Paragrafen

Paragraaf 5: Financiering

Renteontwikkeling

Aan de jarenlange periode van rentedaling kwam eind 2021 een einde. Sinds begin 2022 is er voor wat betreft de langlopende rente sprake geweest van een scherpe stijging. Inmiddels is de stijging afgevlakt. Op 3 januari 2022 bedroeg de langlopende rente (20-jaars SWAP) 0,58% en op 24 augustus 2022 2,22%.

Oorzaken voor de onverwacht sterke (historische) rentestijging zijn onder andere: de oorlog in de Oekraïne, de problemen in de leveringsketens als gevolg van Corona en de oorlog en de zeer hoge inflatie die langer aanhoudt dan verwacht. Inmiddels heeft dit geleid tot een duidelijke aanscherping van het beleid van de centrale banken: de Amerikaanse centrale bank (FED) heeft inmiddels diverse renteverhogingen doorgevoerd en de ECB heeft de steunpakketten (aankoop obligaties) afgebouwd tot 0 in juli 2022 en heeft in juli een eerste verhoging van de beleidsrentes doorgevoerd.

Genoemde oorzaken zullen naar onze inschatting bovendien langer aanhouden dan (eerder) verwacht. In dit klimaat verwachten wij voor 2023 de volgende ontwikkelingen en rentestanden:

        • Aangezien de rentestanden voor langlopende leningen al behoorlijk vooruit zijn gelopen op de renteverhogingen door de ECB, verwachten we voor het komende jaar een stabilisatie van de langlopende rente op het huidige niveau van ongeveer 2%. Hierbij houden we rekening met een recessie die leidt tot afkoeling van de economie met een drukkende werking op de rentestanden. Er is ook een risico aanwezig op een verdere rentestijging. Voor dat risico gaan we uit van een stijging tot 3% in 2023 en houden daar rekening mee bij de berekening van het weerstandsvermogen (zie paragraaf 1.3.3 Weerstandsvermogen en risicobeheersing)
        • Stijging van de korte (1-jaars rente) tot 1,00% in 2023 (in de begroting 2022 gingen we nog uit van 0,0 %). De korte rentes zijn duidelijk gerelateerd aan de beleidsrentes van de ECB. Zo is er inmiddels door de doorgevoerde en aangekondigde renteverhogingen door de ECB een einde gekomen aan de negatieve geldmarktrentes.

De vastgestelde rentepercentages voor de begroting 2023 zijn ten opzichte van het meerjarenbeeld 2022-2025 in de begroting 2022 geactualiseerd. De rente op nieuw aan te trekken langlopende leningen is begroot op 2,00%. Dit is 1,25% hoger ten opzichte van 2022. Tegen dit tarief verwachten wij in 2023 leningen aan te kunnen trekken met een looptijd van gemiddeld 20 jaar.

Samenvattend toont onderstaande tabel toont de renteveronderstellingen voor 2023.

 Renteveronderstellingen 2023

Rente percentage

Rente langlopende leningen (20-jaars)

2,00%

Rente-omslagpercentage

1,55%

Grex-rente

1,64%

Rente reserves (beklemd)

1,55%

Rente kortlopende leningen (1-jaars)

1,00%

Voor het vaststellen van de rekenrente voor het grondbedrijf (Grex-rente) gelden aanvullende regels. Rekening houdend met deze regels hanteren wij een rentetarief voor het grondbedrijf van 1,64%. Dit percentage is berekend aan de hand van de werkelijke rentelasten en de verwachte verhouding tussen vreemd vermogen en totaal vermogen per 1 januari 2023.

Het rente-omslagpercentage (ROP) voor 2023 is 1,55%. Dit is 0,05% hoger ten opzichte van de begroting 2022. Deze stijging komt grotendeels door de verwachte lange rente op nieuwe leningen die van 0,75% naar 2,00% gaat. De omslagrente is gebaseerd op de verwachte rentekosten in het begrotingsjaar 2023.

Deze pagina is gebouwd op 11/15/2022 09:01:55 met de export van 11/15/2022 08:45:43