we binnen de gemeente 50% minder primaire grondstoffen gebruiken. Met de routekaart circulaire economie en bijbehorende uitvoeringsagenda heeft de gemeenteraad de hiervoor genoemde ambities vastgesteld. Daarnaast willen we, in samenwerking met kenniscentra, een doorlopende leerlijn circulaire economie ontwikkelen om structureel aandacht te geven aan de transitie van afval naar grondstof op alle onderwijsniveaus.
We stellen 400 duizend euro in 2023 en 2024 beschikbaar.

29. Afval en circulariteit
Door de groei van het aantal inwoners stijgt het afval- en grondstoffenaanbod in de gemeente. We zien dat bewoners en ondernemers zich meer bewust zijn van de noodzaak afval te scheiden voor hergebruik van schaarser wordende grondstoffen. Als grondstoffeninzamelaar en -verwerker is het belangrijk dat de gemeente daarin de regie neemt en innovatieve ontwikkelingen rondom onze grondstofstromen ondersteunt. Voor het bevorderen van de circulariteit voeren we de volgende projecten uit:

  • Het realiseren van een innovatief 3 e afvalbrengstation (de Circulariteitshub) voor de verwerking van het groeiende afval(grondstoffen) aanbod en het verleggen van de focus van afval naar grondstof. Een groot deel van de investering van 11 miljoen euro, brengen we ten laste van de afvalstoffenheffing. De resterende 0,5 miljoen euro leidt tot een structurele kapitaallast van 32 duizend euro.
  • Het stimuleren van innovaties rondom onze grondstoffen i.s.m. bedrijfsleven en de creatieve sector.
  • Het ontwikkelen van een digitale grondstoffencatalogus waarmee ondernemers inzicht krijgen in de beschikbare grondstoffen vanuit de gemeente.
  • Het stimuleren van participatie en bewustwording van bewoners rondom het thema circulariteit. De kosten kunnen ten laste  van de afvalstoffenheffing worden gebracht.
  • Inzetten op innovatietrajecten voor circulaire economie met behulp van Europese subsidiegelden.

Voor de genoemde projecten stellen we 32 duizend euro vanaf 2023 structureel en 110 duizend euro in 2023 en 2024 incidenteel en 60 duizend euro in 2025 en 2026 incidenteel beschikbaar.

30. Routekaart verduurzaming maatschappelijk vastgoed
De Klimaatwet brengt een grote opgave met zich mee voor de verduurzaming van het maatschappelijk vastgoed van de gemeente Groningen. Er zijn middelen nodig voor het aardgasloos maken van het vastgoed en het inzetten op energiebesparing conform de zogenaamde ‘Paris Proof’ benadering. Er is een routekaart opgesteld met een relatief korte looptijd tot 2024 om de gemeentelijke panden te onderzoeken en om een aantal pilots uit te werken. Door dit te doen wordt heel concreet inzichtelijk wat de impact is van de verduurzamingsopgave is op het gebied van techniek, financiën en organisatie. Beoogd wordt om al deze elementen bijeen te brengen in een “Uitvoeringsprogramma Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed”, inclusief bijbehorende opzet voor de uitvoeringsorganisatie.
We stellen 650 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar voor capaciteit en het uitvoeren van een aantal pilots om panden integraal te verduurzamen (Paris Proof).
De structurele formatie-uitbreiding van 1,5 fte vanaf 2023 leidt tot een verhoging van de centrale overhead van 38 duizend euro. Daarnaast stellen we in 2023-2025 jaarlijks 200 duizend incidenteel beschikbaar voor onderzoek aan de panden en het opzetten van een database met te nemen maatregelen en het effect op de CO2-reductie (monitoring).

31. Cofinanciering verduurzaming particuliere woningvoorraad
De gemeente Groningen krijgt een bijdrage van 10,5 miljoen euro uit het Volkshuisvestingsfonds voor het verduurzamen van de particuliere woningvoorraad. Om deze regeling uit te kunnen voeren zullen we de komende 10 jaar (afgerond) 4,5 miljoen euro moeten co-financieren. We stellen hiervoor vanaf 2023 structureel 500 duizend euro beschikbaar. Samen met de bijdrage van particulieren zelf ontstaat hiermee een investeringsruimte van 18,7 miljoen euro, dat kan worden ingezet voor verbetering van de particuliere woningvoorraad.

32. Meerkosten Waterstof
De gemeente Groningen is koploper op het gebied van waterstof in Europa. Waterstof is een belangrijk middel om tot een emissieloze toekomst te komen. We constateren dat het pionieren met waterstof op dit moment tot problemen leidt in de bedrijfsvoering van Stadsbeheer. We willen investeren in extra opleiding, instructeurs, monteurs, chauffeurs en een projectleider aanstellen die de komende twee jaren een plan gaat ontwikkelen en uitvoeren om ons wagenpark binnen 15 jaar emissievrij te maken. We stellen 54 duizend euro structureel vanaf 2023, 98 duizend euro incidenteel in 2023 en 31 duizend euro incidenteel in 2024 beschikbaar voor de meerkosten die niet gedekt kunnen worden binnen bestaande budgetten. De structurele formatie-uitbreiding van 0,9 fte leidt tot een verhoging van de centrale overhead van 14 duizend euro per jaar.

A1. Amendement Energiebesparing eerst
De noodzaak om energie te besparen is groot. We stellen in 2023 1 miljoen euro incidenteel beschikbaar voor extra te investeringen in energiebesparing. We willen deze middelen op twee manieren inzetten.
Ten eerste breiden we de capaciteit van Groningen werkt Slim en de capaciteit voor de handhaving van het activiteitenbesluit milieubeheer uit. Bedrijven zijn verantwoordelijk voor meer dan de helft van de CO2-uitstoot in de gemeente Groningen. Met de extra middelen kunnen we meer werk maken van de energiebesparing bij bedrijven in de Gemeente Groningen en de handhaving daarvan. Daarnaast heeft de gemeente een voorbeeldfunctie door zelf het gebruik van CO2 te verminderen en daar anderen mee te inspireren. Met de extra middelen willen we een nieuw accusysteem aanschaffen bij het gemeentelijk pand aan de Duinkerkenstraat. Dit zorgt voor een efficiënter energieverbruik, creëert ruimte voor extra zonnepanelen op het dak en voorkomt een netverzwaring waardoor er extra ruimte ontstaat voor ondernemers of instellingen om te verduurzamen.

33. Economische agenda
Voor de Economische Agenda is jaarlijks 900 duizend euro beschikbaar. We willen dit inzetten op de gebieden waar het effect voor Groningen het grootst is. Daartoe hebben we een aantal onderzoeken uitgezet. Het betreft onder meer onderzoek naar het Noord-Nederlandse start- en scale-up klimaat en naar digitalisering. Maar ook inventariseren wij bijvoorbeeld met de Life Science sector de marktkansen. Deze onderzoeken zullen ons meer inzicht geven in de mogelijkheden die de gemeente heeft om de economie van Groningen verder te versterken. We stellen aanvullend 400 duizend euro extra beschikbaar vanaf 2023. De inzet hiervan nemen we mee in de nieuwe Economische Agenda 2023-2026.

34. Akkoord van Groningen
De gekozen lijnen in de strategische agenda van het Akkoord van Groningen, en de jarenlange profilering in de kenniseconomie op de thema’s Energie, Health en Digitalisering hebben hun vruchten af geworpen. Daarnaast leidt deze profilering tot (Europese en nationale) bekendheid, innovaties en projectfinanciering, en de daarbij gepaard gaande werkgelegenheid. We stellen 200 duizend euro vanaf 2023 extra beschikbaar. Door te investeren in het Akkoord van Groningen wordt minimaal vijftig procent cofinanciering gecreëerd die deze ontwikkeling stimuleert. Op deze manier wordt gezamenlijk geïnvesteerd in het startup en scale-up ecosysteem, in campusontwikkeling, in het aantrekken van talent en talentbehoud, in leven lang ontwikkelen en in profilering van Groningen.

35. Vertegenwoordiging in Den Haag
We willen toe naar permanente vertegenwoordiging in Den Haag om de doelen uit het aanstaande coalitieakkoord beter te kunnen verwezenlijken. Dit vraagt extra capaciteit, vergelijkbaar met andere grote steden in het land. We stellen 100 duizend euro hiervoor vanaf 2023 beschikbaar.

36. Ruimtelijke economie
In het meerjarenprogramma Stadsontwikkeling hebben we voor ruimtelijke economie twee hoofdopgaven opgenomen. De eerste hoofdopgave betreft het faciliteren van bestendige economische groei. Hiervoor hebben we drie deelopgaven benoemd:

  • Revitalisering bedrijventerreinen: toekomstbestendig maken huidige werklocaties met betrekking tot energietransitie, natuur-inclusie, klimaatadaptatie, mobiliteit, verblijfskwaliteit, openbare ruimte, vastgoed, profiel en economisch programma.
  • Investeren in onze dynamo’s voor werkgelegenheid: We investeren in die gebieden die het meest bijdragen aan de werkgelegenheid: Europapark, Campus Groningen, Corpus den hoorn, Stationsgebied.
  • Uitbreiden voorraad werklocaties aan de westkant (Westpoort) en oostkant (Meerstad) van de stad.

De tweede hoofdopgave betreft het behouden en versterken van de aantrekkelijkheid van de gemeente Groningen. Hiervoor hebben we de volgende drie deelopgaven opgenomen:

  • Verbeteren PDV-winkellocaties Sontplein en Hoendiep/Peizerweg
  • Werken aan de vitaliteit en toekomstbestendigheid van de (winkel)voorzieningen en winkelcentra in onze wijken en buurten.
  • Uitvoering Retail- en horecavisie “Ruimte voor Retail”

We stellen 900 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar voor de opgaven bij ruimtelijke economie. Voor de periode 2023-2026 willen we de middelen als volgt inzetten:

  • Revitalisering bedrijventerreinen: 100 duizend euro in 2023 en 2024, 200 duizend euro vanaf 2025;
  • Investeren in dynamo’s: 75 duizend euro vanaf 2023;
  • Uitbreiding voorraad werklocaties: 100 duizend euro vanaf 2023;
  • Perifere detailhandel (Sontplein / Hoendiep): 175 duizend euro vanaf 2023;
  • Verbeteren wijks- en dorpscentra: 100 duizend euro vanaf 2024;
  • Uitvoering retail en horecavisie en vrijetijdseconomie: 100 duizend euro vanaf 2023;
  • Herstelagenda: 50 duizend euro vanaf 2023;
  • Uitwerken concrete business case broedplaatsen/start up: 200 duizend euro in 2023 en 100 duizend euro in 2024;
  • Circulaire economie: 100 duizend euro vanaf 2023.

37. Uitvoeringsprogramma mobiliteitsvisie
Met de mobiliteitsvisie en de ontwerpleidraad Nieuwe Ruimte maken we een transitie naar een leefbare, veilige, doorwaadbare én bereikbare stad. Bij de mobiliteitsvisie hoort een ambitieus uitvoeringsprogramma. Eén van de meest prominente opgaven is het herinrichten van het (auto)verkeersnetwerk tot wegen waar de auto te gast is. Het gaat om de transformatie van 50 km/uur naar 30 km/uur, inrichten van belevingsplekken en realisatie van autoknips.
Daarnaast stellen we ook een Routekaart OV 2040 op. Voor het faciliteren van de groei in de gemeente zetten we in op een goed ontwikkeld OV-netwerk waarbij trein, bus en tram als opties zijn benoemd. Grote investeringen zoals de aanleg van nieuwe stations, het verdichten van treindiensten en de aanleg van de Lelylijn zijn nodig om onze gemeente ook op langere termijn goed te laten blijven functioneren. Dergelijke grootschalige aanpassingen overstijgen per definitie onze financiële draagkracht en komen alleen in samenwerking met provincie, Rijk en Europa tot stand.
Een slimme en goede koppeling middels wijk- en buurthubs is randvoorwaardelijk om ervoor te zorgen dat het openbaar vervoer in Groningen een belangrijk maatschappelijk bindmiddel blijft. Tegelijkertijd bieden wijk- en buurthubs ook kansen voor het verbeteren van de leefomgeving in wijken en buurten. Zowel binnen de WMO als het openbaar vervoer liggen er kansen als het gaat om fijnmazig wijkvervoer. Dit is een laagdrempelige vervoersvoorziening die toegankelijk is voor alle inwoners. Om de ontwikkeling van wijk- en buurthubs gestructureerd aan te kunnen pakken, stellen we in 2022 een routekaart op. Naast de realisatie van wijk- en buurthubs voorzien we ook (grootschalige) herinrichtingen van de P+R Haren en P+R Kardinge.

