Financiële positie

Financieel meerjarenbeeld

Dekkingsbronnen voorgaande jaren

In dit onderdeel van de financiële positie lichten wij de hervormingen toe die in voorgaande jaren in de begroting zijn verwerkt. Het betreft de nog openstaande hervormingen afkomstig uit de begrotingen 2019, 2020 en 2021. Ieder van deze hervormingen wordt vervolgens toegelicht.

Hervormingen voorgaande begrotingen

Begroting

Deelpro-gramma

I/S

2023

2024

2025

2026

1. SIF-middelen

2020

1.2

I

1.000

2. Ringsparen

2020

1.2

I

381

3. Organisatorische inrichting

2020

1.3

I

190

4. Begeleiding vergunninghouders

2021

3.1

I

72

5. Inzet activeringsmiddelelen voor oplopende onderhoudskosten openbare ruimte door veranderde instroom mensen met afstand tot de arbeidsmarkt

2022

3.1

S

420

710

1.030

1.030

6. Aanvulling taakstelling Jeugdzorg

2022

3.1

S

3.000

2.700

2.300

2.300

7. Verkiezingen

2020

4.1

I

50

8. Subsidies

2020

4.2

I

1.000

9. Frictiekosten

2020

4.2

I

-220

10. Inzet DOIB

2021

4.2 en 4.4

I

500

500

11. Extra opbrengst subsidies

2022

4.2

I

500

12. OZB verhogen

2020

4.3

S

820

820

820

820

13. Aanvulling rijksmiddelen uitvoering Jeugdzorg

2022

4.3

S

-6.900

-7.800

-8.800

-8.800

14. Inzet weerstandsvermogen

2020

4.4

I

-7.046

15. Verstrekking hardware ICT-middelen

2020

4.4

S

10

10

10

10

16. Verhoging leges Titel 3, Legesverordening

2022

divers

S

29

58

58

58

Totaal hervormingen voorgaande jaren

-6.194

-3.002

-4.582

-4.582

1. SIF-middelen

We stellen voor de algemene bezuiniging op de structurele middelen van het SIF voor het grootste deel in te vullen door het schrappen van de parkeergarage in stationsgebied Zuid. Voor de taakstelling van 1 miljoen euro in 2023 doen we een voorstel in de begroting 2023.

2. Ringsparen
Van het Ringspaarbudget zetten we 381 duizend euro t/m 2023 elders in. De aanleg van de ‘inprikker’ vanaf het Emmaviaduct naar stationsgebied Zuid wordt daar niet door geraakt. Na 2023 vloeien deze middelen weer terug naar de ringspaarprojecten. We gaan hierover in gesprek met de Provincie.

3. Organisatorische inrichting
Er wordt een (schaal)voordeel gerealiseerd op de personele inzet (aardbevingsgelden). Dit leidt tot een besparing van 190 duizend euro per jaar tot en met 2023.

4. Begeleiding vergunninghouders
De verwachting is dat we vanaf 2021 een nieuwe opgave krijgen, namelijk de Veranderopgave Inburgering. Gemeenten worden dan verantwoordelijk voor de regie op de uitvoering van de inburgering. We verwachten de extra inzet op de begeleiding vergunninghouders te kunnen dekken uit een nog te ontvangen rijksbijdrage. Voor 2023 houden we rekening met een incidentele dekking van 72 duizend euro.

5. Inzet activeringsmiddelen t.b.v. oplopende onderhoudskosten openbare ruimte door veranderde instroom mensen met afstand tot de arbeidsmarkt
We zetten de eerder beschikbaar gestelde intensiveringsmiddelen voor activering anders in. Deze middelen zullen we inzetten voor de oplopende onderhoudskosten voor beheer en onderhoud openbare ruimte door veranderende instroom van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt (zie opgave voorgaande jaren 7).

6. Aanvullende taakstelling Jeugdzorg
Aanvullend op de maatregelen die de gemeente Groningen al heeft getroffen om de kosten van de jeugdzorg omlaag te brengen, zien wij mogelijkheden in de door de arbitragecommissie voorgestelde maatregelen om de kosten van jeugdzorg verder te verlagen. Daarom is een aanvullende taakstelling opgenomen van 3,0 miljoen euro in 2023, 2,7 miljoen euro in 2024 en 2,3 miljoen euro vanaf 2025.

7. Verkiezingen
De kosten voor verkiezingen lopen al enige jaren op. Door middel van een aantal maatregelen worden deze kosten omlaag gebracht. Hierbij zal worden onderzocht hoe 50 duizend euro bespaard kan worden op het organiseren van verkiezingen. De toegankelijkheid en nabijheid van stembureaus voor de inwoner zal zoveel mogelijk worden gewaarborgd.

8. Subsidies
Voor innovatieve doelen en ambities is op veel thema’s EU geld beschikbaar. Op dit moment hebben we onze inzet op het daadwerkelijk schrijven van Europese projecten ad hoc geregeld via de capaciteit van verschillende programma’s. Daarnaast heeft de gemeente Groningen een woondeal met de rijksoverheid gesloten. Zo komen Groningse projecten in aanmerking voor een bijdrage uit een speciaal fonds. Door middel van deze maatregel willen we een team vormen om gestructureerd subsidies binnen te halen en te verantwoorden.

