Paragrafen

Paragraaf 7: Grondbeleid

Grondprijsbeleid

Bij de vaststelling van de Nota Grondprijzenbeleid 2019-2022 op 29 oktober 2019, is aangegeven dat er in 2021 een tussentijdse afweging over eventuele aanpassingen zou plaatsvinden. Sinds 2019 zien we door met name de grotere vraag naar woningen en bedrijfslocaties, een forse stijging van de marktwaarde van dergelijk vastgoed. Tegelijkertijd zien we in de nieuwbouw ook een forse stijging van de materiaalkosten, bouwkosten en aanneemsommen. Daarnaast leggen ambities en regelgeving een extra druk op de stichtingskosten. Per saldo is de ruimte om de grondprijzen te verhogen beperkt. Gezien de bijzondere marktsituatie is met name in de woningbouw steeds vaker maatwerk nodig om tot grondprijsafspraken te komen.

Voorafgaand aan de begroting 2023 wordt het raadsvoorstel ‘Resultaten herzieningen grondexploitaties 2022’ besproken. Hierbij wordt het door het college vastgestelde ‘Grondprijzenoverzicht 2023’ ter kennisgeving aan de raad aangeboden. De in dit grondprijzenoverzicht genoemde grondprijzen per 1-1-2023 zullen als uitgangspunten voor de gesprekken met marktpartijen worden gehanteerd. Er is vaak sprake van vanaf-prijzen, om daarmee in relatie tot grondexploitaties ook greep te houden op de minimale opbrengsten en om anderzijds in te kunnen spelen op marktontwikkelingen.

Deze pagina is gebouwd op 11/15/2022 09:01:55 met de export van 11/15/2022 08:45:43