Goede fietsvoorzieningen en een veilige openbare ruimte zijn essentieel om onze gemeente bereikbaar te houden en om inwoners te verleiden meer te bewegen. Voor een deel van de projecten uit onze Fietsstrategie Groningen 2015-2025 en onze Aanpak Verkeersveiligheid hebben we geen middelen meer beschikbaar. Het gaat dan om projecten zoals de fiets-/voetgangersbrug Oosterkade-Winschoterkade, het fietspad Hoofdstation-Verlengde Willemstraat, de fietsverbinding tussen P+R Hoogkerk en Groningen Zuid, het fietspad Bremenweg-Duinkerkenstraat en de aanlanding van de Doorfietsroute Assen-Groningen. En om het aanpakken van verkeersveiligheidsknelpunten en maatregelen vanuit het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030.

We stellen 750 duizend euro in 2023, 1 miljoen euro in 2024, 1,25 miljoen euro in 2025 en 1,5 miljoen euro vanaf 2026 beschikbaar. Daarnaast is structureel extra capaciteit nodig bij beleidsadvies en verkeersontwerp. Hiervoor stellen we 200 duizend euro vanaf 2023 structureel beschikbaar. Met de extra capaciteit voor beleidsadvies kunnen we meer inzetten op keten- en deelmobiliteit, elektrisch laden en betere benutting van de bestaande capaciteit in het verkeerssysteem. Extra capaciteit voor verkeersontwerp is nodig voor complexe verkeers- en gebiedsontwikkelingsprojecten. De structurele formatie-uitbreiding van 2 fte leidt tot een verhoging van de centrale overhead van 50 duizend euro per jaar vanaf 2023.

38. Fietsparkeren
Met de druk op de openbare ruimte, is er een grotere inzet op de handhaving van fout gestalde fietsen nodig. Vanwege het ontbreken van voldoende stallingen aan de west- en zuidzijde van de binnenstad is er voor de jaren 2023 t/m 2026 een vervolg op de inzet op tijdelijke maatregelen nodig (extra rekken, communicatie, gedragsprojecten, etc.).
Het gaat dan om:

  • extra inzet op handhaving foutparkeren in kernwinkelgebied, bovenop de handhaving in het uitgaansgebied op uitgaansavonden. Evaluatie zal verder moeten uitwijzen hoe we de totale gelden voor handhaving inzetten.
  • tijdelijke fietsparkeermaatregelen voor de jaren 2023 t/m 2026 (voortzetting huidige maatregelen (vanwege het ontbreken van voldoende stallingen aan de west- en zuidzijde van de binnenstad).

Voor de maatregelen stellen we 400 duizend euro in 2023 en 2024 en 300 duizend euro in 2025 en 2026 beschikbaar.

39. Bovenwijkse infrastructuur
De komende periode gaan we daadwerkelijk starten met woningbouw op de Suikerzijde, Stadshavens, Eemskanaalzone en herijken we de ontwikkelstrategie voor Meerstad. Voor deze gebiedsontwikkelingen zijn grondexploitaties opgesteld. We doen een beroep op het rijk voor bijdragen via bijvoorbeeld de woningbouwimpuls om meer betaalbare woningen te kunnen realiseren. De bovenwijkse/regionale voorzieningen kunnen niet uit de grondexploitatie of de nu beschikbare middelen in het SIF gedekt worden. We stellen hiervoor een structureel budget van 1 miljoen euro in 2024, oplopend naar 1,5 miljoen euro in 2025 en 2 miljoen euro vanaf 2026 beschikbaar

40. Fietsparkeren (stalling zuid en west)
In de binnenstad staat de ambitie op het gebied van leefbaarheid en toegankelijkheid onder druk vanwege het grote aantal gestalde fietsen op straat. Het herwinnen van de openbare ruimte en het creëren van meer ruimte voor de voetganger vraagt investeringen in de aanleg van nieuwe fietsenstallingen. Met name aan de west- en zuidzijde van de binnenstad ontbreken goede stallingen.
De jaarlijkse kapitaal- en exploitatielasten voor twee stallingen ramen we op 1,4 miljoen euro structureel. Vooralsnog gaan we uit van realisatie van een stalling aan de zuidkant van de binnenstad in 2025 en aan de westkant in 2027. We stellen hiervoor structureel 100 duizend euro vanaf 2024 oplopend naar 400 duizend euro in 2025 en 2026 en 1,4 miljoen euro vanaf 2027 beschikbaar. Voor de voorbereiding en realisatie van de stallingen stellen we 150 duizend euro in 2023 en 2024 en 100 duizend euro in 2025 en 2026 beschikbaar.

41. Intensiveringsmiddelen verkeer
De kapitaalslasten binnen het programma nemen de komende jaren toe van 600 duizend euro in 2022 tot zo’n 1,7 miljoen euro vanaf 2025. Gevolg hiervan is dat er geen financiële ruimte meer is binnen het programma. Om onze reguliere taken binnen het Programma Mobiliteit de komende periode te kunnen (blijven) uitvoeren, zijn aanvullende middelen noodzakelijk. De middelen zijn nodig voor beleidsvorming, deelname aan (landelijke/regionale) pilots en nieuwe ontwikkelingen, het verrichten van studies en onderzoek en als cofinanciering voor het mogelijk maken van projecten/activiteiten. Daarnaast worden de middelen ingezet voor de bijdrage aan Groningen Bereikbaar (de organisatie die de centrale regie voert over het bereikbaar houden van onze gemeente tijdens alle (weg)werk-zaamheden), de dekking van maatregelen als gevolg van raads- en/of bewonersvragen en de onvoorziene knelpunten op het gebied van de verkeersveiligheid. We stellen hiervoor een structureel budget van 600 duizend euro in 2023, oplopend naar 1 miljoen euro in 2024 en 1,7 miljoen euro vanaf 2025 beschikbaar.

42. Meerkosten intelligente verkeersregelinstallaties
In het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transsport (BO MIRT) van 2020 hebben Rijk en regio’s de afspraak dat elke nieuwe verkeersregelinstallatie (VRI) een intelligente VRI wordt bevestigd. Deze intelligente VRI maakt een slimmere en duurzamere inzet van verkeerslichten mogelijk, zoals langer groen voor fietsers of verbeterde doorstroming op corridors voor het openbaar vervoer. Dit leidt voor de gemeente tot meerkosten voor vervanging en instandhouding van de circa veertig VRI’s. We stellen hiervoor 150 duizend euro structureel vanaf 2023 beschikbaar.

43. Opdrachtenmodel laadpalen
Voor de transitie naar emissievrij vervoer is een dekkend netwerk van (openbare) laadinfrastructuur voor elektrische auto’s van belang. Op basis van extern advies en eigen ervaringen is geconcludeerd dat een opdrachtenmodel, waarbij de verantwoordelijkheid voor de investeringen en opbrengsten bij de gemeente ligt, de toekomst heeft. De plaatsing en exploitatie en het beheer en onderhoud wordt dan ingekocht bij een marktpartij. Het college heeft in het najaar 2021 deze conclusie overgenomen en heeft de raad geïnformeerddat het college uitwerking geeft aan dit opdrachtmodel.We hebben hiervoor een business case laten opstellen. Op basis hiervan verwachten een winstgevende businesscase. In de jaren 2023-2029 is sprake van een aanloopverlies.
Voor 2023 t/m 2026 is naar verwachting 350 duizend euro per jaar nodig is. Deze aanloopkosten dekken we vanuit het parkeerbedrijf. Op basis van een tussenbalans in 2026 wordt bepaald hoeveel middelen daarna nog nodig zijn om de aanloopverliezen te dekken.

44. Alternatief Vervoer Binnenstad
In de visie ‘Bestemming Binnenstad’ is vastgelegd dat bussen niet langer halteren op de Grote Markt en op het A-Kerkhof. In 2020 heeft de raad de onderzoeksopdracht ‘Alternatief Vervoer Binnenstad’ vastgesteld in relatie tot het verdwijnen van de bussen van de Grote Markt. Het opheffen van de bushaltes op de Grote Markt in het voorjaar van 2022 zorgt er voor dat de loopafstanden naar diverse bestemmingen in de binnenstad groter worden. We willen echter een gastvrije en inclusieve binnenstad zijn voor iedereen. We voeren een pilot uit met fietsriksja’s, stadsstewards en duwrolstoelen. Deze pilot duurt tot eind 2022. Als deze pilot slaagt, willen we deze vorm van alternatief vervoer in de binnenstad continueren. We stellen 100 duizend euro beschikbaar in 2023 en 2024.

45. Coördinator toegankelijk Groningen
De raad heeft zich geconformeerd aan het VN verdrag toegankelijkheid. Hiervoor stellen we de agenda Toegankelijk Groningen op, dat recent is geactualiseerd voor de komende vier jaar. Deze agenda betreft een breed palet aan maatregelen (fysieke toegankelijkheid, digitale toegankelijkheid, toegankelijke sport- en cultuurvoorzieningen, etc.). Het raakt alle onderdelen van de gemeentelijke organisatie.
Om deze agenda uit te voeren en te monitoren is er een coördinerende medewerker nodig. Dit vraagt een structurele inzet. De coördinator is aanspreekpunt voor de interne organisatie, maar ook voor de externe partners. Voor nu is deze functie is structureel 0,5 fte nodig. We realiseren dit binnen de bestaande formatie.

46. Versterken ecologisch beheer
Verspreid over meer dan 100 locaties van de Gemeentelijke Ecologische Structuur hebben we openbare ruimte die we ecologisch beheren. Beheer dat erop is gericht de biodiversiteit te behouden en waar mogelijk te versterken. We willen het beheer van deze locaties nadrukkelijker baseren op de aanwezige waarden en ontwikkelmogelijkheden op elk van deze locaties. Het opstellen van beheerplannen en de monitoring daarop zijn de basiselementen om ervoor te zorgen dat het ecologisch beheer slaagt. Voor het uitvoeren van dit beheer zijn veelal specifieke maatregelen nodig die extra kosten met zich meebrengen. Voor het opstellen van beheerplannen en de uitvoering van de daaruit voortkomende beheer- en ontwikkelmaatregelen stellen we 100 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar.

Gazons in de gemeente worden in het algemeen regelmatig kort gemaaid, waardoor de aanwezige kruiden niet tot bloei komen en de gazons slechts een beperkte bijdrage leveren aan de biodiversiteit. Momenteel is circa 11 hectare van de gazons ingezaaid met een specifiek voor de Groninger situatie ontwikkeld mengsel met de naam “Nectar onder het maaimes”. Kenmerkend voor dit mengsel is dat de hierin aanwezige kruiden snel tot bloei komen waardoor ze bijen en andere insecten aantrekken, zich gemakkelijker verspreiden en zo een gunstig effect hebben op de biodiversiteit. Voor het omvormen van nog eens 11 hectare traditionele gazons naar “Nectar onder het maaimes” stellen we in 2025 een bedrag van 450 duizend euro beschikbaar.

47. Versterken biodiversiteit

In het beheer zetten we op verschillende manieren in op het versterken van de biodiversiteit. Met minder maaien, toepassen van meer faunavriendelijke bomen en beplanting en door natuurvriendelijke oevers te realiseren ontstaat een beter milieu voor verschillende soorten. We zien kansen om hieraan een extra impuls te geven door meer gazons in te zaaien met nectarvriendelijke soorten en door meer inzet te plegen op behoud en versterken van de biodiversiteit in het (landelijk) gebied van Haren en Ten Boer en in de ecologisch beheerde delen van de SES.

We stellen hiervoor 120 duizend euro beschikbaar vanaf 2023.

48. Bestrijding innovatieve exoten
De bestrijding van invasieve soorten levert een belangrijke bijdrage aan het behoud van en het versterken van de biodiversiteit. De woekerende soorten zoals de Japanse duizendknoop en de waternavel zorgen voor schade en overlast omdat ze moeilijk te bestrijden zijn en inheemse soorten verdringen. Hiermee vormen invasieve exoten een grote bedreiging voor de biodiversiteit. Een actieve en professionele bestrijding van deze soorten leidt tot hogere kosten, maar voorkomt in de toekomst (herstel)kosten voor schade aan kapitaalgoederen (groen, wegen en funderingen). We stellen 350 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar voor het bestrijden van innovatieve exoten.

