Paragrafen

Paragraaf 3: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Risico's

Naam risico  

Uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties (grondzaken/ grondexploitaties)

Deelprogramma 1.1 en 1.3

Economie en werkgelegenheid en Wonen

Omschrijving

Om de risico's die voortvloeien uit de grondexploitaties in uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties te kwantificeren wordt de risicoboxenmethode gehanteerd. Het risico op een plantekort kan voortvloeien uit vertraging in het uitgiftetempo van gronden, uitgifte van gronden tegen lagere grondprijzen dan in de exploitatiebegroting is voorzien, aanbesteding van civieltechnische werken, vertraging in het tempo van realisering, etc.

De inschatting is dat het benodigde weerstandsvermogen zich in de jaren 2023-2028 vrij stabiel beweegt in een bandbreedte tussen de 55,1 en 64,9 miljoen euro. Die bandbreedte zou kunnen veranderen als bij het vaststellen van de gebiedsbegroting van De Suikerzijde blijkt dat niet alle risico’s binnen de BV kunnen worden opgelost. Bij de huidige uitwerking van de gebiedsontwikkeling is daar geen sprake van. Het benodigd weerstandsvermogen voor grondexploitaties is een onderdeel van het totale benodigde weerstandsvermogen van de gemeente Groningen. De uitkomst op dit onderdeel moet dan dus ook altijd worden bezien in relatie tot de overige risico’s die de gemeente loopt.

Vervolg omschrijving

Nadere toelichting
Het benodigde WSV voor grondexploitaties bestaat uit de volgende onderdelen:
1. Vastgestelde gemeentelijke grondexploitaties
Met behulp van de risicoboxenmethode is het benodigde weerstandsvermogen voor deze grondexploitaties bepaald. Hier komt voor de jaarschijf 2023 een benodigd WSV van 16,1 miljoen euro uit.
2. Nog vast te stellen gemeentelijke grondexploitaties
Op dit moment wordt gewerkt aan een aantal gebiedsontwikkelingen. Naar verwachting worden deze gebiedsontwikkelingen middels een vast te stellen grondexploitatie later dit jaar of begin volgend jaar aan de raad voorgelegd. Het betreft een aantal kleinere gebiedsontwikkelingen die veelal met de versterkingsopgave te maken hebben. Daarnaast verwachten we ook de grondexploitaties voor de ontwikkeling van de Held3 (Heldin) en het Stationsgebied binnenkort te openen. Ook hier is met behulp van de risicoboxenmethode het benodigde weerstandsvermogen berekend op 15,1 miljoen euro.
3. Grondexploitaties die in aparte rechtsvormen zijn/worden ondergebracht
De gemeente Groningen heeft de gebiedsontwikkeling Meerstad ondergebracht in een BV. Recent zijn ook Stadshavens en De Suikerzijde ondergebracht in een BV. Uitgangspunt bij gebiedsontwikkelingen die in aparte rechtsvormen zijn ondergebracht is dat de risico’s binnen de beschikbare middelen voor de betreffende gebiedsontwikkeling kunnen worden opgevangen. Daarmee hoeft er in beginsel dus geen weerstandsvermogen bij de gemeente te worden aangehouden. Voor Stadshavens BV zijn de risico’s door een extern bureau beoordeeld. De conclusie was dat de mix van buffers binnen Stadshavens voldoende is om de in beeld gebrachte risico’s op te vangen. In het najaar van 2022 wordt de gebiedsbegroting van De Suikerzijde ter vaststelling aan de raad voorgelegd. De insteek is om ook daar het weerstandsvermogen binnen de BV op te lossen. Ook daar worden de risico’s door een extern bureau getoetst. We zien nu dan ook geen aanleiding om alsnog een risicobuffer voor De Suikerzijde in het gemeentelijk weerstandsvermogen op te nemen. Bij vaststelling door de raad kunnen we definitief bepalen in hoeverre en op welke wijze deze uitgangspunten kunnen worden gerealiseerd. Mocht dan toch blijken dat we eventueel een beroep op het gemeentelijk weerstandsvermogen moeten doen, zullen we de raad daarover zo spoedig mogelijk informeren. Voor de kapitaalstorting van de gemeente in de Suikerzijde BV nemen we een afzonderlijk risico op;
3a. Meerstad Noord
Op dit deelgebied zit een aanzienlijke opbrengsttaakstelling. Op dit moment wordt gewerkt aan de uitwerking van plannen voor een zonnepark. Door deze planuitwerking neemt het risico dat de opbrengst niet geheel gerealiseerd gaat worden toe. De actuele berekening komt uit op 26,1 miljoen euro. Dit risico dekken we met gemeentelijk weerstandsvermogen af.
4. Strategisch grondbezit
Met behulp van de risicoboxenmethode is het benodigde weerstandsvermogen voor het strategisch grondbezit berekend op 7,6 miljoen euro.

Vervolg omschrijving

 

Risicobedrag 2023

64,9 miljoen euro

Kans 2023

100%

Risicobedrag 2024

64,3 miljoen euro

Kans 2024

100%

Risicobedrag 2025

62,7 miljoen euro

Kans 2025

100%

Risicobedrag 2026

61,5 miljoen euro

Kans 2026

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

2004

Actie

Binnen de grondexploitatie wordt gestuurd op de beheersing van de risico’s. De risico’s en het effect op het weerstandsvermogen van nieuwe (grote) projecten maken we afzonderlijk inzichtelijk.

Naam risico  

Parkeerbedrijf

Deelprogramma 1.2 :

Mobiliteit

Omschrijving

Voor het bepalen van het risico van het parkeerbedrijf wordt een risicoanalyse uitgevoerd voor de onderdelen: rente, opbrengsten en kosten, bezettingsgraad parkeergarages en straatparkeren.