9. Frictiekosten
Er worden diverse maatregelen getroffen om te komen tot een sluitende (meerjaren)begroting. In een aantal gevallen zijn frictiekosten onvermijdelijk, bijvoorbeeld voor maatregelen die de organisatie raken. In de periode 2020-2023 hebben we daarom een bedrag van 5,17 miljoen euro. gereserveerd voor frictiekosten. In 2023 is dat  220 duizend euro. In de uitwerking blijkt of en in welke mate frictiekosten daadwerkelijk gaan optreden.

10. Inzet DOIB
In de begroting is een jaarlijks een budget beschikbaar voor financiering van concernbrede initiatieven voor vernieuwing en verbetering van de organisatie op het gebied van dienstverlening en bedrijfsvoering (DOIB). De financiële realisatie van het DOIB-budget laat zien dat er jaarlijks sprake is van onderbesteding. We zetten daarom 500 duizend euro van dit budget als dekking in voor 2022 t/m 2024.

11. Extra opbrengst subsidies
Eerder is al in de begroting rekening gehouden met incidentele opbrengsten uit subsidies van de EU of het Rijk. We verhogen onze verwachting van de extra opbrengsten uit subsidies met 500 duizend euro in 2022 en 2023. (In de begroting 2022 is bij de opgaven (nr. 51) de extra opbrengst van 500 duizend euro structureel vanaf 2022 vervallen, omdat we geen mogelijkheden zien voor een structurele invulling van deze taakstelling

12. OZB verhogen
Bij de begroting 2020 is voor de jaren 2021-2023 besloten tot een jaarlijkse stijging van de OZB met 1% (820 duizend euro).

13. Aanvullen rijksmiddelen uitvoering jeugdzorg
Op 3 juni 2021 heeft het kabinet besloten om gemeenten in 2022 1,314 miljard euro extra budget te verstrekken ten behoeve van de uitvoering van de jeugdwet. Dit extra budget is het resultaat van een jarenlang traject van onderzoeken naar de tekorten op de jeugdhulp, gesprekken tussen VNG en Rijk hierover en de uiteindelijke uitspraak van een arbitragecommissie over de structurele financiering van de jeugdzorg. Een nieuw kabinet zal moeten besluiten over de jaren na 2022. Het aandeel van de gemeente Groningen in het totale budget 2022 is 17,4 miljoen euro. Aan de afspraak over het extra budget is gekoppeld dat er een hervormingsagenda tussen Rijk, VNG en andere betrokken partijen moet komen, waarin maatregelen zijn opgenomen om de kosten van jeugdzorg omlaag te brengen. De arbitragecommissie heeft hierover uitspraken gedaan. De verwachting is dat daardoor het jaarlijkse extra budget voor de jaren na 2022 stapsgewijs omlaag zal gaan. Het Rijk heeft voor de jaren vanaf 2023 indicatieve budgetten afgegeven. Vanuit behoedzaamheid en in het licht van de afspraken rond de hervormingsagenda dat gemeenten ook zelf kostenbesparende maatregelen kunnen nemen, is tussen Rijk, gemeenten en provincies (als toezichthouder) afgesproken dat gemeenten maximaal 75% van het deel dat gemeenten op basis van de verdeling van deze jaarlijkse budgetten zouden krijgen, mogen opnemen in de begroting. In de begroting 2022 hebben we rekening gehouden met een opbrengst van 17,4 miljoen euro. Voor 2023 en volgende jaren houden we rekening met de volgende bedragen: 2023: 10,5 miljoen euro, 2024: 9,6 miljoen euro en 2025: 8,6 miljoen euro.

14. Inzet weerstandsvermogen
We streven aan het eind van de coalitieperiode naar een ratio van het weerstandsvermogen van 1,0. Gelet op de grote opgave accepteren we voor de kortere termijn een ratio van minimaal 0,8. Bij de inzet van het weerstandsvermogen wordt, naast deze ratio, ook gekeken naar de verhouding tussen harde reserves en niet direct beschikbaar weerstandsvermogen. Voor de periode 2020 tot en met 2023 zetten we per saldo 2,4 miljoen euro weerstandsvermogen in voor een sluitende begroting. In 2023 wordt 7,046 miljoen euro toegevoegd aan het weerstandsvermogen.

15. Verstrekking hardware ICT middelen
De afgelopen jaren is een stijging in de uitgifte van ICT middelen waarneembaar (onder andere iPads en laptops). Dit past binnen de visie om de medewerkers te voorzien van moderne ICT voorzieningen. Daarbij zien we dat deze middelen niet overal effectief worden ingezet. Er is hierbij soms gering gebruik zichtbaar of een langere tijd geen gebruik. Daarnaast zijn er ook werknemers met dubbele ICT voorzieningen. Een efficiëntere inzet van de ICT middelen zal moeten leiden tot lagere lasten. De besparing loopt in 2023 op met 10 duizend euro tot structureel 80 duizend euro.

16. Verhoging leges Titel 3 Legesverordening
We streven naar 100% kostendekkendheid van onze leges. We constateren dat de leges verhoogd moeten worden in Titel 3 van de Legesverordening om aan dit uitgangspunt te voldoen. De horecaondernemers zijn zwaar getroffen door de gevolgen van de COVID-beperkingen. Daarom worden de leges voor horeca- en terrasvergunningen in drie stappen verhoogd tot een kostendekkendheid van 100%. De leges voor de seksbedrijven en vergunningen huisvestingswet brengen we met ingang van 2022 op een kostendekkendheid van 100%. De opbrengst bedraagt 131 duizend euro in 2022, 160 duizend euro in 2023 en loopt op tot 189 duizend euro vanaf 2024.

Deze pagina is gebouwd op 11/15/2022 09:01:55 met de export van 11/15/2022 08:45:43