49. Landschap en ecologie
Met de herindeling heeft Groningen naast stedelijk gebied ook landelijk gebied binnen de gemeentegrenzen gekregen. In het Gorecht lopen verschillende landschapsprojecten af. Deze projecten leveren een belangrijke bijdrage aan het in standhouden en versterken van het landschap. In Ten Boer is ook veel waardevol landelijk gebied dat we willen verbeteren en borgen. We hanteren daarbij de strategie om dit samen met partners en inwoners op te pakken via het Landschapsconvenant en een uitvoeringsagenda. Dit sluit aan bij het Groenplan Vitamine G. Partijen geven hiermee uitvoering aan een effectieve samenwerking voor herstel, ontwikkeling en beheer van het landschap. We willen hiermee ook de biodiversiteit verbeteren. We stellen 100 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar voor het oplossen van knelpunten en het aanpakken in projecten.

50. Landschapsvisie
Voor het opstellen van een visie voor de Hunzezone (in combinatie met bedrijventerrein Driebond) stellen we in 2023 50 duizend euro beschikbaar.

51. Groen herwinnen / leidraad openbare ruimte
De Leidraad openbare ruimte helpt bij het maken van een inrichting van de straten die aantrekkelijk is, met ruimte voor de voetganger, en met veel groen en klimaatadaptieve maatregelen. Hiervoor is structureel 145 duizend euro beschikbaar. Om op de meest kansrijke plekken de (koppel-)kansen voor een betere inrichting van de straat te kunnen benutten is een groter budget nodig. Dit budget kan worden ingezet voor cofinanciering voor projecten of het opstellen van visies. Het gaat dan bijvoorbeeld om de Bedumerweg, de Aweg, de Eikenlaan, het Stationsplein en aan groene projecten zoals de opname van het Zuiderplantsoen in het omliggende (stedelijke) weefsel (Liniepark).
We stellen hiervoor 250 duizend euro vanaf 2023 structureel beschikbaar.

52. Groenparticipatie
Het klimaatbestendig en groener maken van de gemeente pakken we samen met inwoners en ondernemers aan. Dit doen we nu door verschillende acties en subsidieregelingen beschikbaar te stellen, zoals Operatie Steenbreek, ideeën uit het groenplan en de groene dakensubsidie. We zien dat inwoners en ondernemers in toenemende mate ook een bijdrage willen leveren. Om het groeiende aantal bewoners- en bedrijveninitiatieven te kunnen ondersteunen stellen we 125 duizend euro in de jaren 2023-2026 per jaar beschikbaar.

53. Groene evenementen
In het nieuwe evenementenbeleid, dat in 2022 aan de gemeenteraad wordt aangeboden, is verduurzaming van evenementen een belangrijke opgave. Van grote professionele evenementenorganisatoren verwachten we dat zij zelf investeren in het verduurzamen op thema’s als energie, waterverbruik, afval en mobiliteit. Voor middelgrote en niet-professionele organisatoren, zoals organisatoren van de volksfeesten en studentenverenigingen, is een subsidieregeling noodzakelijk om de evenementen mogelijk te maken en te werken aan verduurzaming.
We stellen 100 duizend euro in de jaren 2023-2026 per jaar beschikbaar voor een aanjaagbudget voor het vergroenen van middelgrote evenementen van 2.000 tot 20.000 bezoekers.

54. Biotoop Haren
Na aankoop van de gronden van de Hortus en Biotoop verwachten we kosten te maken voor het jaarlijkse onderhoud en exploitatie voor bestendiging van het huidige gebruik. We stellen 500 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar voor de jaarlijkse exploitatie en investeringen.

55. Uitvoering ambitie nota Dieren
Zorgvuldig beleid maakt dat het welzijn van zowel mensen als dieren wordt meegewogen in alles wat we doen. In de nota Dieren zijn integrale uitgangspunten opgesteld die leidraad zijn voor de wijze waarop gemeente Groningen invulling geeft aan haar wettelijke taken voor dierenwelzijn en bij het invullen van de regisserende en stimulerende rol. We hanteren het uitgangspunt dat mens en dier zo veel mogelijk in harmonie samenleven. Dit doen we door dierenleed te voorkomen, eenduidig beleid op te stellen waarbij de belangen van dieren worden meegewogen tegen andere belangen en inwoners te informeren en de aandacht voor dierenwelzijn te vergroten.
Coördinatie op het thema is van belang om de nota dieren handen en voeten te geven. We stellen 158 duizend euro vanaf 2023 structureel beschikbaar voor een coördinator en aanjager op dit thema en uitvoering van de speerpunten in de ambitie nota. De structurele formatie-uitbreiding van 1 fte leidt tot een verhoging van de centrale overhead van 25 duizend euro per jaar vanaf 2023.

56. Kardinge / Vitaliteitscampus
In het gebied Kardinge is het project Vitaliteitscampus gestart. We hebben in 2021 het bidbook voor de realisatie van de vitaliteitscampus vastgesteld. De vervolgstap is het opstellen van een gebiedsvisie met een ontwikkelstrategie. Voor de vernieuwing van sportcentrum Kardinge en ontwikkeling naar een vitaliteitscampus is een inschatting gemaakt van de plan- en ontwikkelkosten. Het gaat om zaken als nieuwbouw sportcentrum, nieuwbouw Alfa/TTS, herinrichting openbare ruimte en herinrichting infrastructuur en mobiliteit. We stellen 500 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar voor plankosten in de eerste jaren en dekking van kapitaallasten na realisatie van investeringen in het gebied. Vanaf 2029 wordt de 500 duizend euro volledig ingezet voor dekking van structurele kapitaallasten.

57. Meerjarig vervangingsplan voorzieningen openbare ruimte
Diverse voorzieningen in de openbare ruimte zijn de komende jaren aan het einde van de levensduur. Het reguliere onderhoud is dan ontoereikend voor instandhouding en de kosten van noodzakelijke reparaties nemen onevenredig toe. Het huidige 10-jarenvervangingsplan loopt tot en met 2021. Voor de jaren 2022 t/m 2031 is opnieuw in beeld gebracht welke voorzieningen in de openbare ruimte vervangen moeten worden en welke aanvullende middelen hiervoor nodig zijn. Het gaat om een totale investering van 78,4 miljoen euro in 10 jaar voor de vervanging van speelplekken, openbare verlichting, verhardingen, civiele kunstwerken en torens, groen en bomen.
Bij de vervangingen van de verschillende voorzieningen is op diverse manieren rekening gehouden met een bijdrage aan de maatschappelijke opgaven. Er is bijvoorbeeld rekening gehouden met klimaat-adaptieve maatregelen, met extra investeringen in energiezuinige LED-lampen, met een veiligere inrichting en meer groen en biodiversiteit.
We stellen 88 duizend euro vanaf 2023 oplopend naar 142 duizend euro in 2024, 363 duizend euro in 2025 en 995 duizend euro vanaf 2026 beschikbaar voor dekking van de structurele kapitaallasten van de vervangingsinvesteringen.

58. Plan- en investeringskosten Stadspark en drafbaan
In 2021 heeft de raad de herijking visie Stadspark  (“Visie Stadspark, park voor de stad!”) vastgesteld en besloten de drafbaan door te ontwikkelen als evenemententerrein. In de visie “Stadspark: Park voor de Stad” zijn tien hoofdpunten geformuleerd die we de komende jaren willen realiseren. Het gaat om:

  • Een aantrekkelijker Stadspark voor bezoekers en flora en fauna;
  • Betere aansluitingen op de rest van de stad;
  • Een hoger beheerniveau (hiervoor is al een budget in de begroting opgenomen);
  • Versterken van de ecologie en de biodiversiteit door groene verbindingen met de omgeving;
  • Minder autoverkeer in het park;
  • Meer voorzieningen in het park die passen bij het park zoals bijv. een skatepark;
  • Initiatieven van Stadjers die bijdragen aan een mooier Stadspark ondersteunen;
  • Hoogwaardige evenementen op de drafbaan;
  • Een publiek toegankelijke drafbaan als er geen evenementen zijn;
  • Meer gemeentelijke aandacht voor het park, coördinatie en het instellen van een adviesgroep voor het Stadspark.

Ook vraagt de doorontwikkeling en professionalisering van de drafbaan om aanvullende investeringen. Het gaat om investering inrichting terrein als parkruimte, investeringen in het evenemententerrein met het oog op verdere opschaling evenementen, integratie van de drafbaan in het Stadspark en vastgoedontwikkeling drafbaan Stadspark.
Tot slot wordt een visie op de opstallen van de Drafbaan gemaakt. Hiervoor zijn de komende jaren plankosten nodig voor het maken van de visie, maar ook voor het regelen van het tijdelijke gebruik en ‘placemaking’ voor de toekomst. Na het opstellen van de visie en het vrijkomen van de opstallen in 2028 zijn aanvullende middelen nodig voor investeringen. Er wordt eerst een uitvoeringsprogramma voor de komende jaren opgesteld waarin zowel de aanpak en prioritering van bovengenoemde verbeterpunten in het park (verdeeld in verschillende projecten) als de aanpak van de drafbaan als evenemententerrein wordt opgenomen.
We stellen 500 duizend euro incidenteel beschikbaar in 2023 t/m 2026 voor de plankosten van de genoemde ontwikkelingen. Voor het uitvoeren stellen we150 duizend euro structureel vanaf 2023 beschikbaar.

59. Wijkvernieuwing
De wijkvernieuwing is in de afgelopen jaren op stoom gekomen. Met het afsluiten van de Regiodeal hebben we aanvullende middelen van het Rijk gekregen (15 miljoen euro voor de periode 2021 – 2024), waarbij een co-financieringseis geldt ter hoogte van hetzelfde bedrag. Via het NPG is nog eens 20 miljoen euro beschikbaar voor een periode van 10 jaar voor Beijum en Lewenborg. Als vervolg op het Manifest Kwetsbare Wijken verwachten we dat vanuit het Rijk de komende jaren aanvullende middelen beschikbaar komen voor het tegengaan van de groeiende ongelijkheid in de steden.
Voor de vier bestaande wijkvernieuwingswijken is 4 miljoen euro incidenteel en 700 duizend euro structureel beschikbaar tot en met 2022. De inzet is gericht op fysieke investeringen in de wijk (openbare ruimte, woonomgeving, klimaatadaptatie) en gelijktijdige investeringen op sociaal-maatschappelijk vlak en de plankosten (inclusief programmaleiding wijkvernieuwing). Met het op stoom komen van de wijkvernieuwing zien we dat deze budgetten vollopen.

We zetten de wijkvernieuwing in de Wijert, Beijum, Indische Buurt/ De Hoogte en Selwerd onverminderd voort. We verankeren de financiering voor de wijkvernieuwing op de lange termijn. Dat is nodig, want wijkvernieuwing vereist een lange adem. Tegelijkertijd schalen we de aanpak op naar een programma Noordelijke Wijken waarmee de wijkvernieuwing wordt verbreed naar Vinkhuizen, Paddepoel, de Oosterparkwijk en Lewenborg. Maatwerk is van cruciaal belang, de ene wijk vraagt een andere aanpak dan de andere, omdat de uitdagingen waar we voor staan per wijk verschillen. We blijven ons met andere steden inzetten voor middelen vanuit het Rijk hiervoor.
Wijkvernieuwing vraagt een aanpak die structureel geborgd wordt. We stellen daarom 5 miljoen euro vanaf 2023 beschikbaar. Om direct een start te kunnen maken met de uitbreiding naar meer wijkvernieuwingswijken stellen we 2 miljoen euro in 2023, 1,5 miljoen euro in 2024 en 1 miljoen euro in 2025 en 2026 1 miljoen euro per jaar beschikbaar.

60. Verhogen onderhoudsniveau openbare ruimte
Inwoners hechten steeds meer belang aan (gevarieerd) groen, leefbare en groene straten en duurzaamheid. Meer aandacht voor de kwaliteit van de leefomgeving draagt bij aan het welbevinden, sociale ontmoeting en aan de gezondheid en veiligheid van bewoners. Bovendien vraagt ook klimaatontwikkeling (hevige regenval en extreme droogte) om extra onderhoud. Aansluitend bij de inzet voor de wijkvernieuwing, willen we het beheer van de openbare ruimte in de noordelijke wijken naar een hoger niveau tillen. We stellen hiervoor 775 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar. De structurele formatie-uitbreiding van 5 fte leidt tot een verhoging van de centrale overhead van 75 duizend euro per jaar vanaf 2023.

61. Gebiedsgericht werken (sociaal gebiedsontwikkelaars)
In het sociaal domein werken we met sociaal gebiedsontwikkelaars en ondersteuning. Zij werken aan kansen voor kinderen en sociale basis met lokale netwerken van professionals en bewoners. Op basis van een gebiedsanalyse wordt samen met inwoners, WIJ, OOV en andere partners een sociaal programma opgesteld. Een deel van de dekking komt uit middelen voor wijkvernieuwing en NPG middelen. Daarnaast stellen we 308 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar. De structurele formatie-uitbreiding van 3,4 fte leidt tot een verhoging van de centrale overhead van 85 duizend euro per jaar vanaf 2023.

62. Wijkontwikkeling programma
Met gebiedsgericht werken verbinden we de gemeentelijke programma’s met de specifieke opgaven in wijken en dorpen en initiatieven van bewoners. We werken aan een duurzame wijkontwikkeling in de brede zin: een integrale benadering waarin alle thema’s die van belang zijn, samenkomen in het gebiedsprogramma. De gebiedsteams met de wijk- en dorpswethouders zijn de verbindende schakel tussen de gemeente en de wijken en dorpen en jagen aan dat de gemeentelijke organisatie steeds meer gebiedsgericht gaat werken.
Voor de uitvoeringskosten voor de zeven gebiedsprogramma is elk jaar 2,37 miljoen euro beschikbaar. Hiervan is 1,8 miljoen euro afkomstig is uit de stedelijke programma’s. We stellen voor de jaren 2023 t/m 2026 jaarlijks 1,83 miljoen euro beschikbaar. Daarmee komt het totale budget voor de jaren 2023 t/m 2026 op 4,2 miljoen euro.

63. Ondersteuning mantelzorgers
Het mantelzorgbeleid in de gemeente Groningen wordt uitgevoerd het steunpunt Mantelzorg van Humanitas. Het Steunpunt is gericht op innovatie van mantelzorgondersteuning, respijtzorg, belangenbehartiging en ondersteunt burgerinitiatieven. Het Steunpunt Mantelzorg fungeert ook als kenniscentrum voor zorginstellingen en maatschappelijke organisaties waaronder WIJ. Als gevolg van onder andere de bekende demografische ontwikkelingen zal de druk op de mantelzorgers de komende jaren toenemen. Wij zijn gestart met twee onderzoeksprojecten om een beter beeld te krijgen hoe we intensieve mantelzorgers beter kunnen ondersteunen en wat de behoefte is van thuiswonende dementerende inwoners. We stellen 150 duizend euro in de jaren 2023-2026 per jaar beschikbaar voor de verbetering van de ondersteuning aan mantelzorgers op basis van de onderzoeksresultaten.

64. Kansrijke start
Uit onderzoek is gebleken dat de eerste 1.000 dagen bepalend kunnen zijn voor de verdere ontwikkeling. Met Kansrijke Start Groningen komen we samen met onze partners tot een integrale aanpak in de geboortezorg die kwetsbare gezinnen een veilige, kansrijke en gezonde start biedt. Door vroegsignalering en de jeugdgezondheidszorg eerder in te zetten, namelijk al tijdens de zwangerschap, versterken we de verbinding tussen het medische, sociale en publieke gezondheidsdomein. We willen bewezen interventies inbouwen in onze systemen. Zoals voorzorg, samenwerking tussen medische professionals en sociaal domein professionals, maar vooral ook inzetten op pedagogische en opvoedkundige ondersteuning bij ouders. Kansrijke Start wordt nu incidenteel gefinancierd, vooral met middelen van het rijk en provincie. We stellen 133 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar voor kansrijke start. Dit loopt op naar 183 duizend euro structureel in 2024 en 331 duizend euro vanaf 2025.

65. Voortzetten inzet jongerencoaches
Vanuit de Regiodeal Noordelijke wijken zetten wij als pilot tot en met 2023 een drietal jongerencoaches (2,53 fte) in de wijken Paddepoel, Selwerd en Tuinwijk in. De jongerencoaches begeleiden jongeren die risicovol en soms zelfs crimineel gedrag vertonen, maar waarvan we denken dat zij te verleiden zijn tot positievere keuzes in het leven. In eerste instantie richten de jongerencoaches zich op jongeren uit de negatieve top van een problematische jeugdgroep, maar op termijn kunnen ook jongeren die niet tot een jeugdgroep behoren hiervan gebruik maken. Het doel is samen met een jongere en het gezin planmatig en intensief te werken aan het maken van andere, positievere keuzes op de leefgebieden van deze jongere, als het gaat om onderwijs, werk en vrijetijdsbesteding. Vanuit de Regiodeal is er dekking tot en met 2023. We stellen 210 duizend euro vanaf 2024 beschikbaar voor het continueren va de inzet jongerencoaches.

66. Doorontwikkeling pilot preventie en vroegsignalering risicojeugd
Een sluitende keten van jeugd en veiligheid is nodig om (herhaald) slachtofferschap- en daderschap te voorkomen. Tot eind 2022 loopt op 4 basisscholen een pilot preventie en vroegsignalering. De eerste ervaringen van de deelnemende basisscholen zijn zeer positief. Het is de bedoeling dat dit project de komende jaren wordt uitgerold naar voor- en naschoolse voorzieningen en naar andere basisscholen binnen de gemeente Groningen. Deze ondersteuning bestaat uit intensieve begeleiding door een gedragswetenschapper en inzet vanuit de WIJ. We stellen 150 duizend euro hiervoor vanaf 2023 beschikbaar. Deze kosten kunnen we structureel dekken als de aangevraagde Rijksmiddelen voor preventie met gezag worden toegekend.

67. Jeugdhulp
Voor de begroting 2023 zijn de zorgkosten voor jeugdhulp geactualiseerd. We zien hierbij een aantal ontwikkelingen:

  • Er is een grotere zorgvraag als gevolg van corona. Zowel het aantal cliënten als de aard van de problematiek is toegenomen. Dit heeft geleid tot hogere kosten in 2021. Dit werkt structureel door in de kosten en leidt tot een nadeel van 2,6 miljoen euro in 2023.
  • De invoering van het nieuwe woonplaatsbeginsel leidt tot een structureel nadeel van 1 miljoen euro.
  • We hebben de verwachte realisatie van de inkooptaakstelling jeugd aangepast. We hielden rekening met realisatie van de taakstelling van 1 miljoen euro vanaf 2024. We gaan nu uit van realisatie van 0,4 miljoen euro vanaf 2023 door de uitvoering van de pilot Team050 Op Maat. De resterende 0,6 miljoen euro verwachten we vanaf 2026 te kunnen realiseren. Dit hangt samen met het onderbrengen van de begeleiding van gezinnen en kinderen bij WIJ.
  • Nominale ontwikkelingen leiden tot hogere kosten.

Daar staat tegenover dat we van het Rijk extra middelen ontvangen als gevolg van de uitspraak van de Commissie van Wijzen. Rijk, IPO en VNG zijn overeengekomen dat gemeenten de jeugdmiddelen voor 2023-2026 conform volledig mee mogen nemen. Voor Groningen zijn de extra middelen hoger dan verwacht omdat (in de nieuwe verdeelsystematiek van de algemene uitkering) ons aandeel in het landelijk budget is toegenomen.
Onderdeel van de uitspraak van de Commissie van Wijzen is dat er, naast extra middelen voor gemeenten, een Hervormingsagenda Jeugd moet komen met maatregelen die leiden tot een vermindering van kosten voor jeugdhulp. Als gevolg van deze maatregelen worden de extra middelen die gemeenten ontvangen in de periode 2022-2028 verlaagd. Zoals ook opgenomen in het coalitieakkoord gaan we ervan uit de maatregelen daadwerkelijk leiden tot een besparing op de zorgkosten. Voor Groningen gaat het in de jaren 2023-2026 om een te realiseren besparing van 14,6 miljoen euro. De besparingen die voor 2023 zijn opgenomen (5,7 miljoen euro) in de uitspraak van de commissie van wijzen, hebben we niet als verlaging op de zorgkosten verwerkt omdat hier teveel overlap is met maatregelen die we zelf al eerder hebben genomen (zoals bijvoorbeeld de ondersteuner Jeugd en gezin bij de huisartsen). Indien de beheersmaatregelen niet het beoogde (financiële) effect hebben, zal het Rijk over de brug moeten komen met een aanvulling van het budget.
De ontwikkelingen bij de zorgkosten en het budget dat we van het Rijk ontvangen samen leiden per saldo tot een tekort van 0,3 miljoen euro in 2023 en 0,7 miljoen euro in 2024. We stellen middelen beschikbaar om de tekorten in 2023 en 2024 te dekken.

68. Voorinvesteringen Samen
In 2022 tot en met 2024 zijn voorinvesteringen noodzakelijk om SAMEN. mogelijk te maken en uitvoering te geven aan de motie van de gemeenteraad. De voorinvesteringen moeten ervoor zorgen dat WIJ Groningen voor wat betreft de bedrijfsvoering en de omvang en de kwaliteit van het personeel op tijd klaar is om met SAMEN. te starten. Onze inschatting is dat de totale voorinvesteringen voor de periode 2022-2024 circa 4,6 miljoen euro bedragen. Voor 2023 stellen we hiervoor 1,25 miljoen euro en voor 2024 500 duizend euro  beschikbaar. Voor de kosten in 2022van 2,85 miljoen is een afzonderlijk dekkingsvoorstel aan uw raad voorgelegd.

69. Borging werkwijze en lerend netwerk stapeling sociaal domein
Sommige inwoners hebben veel persoonlijke problemen en hebben te maken met veel instanties en regels, waarbij er kansen zijn om hen beter en goedkoper te helpen. Met het project stapeling sociaal domein werken we over de domeinen heen en zetten we vanuit de doelen van inwoners in op wat nodig is. Vaak is er een doorbraak nodig. Deze werkwijze heeft resultaat, zowel inhoudelijk als financieel. Gezien het succes (betere resultaten voor bewoners, ondersteuning tegen lagere kosten), willen we het project stapeling sociaal domein breed uitrollen. Om de beweging gemeente breed te kunnen faciliteren is uitbreiding met 5 fte nodig (waarvan 4 fte bij de WIJ. Daarnaast is aantal investeringen noodzakelijk (o.a. communicatie, digitale hulpmiddelen, website). We stellen hiervoor 755 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar.
De structurele formatie-uitbreiding van1 fte bij de gemeente leidt tot een verhoging van de centrale overhead van 35 duizend euro per jaar vanaf 2023.
Van het Rijk ontvangen we tot en met 2027 extra middelen voor het versterken van de ondersteuning van wijkteams (jaarlijks 714 duizend euro). We gebruiken deze middelen ter dekking van de kosten van deze werkwijze. Daarnaast leidt deze werkwijze (gefaseerd) tot een evenredige besparing op onze (zorg)uitgaven. Deze besparing hebben we verwerkt in de begroting vanaf 2023.

70. Fijnmazig wijkvervoer
Vanuit het reguliere OV zijn lijnen geïntensiveerd en verdwenen. Hiermee wordt de kwaliteit van het OV vergroot maar ook de afstand tot de haltes groter. Hierdoor kunnen niet alle inwoners de bus gebruiken omdat ze er simpelweg niet kunnen komen. Fijnmazig wijkvervoer vormt daarvoor een alternatief. Op dit moment wordt er vanuit 8 verschillende wijken door meerdere initiatieven fijnmazig wijkvervoer aangeboden. Het is een goedkoper, laagdrempeliger alternatief voor het Wmo-vervoer (maatwerk). Bijvangst is dat inwoners die zich als vrijwilliger inzetten ontwikkelkansen krijgen, de regie en zelfredzaamheid van de doelgroep wordt vergroot en het vervoer bijdraagt aan het verminderen van eenzaamheid. Voor de uitbreiding van het fijnmazig vervoer stellen we 300 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar.

71. WIJ Haren
WIJ Haren is in 2019 gestart met een budget dat al snel onvoldoende bleek te zijn om de minimale taken in Haren uit te voeren. Sinds 2020 wordt dit knelpunt door WIJ Groningen opgelost door capaciteit vanuit andere WIJ-teams in te zetten in Haren. Door de hoge werkdruk en wachtlijsten is dit niet langer houdbaar. Bij WIJ is capaciteitsuitbreiding nodig om het aantal meldingen dat bij WIJ Haren binnen komt te kunnen afhandelen. We stellen 418 duizend euro hiervoor vanaf 2023 beschikbaar.

72. Bezuiniging GGD
In de begroting 2020 is opgenomen dat de gemeente Groningen een hervorming van 300 duizend euro op de GGD wil realiseren. Er is ingezet op een gedragen gezamenlijk besluit waarbij er gezocht wordt naar een efficiency-slag binnen de GGD om deze hervorming te realiseren. Om de bezuiniging te realiseren, is nodig dat alle gemeenten in de GR positief besluiten over een bezuiniging van 5%. We schatten in dat de bezuiniging voor 2023 niet haalbaar is en stellen hiervoor incidenteel 300 duizend euro beschikbaar. Na duidelijkheid over het effect van het regeerakkoord op de GGD, kunnen we met de GGD een integrale discussie voeren over inhoudelijk beleid en financiële middelen. Op basis daarvan kunnen we bepalen of een structurele invulling mogelijk is.

73. Gezond in de stad (GIDS)
In 2017 is de decentralisatie uitkering Gezond in de Stad verlengd tot en met 2021. Door de lange regeringsvorming zijn de GIDS-middelen incidenteel verlengd in 2022. Jaarlijks ontvangt de gemeente Groningen 485 duizend euro algemene GIDS middelen en daarbij sinds enige jaren 72 duizend euro GIDS middelen specifiek voor Kansrijke Start.
Het budget voor de uitvoering van het lokale gezondheidsbeleid en de visie op Healthy Ageing is voor het grootste gedeelte afhankelijk van deze GIDS-middelen. De gemeente voegt daar jaarlijks vanuit haar eigen begroting ruim 200 duizend euro aan toe. In het regeerakkoord is veel aandacht voor publieke gezondheid, preventie en kansrijke start. We gaan er daarom vanuit dat de GIDS-middelen ook in 2023 en verder beschikbaar komen. We zetten deze middelen in voor het voortzetten van het lokale gezondheidsbeleid. Wanneer de GIDS middelen niet weer verstrekt worden zal het grootste deel van de uitvoering naar aanleiding van het gezondheidsbeleid vervallen.

74. Jimmys
Jimmy’s is een voorziening voor en door jongeren. Het is een plek waar jongeren heel laagdrempelig kunnen komen met allerhande vragen waar zij mee zitten. Het is een manier om ook inzet van jeugdhulp te voorkomen. Er is bijvoorbeeld ook samenwerking met enkele jeugdhulpaanbieders die waar nodig jongeren kunnen begeleiden wanneer ze met zelfmoordgedachten rondlopen. Jimmy’s wordt uitgevoerd door de Werkpro en heeft een aantal taken, waaronder Jimmy’s van de MJD overgenomen. We stekken 60 duizend euro vanaf 2023 hiervoor beschikbaar.

75. Frictiebudget nieuwe visie sociale basis en sociaal culturele accommodaties
Samen met alle partijen in het veld formuleren we een nieuwe visie op de sociale basis, inclusief de sociaal culturele accommodaties. We willen dat de accommodaties een nog nadrukkelijker centrale rol in de wijk pakken ter versterking van de sociale basis. We overwegen ook een andere wijze van subsidiering die meer is gericht op activiteiten en exploitatie (en minder op de grootte van de accommodaties). Om de accommodaties tijd te geven de organisatie en het programma aan te passen aan de nieuwe situatie, dient er rekening te worden gehouden met een frictiekostenbudget voor eenmalige subsidies in de overgangssituatie. We stellen in 2024 hiervoor 100 duizend euro beschikbaar.

76. Salarisstijging in de zorg
Het kabinet heeft 675 miljoen euro beschikbaar gesteld om de salarissen in de zorg en welzijn te verbeteren (door het toepassen van een arbeidsmarkttoeslag) . Zorgaanbieders en andere instellingen die werkzaam zijn binnen de Jeugdwet en de Wmo ontvangen via de gemeente de benodigde middelen om de salarissen te kunnen verbeteren. In december 2021 zijn de tarieven voor Wmo conform deze afspraak aangepast. De kosten hiervan lagen al boven het door het Rijk beschikbaar gestelde budget.
De loonkostenstijging van 1,13% voor middeninkomens in de zorg (naar aanleiding aangenomen motie Hijink/Bikker in de Tweede Kamer) werkt door op de salarissen van het personeel bij Stichting WIJ Groningen. We stellen 293 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar voor de extra salariskosten bij de WIJ.

77. Zorgkosten WMO
De zorgkosten WMO voor de jaren 2023-2026 zijn geactualiseerd. Daarbij spelen twee ontwikkelingen een belangrijke rol. Allereerst is er de jaarlijkse volumegroei. Groei van de bevolking en vergrijzing leiden tot een verhoging van de kosten. Ten tweede is er een beleidswijziging in de maak voor huishoudelijke hulp. We willen herstelgerichte hulp inzetten als alternatief voor de huishoudelijke hulp. Dit moet leiden tot een besparing ten opzichte van het bestaande beleid. Op basis van onze huidige inschattingen verwachten we met herstelgerichte hulp op termijn een besparing van 1,7 miljoen euro te realiseren. Bij invoering van herstelgerichte hulp in 2024 zal dit voordeel naar verwachting in 2028 gerealiseerd kunnen worden.
Naast deze twee ontwikkelingen zijn alle regelingen die vallen onder de WMO geactualiseerd. Dit leidt tot een positieve bijstelling van 455 duizend euro in 2023, een negatieve bijstelling van 31 duizend euro in 2024, een negatieve bijstelling van 409 duizend euro in 2025 en een negatieve bijstelling van 535 duizend euro vanaf 2026.
We verwerken de bijstelling van de zorgkosten in begroting 2023.

Bij de WMO spelen nog wel enkele risico’s. Enerzijds lopen we een risico bij de invoering van herstelgerichte hulp. Daarnaast zijn er andere risico’s bij de WMO. We weten niet wat effect van Corona is op de toekomstige zorgvraag en of het rijk nog interventies gaat plegen rond het abonnementstarief. Ook is het effect van de aanbesteding hulpmiddelen nog niet bekend. Ten slotte zijn er de reguliere risico’s omtrent aannames als volume, prijs en verzilveringseffecten.

78. Buurtbemiddeling
Buurtbemiddeling houdt in dat vrijwilligers (36) in een zo vroeg mogelijk stadium in burenruzies bemiddelen (150 per jaar). Zowel woningbouwcorporaties, WIJ teams als bewoners zelf kunnen zich bij buurtbemiddeling melden. Ook worden de vrijwilligers gecoached door een betaalde coördinator. De vrijwilligers brengen in burenruzies en -conflicten de dialoog weer op gang en vinden meestal gezamenlijk een oplossing voor het probleem. Escalatie van situaties wordt voorkomen en na bemiddeling blijkt er minder beroep gedaan te worden op hulp van instanties.
Buurtbemiddeling is een project dat door de gebiedsteams samen met de woningbouwcorporaties is ontwikkeld en haar nut na een aantal jaren terdege heeft bewezen. Onlangs is het opnieuw samen met de woningbouwcorporaties geëvalueerd. Eenieder is tevreden en enthousiast over de preventieve positieve resultaten.
Tot nog toe wordt Buurtbemiddeling gefinancierd door de gezamenlijke woningbouwcorporaties (50%) en door de gemeente Groningen / de gebiedsteams (50%). De structurele kosten van 50 duizend euro per jaar dekken we vanuit de reeds beschikbare middelen in de begroting.

79. Overweeghuis
Het Overweeghuis is een burgerinitiatief dat, met steun van vrijwilligers, fondsen, maatschappelijk middenveld en de gemeente, een praktische, tijdelijke en veilige opvang voor vrouwen biedt die overwegen uit de prostitutie te stappen. Na drie jaar is de pilot geëvalueerd. Hieruit komt dat het (in Nederland unieke) burgerinitiatief een waardevolle verrijking van het ondersteuningsaanbod voor sekswerkers in de regio Groningen en is een toevoeging op dit ondersteuningsaanbod waar nog niet in werd voorzien. Naar aanleiding van de positieve evaluatie is het bestuur van het overweeghuis voornemens het burgerinitiatief te continueren, onder de randvoorwaarden dat de bijdrage van de gemeente wordt verhoogd en de bereikbaarheidsdienst geprofessionaliseerd kan worden. We willen het overweeghuis continueren en willen de kosten van 54 duizend euro structureel ten lasten van de middelen voor Maatschappelijke opvang brengen. Omdat dit een regionaal budget is vereist dit wel afstemming met de regio.

80. Kind aan huis
Kind aan Huis is een programma waarbij kinderen en jongeren een dagdeel, weekend of andere periode terecht kunnen bij vrijwillige gastgezinnen. Het zijn kinderen/jongeren die komen uit gezinnen waar sprake is van armoede, ziekte, een verslaving of een beperking, sociaal isolement, een (v)echtscheiding. Maar ook jonge vluchtelingen die alleen naar Nederland gekomen zijn, kunnen  behoefte hebben om even uit huis te zijn. De afgelopen periode heeft dit programma gedraaid met behulp van het Oranjefonds. De gemeente heeft tot nu toe niet bijgedragen aan Kind aan Huis. De bijdrage van het Oranjefonds stopt eind dit jaar, waardoor Kind aan Huis niet meer in stand gehouden zou kunnen worden. Voor het programma Kind aan Huis stellen 100 duizend euro beschikbaar in 2023 en 2024.

81. Aanpak overlast door Houtrook: inzet GGD
In 2021 nam uw raad het initiatiefvoorstel ‘Aanpak overlast door houtrook’ aan. De aanpak die wordt voorgesteld door de GGD gaat uit van drie fasen. De eerste fase betreft het maken van een inventarisatie en een communicatieplan, de tweede fase betreft de uitvoering per gebied en de laatste fase betreft ondersteunende werkzaamheden, waaronder een voor- en nameting.
De uitvoering van deze verschillende fasen zal in nauw contact zijn met de bestaande structuren in de wijken, zoals de gebiedsteams en de WIJ-teams. Het doel van deze aanpak is te zorgen dat de communicatie zo goed mogelijk aansluit bij de kenmerken van de wijk en de bewoners. Dit zal leiden tot meer bewustwording over (de overlast door) houtrook. Zo kunnen we inwoners bewegen om het stookgedrag aan te passen en verstandig(er) te stoken. De uitvoer is verspreid over twee jaar. We stellen 105 duizend euro in 2023 beschikbaar en 71 duizend euro in 2024.

82. Verlengde schooldag aandachtsgebieden
In 2021 zijn we gestart met verschillende pilots Verlengde Schooldag, door leerlingen een stimulerende leeromgeving te bieden. Voor sommige leerlingen kan intensiveren of uitbreiden van onderwijstijd bijdragen aan betere leerprestaties. We willen op meerdere onderwijslocaties in Groningen meer tijd en energie steken in de nieuwe generatie en richten ons daarom op een brede sociaal-emotionele, cognitieve en motorische ontwikkeling. Dat willen we doen door in en rond de schooltijden meer werk te maken van bewegen, rekenen, taal, gezonde voeding, natuureducatie, wetenschap & techniek, cultuur, sociaal-emotionele ontwikkeling en beroepsleven: de verlengde schooldag. We stellen 2,3 miljoen euro hiervoor vanaf 2023 beschikbaar. Dit bedrag loopt op naar 2,9 miljoen euro vanaf 2024. In de jaren 2023-2025 ontvangen we 560 duizend euro per jaar van het Rijk (rijke schooldag). Deze middelen zetten we in voor de verlengde schooldag.

83. Integraal huisvestingsplan onderwijs
De gemeente heeft op grond van de wet de zorgplicht voor de huisvesting van scholen (primair-, speciaal- en voortgezet onderwijs). De schoolgebouwen in de gemeente Groningen zijn gemiddeld ouder dan 40 jaar en dragen niet in alle gevallen meer bij aan goed onderwijs. Daarom is samen met de schoolbesturen het Integraal Huisvestingsplan onderwijs (IHP): “Gro Up” opgesteld en vastgesteld in de gemeenteraad in april 2020. De afgelopen periode hebben we het integraal huisvestingsplan geactualiseerd op basis van de ervaringen, verwachte areaaluitbreiding, kostenontwikkeling en impact verslagleggingsregels. Uit de actualisatie blijkt dat het verwachte investeringsniveau voor de periode tot 2040 uitkomt op circa 515 miljoen euro (huidig prijspeil).
Voor de jaren 2023-2028 stellen we een jaarlijks oplopend structureel budget beschikbaar tot 2,76 miljoen euro in 2028. In de periode 2023-2026 loopt het budget op van 460 duizend euro in 2023 tot 1,84 miljoen euro in 2026. Na 2026 loopt het benodigde budget verder op.

84. Accommodaties bewegingsonderwijs en binnensport
De gymlokalen, sportzalen en sporthallen van de gemeente Groningen zijn relatief oud. Ongeveer de helft van de accommodaties is op dit moment 40 jaar of ouder. In 2021 is een integraal toekomstperspectief opgesteld voor de accommodaties voor bewegingsonderwijs en binnensport. Dit toekomstperspectief geeft inzicht in de maatregelen en het bijbehorende investeringsprogramma tot en met 2039. Het gaat dan zowel om areaaluitbreiding als vervanging en opwaardering van de bestaande voorraad aan gym- en binnensport accommodaties.
Het integraal toekomstperspectief en bijbehorend investeringsprogramma is nauw verbonden met het Integraal Huisvestingplan Onderwijs (IHP). De aanpak van gymzalen zal vanwege de fysieke verwevenheid in veel gevallen gelijk op moeten lopen met nieuwbouw, renovatie of upgrade van scholen. Accommodaties voor bewegingsonderwijs worden gefinancierd uit het onderwijsprogramma.

In scenario twee, waarin het ritme van het IHP wordt gevolgd en rekening is gehouden met uitbreiding als gevolg van groei van de stad, is sprake van een investeringsopgave van circa 100 miljoen euro tot en met 2039. De areaaluitbreiding betreft een nieuwe sporthal aan de oostzijde van de stad, een nieuwe sporthal aan de westzijde van de stad en vier nieuwe gymzalen om de verwachte leerlingenprognose op nieuwbouwlocaties op te kunnen vangen.
Voor de jaren 2023-2028 stellen we een jaarlijks oplopend structureel budget voor vervanging en uitbreiding beschikbaar tot 2,7miljoen euro in 2029. In de periode 2023-2026 loopt het budget op van 350 duizend euro in 2023 tot 1,1 miljoen euro in 2026. Na 2026 loopt het benodigde budget verder op.
Omdat niet alle accommodaties worden aangepakt stellen we de volgende middelen beschikbaar voor een kwaliteitsimpuls: verbetering van de akoestiek (160 duizend euro in 2023 en 2024) en i nnovatieve inrichting (structureel budget oplopend van 20 duizend euro in 2023 naar 75 duizend euro in 2026).

85. Brugfunctionaris (uitbreiding scholen en uren)
We bevorderen ouderbetrokkenheid door de inzet van brugfunctionarissen. Zeventien scholen in aandachtsgebieden binnen de gemeente Groningen hebben een brugfunctionaris. De brugfunctionaris is de intermediair tussen ‘de wereld van school’ en ‘de wereld van thuis’. De brugfunctionaris is er voor ouders en kind en probeert er voor te zorgen dat elk kind mee kan doen. Ze zetten in op gelijke kansen, sociale inclusie, talentontwikkeling en het verbreden van het wereldbeeld van kinderen en ouders. Speciaal voor hen voor wie dit minder vanzelfsprekend is. Voor de dekking van uitbreiding van het aantal scholen sinds 2021 en uitbreiding van het aantal uren van de brugfunctionaris op scholen waar dit het hardst nodig is stellen we 190 duizend euro vanaf 2023, oplopend naar 285 duizend euro vanaf 2024 beschikbaar.

86. Fair practice code
We hebben onderzoek uitgevoerd naar de meerkosten van ons cultuurbeleid, als we uitgaan van de fair practice code. Er is inzet nodig voor een duurzame en eerlijke arbeidsmarkt in de culturele en creatieve sector om als sector aantrekkelijk te blijven of te worden voor verschillende functies. We stellen hiervoor 350 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar. We gaan er vanuit dat we de hogere kosten vanaf 2025 opvangen binnen de beschikbare cultuurmiddelen.

87. Cultuur in de wijk / de wijk de wereld
We ondersteunen VRIJDAG om 5 cultuurcoaches in 5 wijken actief te laten zijn. De Wijk De Wereld en de extra cultuurcoaches die nu in meerdere wijken actief zijn, worden incidenteel gefinancierd vanuit gebiedsteams, Regiodeal en economisch herstelplan. Voor de structurele borging van deze activiteiten stellen we 150 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar.

88. Nieuw muziekcentrum
Beoogd wordt uiterlijk in 2030 een opvolger van muziekcentrum De Oosterpoort op te leveren. Begin 2022 is de raad geïnformeerd over de voorlopige kaders voor een nieuw muziekcentrum. Daarin wordt onder andere uitgegaan van een aparte, vergrote pop zaal, integratie met het vakonderwijs (beroepsopleidingen gericht op werken in cultuur) en een maatschappelijk programma. Ook moet het nieuwe muziekcentrum gaan vooroplopen op het gebied van digitale ontwikkelingen en duurzaamheid. Met het nieuwe muziekcentrum wil Groningen haar positie op het gebied van pop, cultuur en evenementen behouden en versterken.

De ontwikkeling en bouw van het nieuwe muziekcentrum vraagt naar verwachting een investering van tenminste 268 miljoen euro. Deze investering leidt tot een jaarlijkse last van circa 10,4 miljoen euro. Deze last kan mogelijk worden verlaagd met financieel technische maatregelen en mogelijk verder terug te brengen door het organiseren van externe bijdragen (sponsoring, Europese subsidies e.d.) In 2023 wordt de raad een investeringsvoorstel voorgelegd.
Het is noodzakelijk te starten met het reserveren van middelen om de voorbereidingskosten te dekken en alvast te ‘sparen’ voor de nieuwbouw. Vooralsnog houden we rekening met 2 miljoen euro structureel in 2027, oplopend naar 4 miljoen euro in 2028 en 6 miljoen euro vanaf 2029. Dit verwerken we in het meerjarenbeeld. In 2030 en 2031 zullen de resterende middelen beschikbaar moeten komen. Voor plankosten, uitwerking onderwijsprogramma en fundraising zijn voor periode 2023-2026 al middelen gereserveerd.

89. Nieuwbouw Martiniplaza
MartiniPlaza is het beurs- en congrescentrum van het noorden, met een uniek aanbod van sport en cultuur. MartiniPlaza is een BV, de gemeente is enig aandeelhouder. Om aansluiting te houden bij de vraag van de markt en de groei van de stad is een opwaardering van het gebouw noodzakelijk. We zien kansen voor het versterken van de (inter)nationale positie van MartiniPlaza op de zakelijke markt (congres, vakbeurs) en de (indoor) topsport.
Het is de bedoeling dat de nieuwbouw ter vervanging van de huidige beurshallen in 2030 kan worden opgeleverd. De huidige onderhoudsstrategie (instandhoudingsperiode) is hierop afgestemd. De omvang van de investering is nog niet duidelijk. Een eerste indicatie voor het renoveren dan wel vervangen van de beurshallen komt uit op 100 miljoen euro. Daarnaast verwachten we nog aanvullende kosten voor het opwaarderen van MartiniPlaza en voor het inrichten van een (eigenstandige) organisatie voor het (inter)nationaal werven en faciliteren van congressen in de stad en regio Groningen. Wanneer meer duidelijk is over de omvang van de investering en de jaarlijkse kapitaallasten, moeten we hiervoor ruimte in de begroting reserveren. We stellen 250 duizend euro in 2023 oplopend naar 500 duizend euro structureel vanaf 2024 beschikbaar voor plankosten.

90. Vervolg erfgoednota
Tot en met 2022 is er een aanvulling op het budget voor erfgoed / cultuurhistorie van 100 duizend euro. Deze middelen zetten we in voor:

  • het borging van cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening;
  • aandacht voor cultuurhistorisch landschap met specifiek focus op de cultuurhistorische waarden en waardevolle elementen;
  • en borging van de uitkomsten van het onderzoek naar de cultuurhistorische waarden.

Daarnaast is voor het nieuwe thema cultuurhistorisch landschap budget nodig. We stellen 125 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar.

91. Monument ter herdenking van de afschaffing van de slavernij
In Nederland is steeds meer aandacht voor het slavernijverleden. De gemeente Groningen erkent de maatschappelijke urgentie en het eigen aandeel in de gedeelde geschiedenis. De raad heeft gevraagd de rol van Groningen en het Groninger stadsbestuur verder te onderzoeken. We hebben een opdracht aan Kunstpunt verleent om te onderzoeken hoe met beeldende kunst de gedeelde geschiedenis van ons slavernijverleden zichtbaar kan worden gemaakt in de openbare ruimte. In 2023 is het 150 jaar geleden dat de slavernij in Nederland werd beëindigd.
We stellen 150 duizend euro hiervoor in 2023 beschikbaar.

92. Verzelfstandiging CKC
Eind 2021 is een principebesluit genomen over de verzelfstandiging van het CKC. Voor de incidentele kosten van de verzelfstandiging stellen 220 duizend in 2023, 30 duizend euro in 2024 en 15 duizend euro in 2025 beschikbaar.

93. Volksfeesten en evenementen
Als we de evenementen als Bevrijdingsfestival, viering 4/5 mei, Sinterklaas, Bommen Berend etc. in stand willen dan is een extra impuls nodig om te kunnen blijven voldoen aan de nieuwste regels en vereisten. Dit heeft betrekking op zaken als strengere eisen rondom veiligheid, maar ook stijgende kosten voor de bands, leges, pachtkosten, protocollen en straks ook wellicht vergroening en verduurzaming van de activiteiten. We stellen vanaf 2023 50 duizend euro structureel beschikbaar ter dekking van de meerkosten.

94. Vrijdag
Door hoge inflatie en de prijsstijgingen in de bouw verwachten we hogere investeringskosten bij de herontwikkeling van de huisvesting van VRIJDAG. De omvang hiervan is lastig in te schatten. Op basis van recente ramingen verwachten we dat e meerkosten van 5 tot 8 miljoen euro. Een deel van de hogere kosten kan naar verwachting worden opgevangen met vrijval bij het project Grote Markt Oostzijde/ Forum. Hierover moet nog worden besloten bij de nacalculatie van het project Grote Markt Oostzijde / Forum. Voor het verwachte  resterende tekort stellen we een structurele bijdrage van 100 duizend euro vanaf 2026 beschikbaar.

95. Ateliers broedplaatsen

Met het wegvallen van steeds meer tijdelijke locaties, komt de huisvesting voor kunstenaars, maatschappelijke bedrijvigheid en startende bedrijvigheid/start-ups onder druk te staan. Daardoor kunnen we niet voldoen aan de ambities uit het coalitieakkoord om lokaal ondernemerschap, start-ups en scale-ups te stimuleren door in te blijven zetten op het aanbieden van broedplaatsen. We stellen vanaf 2023 200 duizend euro structureel beschikbaar. Met dit budget stellen we in 2023 beleid op om nieuwe broedplaatsen te kunnen faciliteren. Hierbij geven we inzicht in ondersteuning van de verschillende doelgroepen vanuit cultureel, economisch en maatschappelijk belang, werken randvoorwaarden voor ondersteuning uit en vertalen de behoefte vanuit de doelgroep naar ruimtebehoefte. We komen tot een nieuw huisvestingsconcept en verkennen varianten voor doorstroming, gebruikersmix en verbetering van het ondernemerschap. Tot slot werken we aan de vertaling naar business cases in een concrete ruimtelijke inzet.

96. Roze zaterdag 2026
De landelijke stichting Roze Zaterdagen (RZ) heeft de gemeente Groningen gevraagd de Roze Zaterdag in 2024 te organiseren. Op de dag worden verschillende activiteiten georganiseerd, waarin educatie en informatie, debat, ontmoeten, kunst, cultuur, feest en zichtbaarheid centraal staan. Belangrijk uitgangspunt is dat alle personen uit de diverse onderdelen van LHBTI+ community betrokken en gezien worden en er een duidelijke verbinding wordt gelegd met de rest van de bevolking. De Roze Zaterdag moet een dag zijn waarin iedereen zichzelf kan zijn in onze stad. Het is de bedoeling de roze zaterdag op 22 juni 2024 te organiseren. Voor de organisatie van roze zaterdag stellen we 30 duizend euro in 2023 en 75 duizend euro in 2024 beschikbaar.

97. Bewegende stad
Gezien de behoefte aan meer sportplekken in de openbare ruimte en de ontwikkeling van urban sports, is het nodig het budget voor de bewegende stad te verhogen en hiervoor een projectleider aan te stellen. We stellen hiervoor 133 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar. De structurele formatie-uitbreiding van 1 fte leidt tot een verhoging van de centrale overhead van 17 duizend euro per jaar vanaf 2023.

98. Voortzetten beweegcoach uniek sporten
Het landelijk ingezette beleid rondom sportakkoorden loopt formeel eind 2022 af. Vanaf 2020 was hiervoor jaarlijks extra budget beschikbaar. Met name de inzet van een beweegcoach Uniek Sporten is op langere termijn wenselijk. We stellen hiervoor 65 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar.

99. Ontwikkeling buitensportparken
De groei en ontwikkeling van de gemeente vraagt om een passende uitbreiding van de sportcapaciteit, binnen en buiten. Concreet betekent dit twee nieuwe sportparken aan de oost en westkant van de stad (of een uitbreiding van bestaande sportparken). Het vergroten van sportvoorzieningen kan door een combinatie van uitbreiding en optimalisatie van bestaande voorzieningen. We gaan in totaal uit van een benodigde uitbreiding van 4 kunstgrasvelden en 1 kleedkamer. Dit leidt tot een investering van circa 4,5 miljoen euro. We stellen vanaf 2024 een oplopend budget beschikbaar voor de structurele kapitaallasten. Het gaat in 2024 om 10 duizend euro, oplopend naar 210 duizend euro in 2025 en 400 duizend euro structureel vanaf 2026.

100. Beheer en onderhoudsbudgetten sportaccommodaties
Uit onderzoek naar de conditie en het beheer en onderhoud van het sportvastgoed blijkt dat er te weinig middelen beschikbaar is voor beheer en onderhoud. Dit heeft ertoe geleid dat in het verleden onderhoud is doorgeschoven naar latere jaren en er (verborgen) achterstallig onderhoud is ontstaan. Daarbij is onvoldoende gespaard voor toekomstig onderhoud. Beoogd wordt in 2022-2023 een ‘Verbeterprogramma beheer en onderhoud sportaccommodaties’ uit te voeren. Daarbij worden voor alle (circa 90) gebouwen nieuwe meerjarenonderhoudsplannen opgesteld. We stellen 500 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar voor beheer en onderhoud en 100 duizend euro structureel voor versterking van de organisatie. De structurele formatie-uitbreiding van 1 fte leidt tot een verhoging van de centrale overhead van 25 duizend per jaar vanaf 2023.

101. Vervolg sportactiviteiten uit corona perspectiefplan
We willen sport inzetten als middel om jongeren, studenten en ouderen n.a.v. corona blijvend te stimuleren, ontmoetingen te faciliteren en mentaal welbevinden te trainen. Vooral sportactiviteiten in de wijk, zoals open gym (waarbij 12 weken langs gratis en laagdrempelige sport en beweegactiviteiten worden aangeboden) en dreamcourts doen het heel goed. We stellen hiervoor 30 duizend euro in 2023 en 50 duizend euro vanaf 2024 beschikbaar. Deze middelen kunnen worden gedekt uit middelen voor gebiedsteams en het vervolg van het Lokaal Sportakkoord.

102. Vervangen oude SBR kunstgrasvelden en saneren en opruimen SBR korrels
In 2018 is besloten om bij de vervanging van kunstgras vanuit milieuoverweging af te stappen van het rubbergranulaat (SBR) en te kiezen voor kunstgrasvelden non-infill. De (gefaseerde) vervanging van kunstgrasvelden leidt tot meerkosten. De meerkosten bedragen 22 duizend euro in 2024 oplopend naar 30 duizend euro in 2026.

Daarnaast moeten we voldoen aan de zorgplicht uit de wet milieubeheer door twee keer per jaar de omgeving van alle parken met kunstgrasvelden die zijn voorzien van instrooimateriaal schoon te maken. Doordat de KNVB de non-infillvelden nog niet toe staat op hoofdvelden zijn we genoodzaakt de te vervangen hoofdvelden te voorzien van een alternatieve infill (TPE). Dit kan niet geheel worden opgevangen binnen de begroting. We stellen hiervoor in 2026 98 duizend euro beschikbaar. In de jaren na 2026 is verdere aanvulling nodig.

103. Gelijk Speelveld 2.0 Haren en Ten Boer
Na afronding van het creëren van een gelijk speelveld voor alle sportverenigingen in de oude gemeente Groningen zijn we gestart met het creëren van een Gelijk Speelveld in Haren en Ten Boer. Dat doen we in nauw overleg met verenigingen in Haren en Ten Boer. Op dit moment worden de verschillen en de impact geïnventariseerd. We verwachten dat er een financiële impact aanwezig zal zijn, maar de omvang is niet exact bekend. We stellen hiervoor vanaf 2023 40 duizend euro structureel beschikbaar.

104. Uitstroom SW personeel (sporthalbeheerders)
Binnen sport050 wordt gewerkt met SW-medewerkers. De kosten van deze medewerkers zijn lager dan reguliere medewerkers. Vanuit de participatiewet is er geen nieuwe instroom van SW-personeel meer mogelijk. Bij de uitstroom van de huidige SW medewerkers leidt dit tot hogere kosten. We stellen hiervoor in 2023 en 2024 85 duizend euro structureel beschikbaar. Vanaf 2025 loopt dit op naar 127 duizend euro structureel. In de jaren na 2026 is verdere aanvulling nodig.

105. Hogere kosten schoonmaakdienstverlening voor de binnensport accommodaties
Als gevolg van een aanbestedingstraject vanuit de gemeente vallen de jaarlijkse kosten voor de schoonmaakdienstverlening hoger uit dan voorheen. De verhoging komt door de verhoging van de schoonmaaktarieven en door een uitbreiding van de schoonmaakwerkzaamheden. Vanaf 2022 zullen de schoonmaak kosten met 7% stijgen ten opzichte van 2021. We stellen hiervoor 27 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar.

106. Structuur Sport050
Na een reorganisatie in 2016 waarbij Sport050 onder andere is teruggegaan van 14 naar 6 leidinggevenden, merken we in de praktijk dat er te weinig sturing aanwezig is om de dagelijkse gang van zaken goed te laten verlopen. Naast onvrede onder het personeel,  staan vanuit klantperspectief de hygiëne, veiligheid en de kwaliteit van lessen onder druk. Dit heeft geleid tot het aanstellen van drie extra operationeel leidinggevenden sinds 2020. Deze formatie is tot en met 2022 gedekt met incidentele middelen. Een deel van de kosten kan worden opgevangen binnen de bestaande begroting. Daarnaast stellen we 187 duizend euro in 2023 en 127 duizend euro vanaf 2025 beschikbaar. De overheadkosten zijn al in de begroting opgenomen.

107. Democratische vernieuwing en participatie
We gaan participatie beter borgen in de ambtelijke organisatie en investeren in het verbreden van digitale participatie via de Stem van Groningen. Ook jongerenparticipatie willen we verder ontwikkelen. Een grotere betrokkenheid van inwoners is belangrijk aangezien het vertrouwen in de landelijke overheid lager is dan ooit. We stellen hiervoor 250 duizend euro in 2023, 200 duizend euro in 2024, 150 duizend euro in 2025 en 100 duizend euro in 2026 beschikbaar.

108. Digitale ambitie, digitale veiligheid en dienstverlening
De gegevens die we beheren moeten in veilige handen zijn. Dat is in toenemende mate een uitdaging, nu de samenleving in hoog tempo digitaliseert en de cyberveiligheid door dreigingen vanuit binnen- en buitenland onder druk staat. Daarom investeren we in de digitale veiligheid van onze organisatie. We investeren ook in noodzakelijke vervanging van apparatuur en software. Dit doen we om onze dienstverlening op peil te kunnen houden en om mee te gaan met de digitalisering van de samenleving. Tegelijkertijd willen wij een toegankelijke overheid voor iedereen blijven, ook voor hen die minder digitaal vaardig zijn. We gaan werken aan nieuwe vormen van dienstverlening, zodat we als overheid efficiënt zijn, maar benaderbaar blijven. We stellen hiervoor 4 miljoen euro vanaf 2023 beschikbaar. Bij de nadere invulling van dit budget wordt ook de uitwerking van hoe we omgaan met gegevens (data ethiek) te betrokken.

109. Kosten sociaal werkgeverschap
Doordat instroom in de sociale werkvoorziening sinds 2015 niet meer mogelijk is, stijgen de kosten die gemoeid zijn met sociaal werkgeverschap. SW medewerkers worden ook ingezet voor het onderhoud van de stad. De afgelopen jaren zijn er circa 50 medewerkers uitgestroomd. De uitstroom zal de komende jaren doorgaan. Invulling van deze plekken met andere mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt leidt tot hogere salaris- en begeleidingskosten. De meerkosten hiervan voor het beheer en onderhoud zijn tot en met 2025 gedekt. We stellen 370 duizend euro vanaf 2026 beschikbaar.

110. Ondersteuning afhandeling WOB verzoeken
Op 1 mei 2022 treedt de Wet Open Overheid (WOO) in werking. Deze wet bevat verplichtingen op het gebied van het actief openbaar maken van documenten, kwaliteitszorg en het op orde houden en duurzaam toegankelijk maken van onze informatiehuishouding. Deze grote veranderopgave is van belang in een tijd waarin het aantal en de complexiteit van WOB-verzoeken toeneemt en een kwalitatief goede afhandeling wordt geëist.
We stellen 300 duizend euro per jaar in 2023-2025 en 225 duizend euro vanaf 2026 beschikbaar voor
ondersteuning bij WOB-verzoeken. De structurele formatie-uitbreiding van 3 fte leidt tot een verhoging van de centrale overhead van 75 duizend euro per jaar vanaf 2026. In de jaren 2023-2025 gaat het om 4fte en een bijdrage voor centrale overhead van 100 duizend euro per jaar.

111. Arbeidsmarktstrategie
Er heerst al enige tijd enorme krapte op de arbeidsmarkt. Dat tekort versterkt het effect van de uitvoeringscapaciteit die al onder druk staat en die nodig is voor de maatschappelijke en economische uitdagingen van de toekomst. Het opzetten van een sterke arbeidsmarktstrategie wordt daarom steeds belangrijker. De Gemeente Groningen heeft, als aantrekkelijk werkgever, nooit veel in wervingsmiddelen hoeven te investeren. Gezien de krapte op de arbeidsmarkt dreigen we nu in een achterstandspositie terecht te komen. Daar komt bij dat tussen nu en tien jaar tussen de 40% en 50% van het personeelsbestand zal uitstromen vanwege natuurlijk verloop. Dat betekent een enorme opgave om aan geschikt talent te komen. Door middel van een effectieve werving strategie, diverse campagnes op on- als offline kanalen, data-gedreven werken, slimme software en een sterk werkgeversmerk, kunnen we ervoor zorgen dat we de instroom opgave de komende jaren kunnen bewerkstelligen. Daar is uitvoeringscapaciteit en expertise voor nodig die nu niet aanwezig is, aangevuld met instrumenten om deze instroomopgave de komende jaren te kunnen bewerkstelligen. De opgave bestaat grofweg uit drie onderdelen: arbeidsmarktstrategie, arbeidsmarktcommunicatie en wervingskanalen en -instrumenten. We stellen hiervoor 500 duizend euro in 2023, 450 duizend euro in 2024 en 400 duizend euro vanaf 2025 beschikbaar.

112. Outsourcing
De outsourcing van onze ICT gaat vanaf 2022 een nieuwe fase in. De modernisering van de ICT-voorzieningen (van nieuwe pc’s, de overgang naar Windows 10 tot en met de vervanging van de ICT-systemen) is dan afgerond. Overwogen wordt om vanaf 2022 extern belegde IT-taken die nu een adequate innovatie, ontwikkeling en informatieveiligheid bemoeilijken weer van de leverancier over te nemen. De ontwikkelingen in de markt, bijgestelde de opgedane ervaringen en daarbij gevraagde externe oordelen kunnen dan leiden tot een herijkte strategie ten aanzien van de outsourcing voor de korte en langere termijn. De opgave heeft betrekking op hogere kosten door het overnemen van IT-taken van de leverancier  en hogere kosten bij de reguliere dienstverlening na de aanbesteding. We stellen hiervoor 2 miljoen euro vanaf 2024 en 1 miljoen euro incidenteel in 2024 en 500 duizend euro incidenteel in 2025 beschikbaar.

113. Duurzame inzetbaarheid
De gemiddelde leeftijd van onze werknemers is relatief hoog (eind 2021 48 jaar). We moeten oudere medewerkers zoveel mogelijk behouden voor de organisatie en voorkomen dat zij door ziekte langdurig uitvallen of zelfs in de WIA terecht komen. Tegelijkertijd moeten onze werknemers steeds langer doorwerken, veelal tot 67 jaar en de pensioenleeftijd zal de komende jaren misschien nog verder stijgen. Vooral in de fysiek zware beroepen zien we dat dit meer en meer problemen geeft. We bieden een regeling aan voor oudere werknemers om gezond en met plezier naar hun pensioen te laten toegroeien en om de kennis en ervaring van oudere werknemers tijdig over te dragen. Daarnaast spelen binnen duurzame inzetbaarheid thema’s, zoals werkdruk, ziekteverzuimbeleid en doorgroei- en ontwikkelmogelijkheden. We stellen hiervoor 542 duizend euro in 2023, 804 duizend euro in 2024, 899 duizend euro in 2025 en 890 duizend euro vanaf 2026 beschikbaar. Vanaf 2025 kunnen we een deel van deze kosten dekken door vrijval die ontstaat door het vervallen van de uitlooprang. Dit gaat om 235 duizend euro in 2025 en 738 duizend euro vanaf 2026.

114. Kosten organisatie (Stadsbeheer)
Stadsbeheer heeft twee taakstellingen in de begroting van samen 600 duizend euro die niet opgelost kunnen worden. De eerste taakstelling is het saldo van diverse bezuinigingen en enkele meevallers. De problemen zijn met name het niet verkrijgen van voldoende loon/prijs compensatie in de jaren 2020-2022 en andere bezuinigingen die nog niet volledig zijn in te vullen (zoals bezuinigingen op inzet materieel en minder management).  
De tweede taakstelling komt door de fout in de begroting – ontdekt naar aanleiding van het onderzoek BTW op riolering – die in 2022 is hersteld. Dit leidt ook tot een structureel nadeel van 254 duizend euro op de budgetten voor beheer openbare ruimte. Deze taakstellingen kunnen niet binnen de begroting worden opgevangen. We stellen hiervoor 600 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar.

115. Hogere kosten onderhoud openbare ruimte door toelage onregelmatige dienst (TOD)
Bij Stadsbeheer wordt er al ruim 30 jaar structureel overgewerkt. De laatste tijd merken we dat het steeds moeilijker wordt om medewerkers te krijgen voor de werkzaamheden buiten de dagdiensturen. De huidige manier van werken is oneigenlijk, aangezien de werkzaamheden die in overwerk worden uitgevoerd, voor een overgroot deel tot structureel werk behoren dat in te plannen is. De overgang naar een toelage voor onregelmatige dienst (TOD) is het enige geschikte alternatief voor het huidige structurele overwerk, daarom hebben we in 2021 besloten tot overgang van structureel overwerk naar TOD bij Stadsbeheer en de toepassing van een afbouwregeling. De overgang naar TOD betekent ook het duurzaam inzetten van onze medewerkers. De overgang naar TOD breng extra kosten met zich mee. Hiervan wordt 80% toegerekend aan tarieven. Voor de resterende kosten stellen we 75 duizend euro vanaf 2023. Daarnaast stellen we 70 duizend euro in 2023, 50 duizend euro in 2024 en 30 duizend euro in 2025 incidenteel beschikbaar. De formatie uitbreiding leidt tot een verhoging van de centrale overhead van 15 duizend euro vanaf 2023.

116. Dienstverlening burgerzaken
In de begroting houden we rekening met een bezuinigingstaakstelling van 180 duizend euro structureel die moet worden gerealiseerd door het sluiten van de loketten in Hoogkerk, Lewenborg, Haren en Ten Boer. Tot op heden is echter nog niet besloten de locaties daadwerkelijk te sluiten, waardoor de bezuinigingstaakstelling niet kan worden gerealiseerd. Daarnaast zijn extra middelen nodig om de werkzaamheden op de locaties uit te kunnen voeren. Er moeten volgens de regelgeving van het Rijk tenminste 2 personen aanwezig zijn (vier-ogen-principe). Voor de uitvoering is 3,1 fte extra inhuur nodig. De kosten hiervan zijn 204 duizend euro. We stellen 384 duizend euro in 2023 beschikbaar. De formatie-uitbreiding van 3,1 fte leidt tot een verhoging van de centrale overhead van 78 duizend euro in 2023. In 2023 nemen we een besluit over de dienstverlening van burgerzaken na 2023 (inclusief mogelijke alternatieve oplossingsrichtingen). De uitkomst (en financiele consequenties) betrekken we bij de begroting 2024.

117. Uitvoering plan van aanpak diversiteit en inclusie
Om verder invulling te geven aan de ambitie en als uitvloeisel van de ondertekening van het Charter hebben we in 2021 het Plan van Aanpak Diversiteit en Inclusie vastgesteld. Het Plan van Aanpak is een meerjarenplan met een looptijd van vier jaar. In 2022 worden de bestaande activiteiten voortgezet en nieuwe initiatieven ontplooid. Deze zitten vooral in de actielijn ‘Bewustwording’. In 2023 en verder bouwen we dit steeds verder uit met bijvoorbeeld het organiseren van actiedagen over diversiteit en inclusie, het ontwikkelen van een leerlijn diversiteit en inclusie en trainingen voor medewerkers. Daarnaast bekijken we welke belemmeringen mensen met verschillende diversiteitsfactoren bij ons ervaren en met welke interventies we deze belemmeringen kunnen wegnemen.
We stellen voor de jaren 2023-2025 per jaar 140 duizend euro beschikbaar.

118. Realisatie samenhangende objectenregistratie (SOR)
Het is de bedoeling dat in 2025 alle objectenregistraties in één registratie worden beheerd, waarbij die registratie dan via één landelijke voorziening voor iedereen te gebruiken is. Ook zullen in 2025 een aantal basis objecten in 3D moeten worden beheerd. In de jaren na 2025 wordt stapsgewijs toegewerkt naar één compleet in 3D beheerde objectenregistratie. Het ministerie van BZK is opdrachtgever in deze wettelijke taak. BZK stelt dat bronhouders (waaronder de gemeente Groningen) aanpassingen voor eigen rekening dienen te nemen. De gemeente Groningen is bronhouder van een aantal objecten registraties die in de SOR zullen komen. We stellen voor de jaren 2023-2030 per jaar 200 duizend beschikbaar om te kunnen voldoen aan de wettelijke verplichting. De formatie-uitbreiding van 2 fte leidt tot een verhoging van de centrale overhead van 50 duizend euro per jaar voor de jaren 2023-2030.

119. Taakstelling organisatorische inrichting
In de begroting 2020 is een bezuinigingstaakstelling op de organisatorische inrichting opgenomen. Vanaf 2023 is de taakstelling 3 miljoen euro structureel. De afgelopen jaren hebben de grote opgaven en ambities veel van de organisatie gevraagd, waardoor het niet mogelijk was de besparing op de organisatie te realiseren zonder dat dit ten koste zou gaan van beleid en uitvoering op de inhoudelijke beleidsterreinen. Daarnaast kwam deze besparing bovenop een taakstelling op de loon- en prijscompensatie die oploopt tot 4,7 miljoen euro vanaf 2022. In de praktijk zien we dat alleen het realiseren van de taakstelling van 4,7 miljoen euro al lastig genoeg is en deze op bepaalde onderdelen niet kan worden gerealiseerd. Ook voor de komende jaren zien we dat het waarmaken van onze ambities en realisatie van de opgaven die op de gemeente afkomen veel uitvoeringskracht van de organisatie vraagt. Daarnaast stroomt een groot deel van het huidige personeelsbestand uit, terwijl er door uitbreiding van taken juist meer formatie op verschillende domeinen nodig zal zijn. We vinden het niet reëel om naast deze uitdagingen ook nog een taakstelling van 3 miljoen euro structureel te realiseren. We stellen daarom 3 miljoen euro beschikbaar om de taakstelling te schrappen. Een deel hiervan kunnen we oplossen met het beschikbare structurele weglekbudget van 1,1 miljoen euro. Deze post was bedoeld voor bezuinigingen waarvan een deel niet geïncasseerd kan worden omdat ze bijvoorbeeld leiden tot een verlaging van tarieven (bij kostendekkende tarieven zoals afvalstoffen heffing en rioolheffing). In het vervolg houden we bij het bepalen van de opbrengst van bezuinigingen rekening met een eventuele weglek in tarieven. De weglekpost in de begroting is daarom niet meer nodig.

120. Uitbreiding college en ondersteuning
De uitbreiding van college en ondersteuning leidt tot extra kosten. We stellen hier 437 duizend euro vanaf 2023 voor beschikbaar. De formatie uitbreiding van 2,5fte leidt tot een verhoging van de centrale overhead van 63 duizend euro per jaar vanaf 2023.

121. Taakstelling Lumpsum aardbevingen
In de begroting 2020 is incidenteel voor 4 jaar een taakstelling van 190 duizend euro opgenomen op de middelen die het Rijk beschikbaar stelt voor gemeentelijke werkzaamheden in het aardbevingsdossier. Deze taakstelling is voor 118 duizend euro ingevuld, maar kan niet verder ingevuld worden. Dit komt omdat de middelen van het Rijk worden in de vorm van een subsidie beschikbaar gesteld en we ons over de gedeclareerde kosten moeten verantwoorden. Voor het laten vervallen van de resterende taakstelling in 2023 stellen we 72 duizend euro beschikbaar.

122. ICT (licentiekosten) VTH
Om invulling te geven aan de wettelijke taken zijn diverse systemen bij vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) noodzakelijk en in gebruik. Voor de licentiekosten zijn onvoldoende structurele middelen beschikbaar. We stellen 100 duizend euro beschikbaar vanaf 2023.

123. Taakstelling publieke dienstverlening (nominale compensatie)
Bij het opstellen van de begroting worden de personeelsbudgetten geactualiseerd op basis van de opgestelde en vastgestelde personeelsbegroting. Hierbij wordt rekening gehouden met loon- en prijsstijgingen. Dit geldt niet voor de inhuurbudgetten. Omdat hier wel sprake is van prijsstijgingen kan de bezuiniging nominale compensatie bij publieke dienstverlening van 73 duizend euro niet worden gerealiseerd. We stellen 73 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar om de taakstelling te verlagen.

124. Invoeren reclamebelasting
Reclamebelasting wordt geheven voor alle reclame-uitingen die vanaf de openbare weg zichtbaar zijn. Het gaat dan om reclame-uitingen op daken, aan gevels, op etalageruiten en om voorwerpen op straat. In verband met corona is invoering enkele keren uitgesteld. Voor invoering is een zorgvuldig invoeringstraject nodig (inventarisatie reclame-uitingen, communicatie met ondernemers, vaststellen regelgeving enz.). De reclamebelasting kan per 1 januari 2024 ingevoerd worden.  In de begroting is rekening gehouden met een opbrengst van 150 duizend euro vanaf 2023.
Aangezien reclamebelasting pas per 1 januari 2024 ingevoerd kan worden, leidt dit tot een incidenteel nadeel in 2023 van 150 duizend euro. In het coalitieakkoord rekening gehouden met een verhoging van de reclamebelasting met 350 duizend euro vanaf 2023. Deze verhoging kan vanaf 2024 worden grealiseerd.

125. Organisatie VNG congres 2023
Op 29 juni 2022 is bekend geworden dat het jaarcongres van de Vereniging Nederlandse Gemeenten in 2023 in Groningen wordt gehouden. Als gastregio bekostigen wij de organisatie van circa 25 middagsessies, de ontvangst, het diner en het avondprogramma. Vooralsnog houden we rekening met een benodigd budget van 150 duizend euro in 2023.

Sparen voor opgaven na 2026
Een aantal van de nieuw opgaven in de begroting 2026 lopen nog op na 2026. Deze jaarschijven zijn op dit moment nog niet zichtbaar. Voor de opgave na 2026 is in het financiële beeld wel een start gemaakt met sparen voor de opgaven na 2026.  

Deze pagina is gebouwd op 11/15/2022 09:01:55 met de export van 11/15/2022 08:45:43