Voor de begroting 2023-2026 zijn de risico's herijkt. Over 2023 neemt het risico met 0,6 miljoen euro af. Dit wordt vooral verklaard door het lagere risico bij parkeergarages (300K) en straatparkeren (266k). Bij de parkeergarages wordt dit vooral verklaard door de forum-garage, hier heeft een bijstelling plaatsgevonden op de kans op lagere omzet (lager ingeschat) en hogere omzet (hoger ingeschat). De voorlopige resultaten 2022 laten zien dat deze bijstelling realistisch is.  Ook voor straatparkeren zijn kleine wijzigingen doorgevoerd in de kans-berekening, de kans op lagere omzet is naar beneden bijgesteld en de kans op een hogere omzet licht naar boven. Het voorlopige beeld in de realisatie 2022 rechtvaardigt dit.

Risicobedrag 2023

3,299 miljoen euro

Kans 2023

100%

Risicobedrag 2024

3,473 miljoen euro

Kans 2024

100%

Risicobedrag 2025

3,648 miljoen euro

Kans 2025

100%

Risicobedrag 2026

3,823 miljoen euro

Kans 2026

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Al jaren in de P&C-documenten

Actie

Wij zullen jaarlijks het benodigde weerstandsvermogen opnieuw berekenen.

 

Naam risico  

Verkeer- en vervoersprojecten 

Deelprogramma 1.2:

Mobiliteit  

Omschrijving

Risico's bij verkeer- en vervoersprojecten hebben voornamelijk betrekking op de hoogte van de investeringskosten. Vooraf worden deze risico's zover mogelijk teruggebracht en beheerst door voor de start van uitvoering zoveel mogelijk uitgewerkte ontwerpen en kostenramingen beschikbaar te hebben.

Bij de grote verkeersprojecten (= investering meer dan 5 miljoen euro) bepalen we het risico op 10% van de investeringskosten. Daarbij beoordelen we de mogelijkheid om bij te sturen in het project (beheersmaatregelen). Op projectniveau kunnen dat bijvoorbeeld zijn: het werken met een plafondprijs in de aanbesteding, het rekening houden met een percentage onvoorzien in de kostenraming of het in beeld brengen van besparingsmogelijkheden.

Risico's die niet binnen de beschikbare middelen van het project kunnen worden opgelost, worden meegenomen in het benodigde weerstandsvermogen voor verkeersprojecten. Voor de lopende projectecten verkeer en vervoer is de omvang van het risico nihil.

Voor projecten die voortvloeien uit de Netwerkanalyse 2013 (totale omvang gemeentelijke middelen 20 miljoen euro) is besloten dat voor- en nadelen mogen worden verrekend binnen het totale programma (gesloten financiering). Financiële tegenvallers kunnen dus binnen het totaal beschikbare budget worden opgevangen. Dit kan effect hebben op de projecten die uitgevoerd kunnen worden, maar voor het geheel geldt dat geen sprake is van een financieel risico voor de gemeente Groningen.

Risicobedrag 2023

nul

Kans 2023

100%

Risicobedrag 2024

nul

Kans 2024

100%

Risicobedrag 2025

nul

Kans 2025

100%

Risicobedrag 2026

nul

Kans 2026

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Rekening 2017

Actie

Naam risico  

Tekort OV-Bureau Groningen Drenthe

Deelprogramma 1.2

Mobiliteit

Omschrijving

De gemeente Groningen neemt voor 21% risicodragend deel in het OV-Bureau Groningen Drenthe (zie ook de paragraaf Verbonden Partijen). De andere deelnemers, de provincies Groningen en Drenthe, dragen respectievelijk 44% en 35% van het risico.

Als gevolg van Corona zijn reizigersaantallen terug gelopen. De verwachting is dat het herstel een aantal jaar duurt. Daarnaast heeft het Rijk nog geen zekerheid gegeven over een beschikbaarheidsvergoeding vanaf september 2022 en de jaren daarna. Dit heeft een nadelige invloed op de verwachte resultaten van het OV-Bureau.
De Begroting 2022 van het OV-Bureau was vastgesteld met een voorzien tekort. Inmiddels is duidelijk dat dit tekort incidenteel afgedekt kan worden uit reserves van het OV-Bureau waardoor het risico voor 2022 vervalt.
In de Kaderbrief die vooruitloopt op de begroting 2023 van het OV-Bureau zijn voor de jaren 2023 en verder tekorten voorzien. Hiervoor is een ‘Stelpost overige baten’ opgenomen waarbij is aangegeven dat er extra middelen vanuit de partners of uit aanvullende maatregelen moeten komen.

Vanuit de afspraak dat de gemeente Groningen voor 21% bijdraagt in de bedrijfsvoeringstekorten van het OV-Bureau is vanaf 2023 een structureel risico opgenomen.  

Risicobedrag 2023

0,3 miljoen euro

Kans 2023

50%

Risicobedrag 2024

0,3 miljoen euro

Kans 2024

50%

Risicobedrag 2025

0,3 miljoen euro

Kans 2025

50%

Risicobedrag 2026

0,3 miljoen euro

Kans 2026

50%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

2021

Actie

We volgen samen met het OV-Bureau de ontwikkelingen rondom de reizigersaantallen en de beschikbaarheidsvergoeding en wat dit betekent voor de financiële resultaten van het OV-Bureau. 

Naam risico  

Gemeentelijk aandeel risicoproject Warmtestad BV

Deelprogramma 1.3:

Wonen

Omschrijving

WarmteStad heeft op dit moment 2 typen activiteiten:
· Het ontwikkelen en exploiteren van het warmtenet Noordwest;
· Het ontwikkelen en exploiteren van collectieve Warmte en Koude-opslagsystemen.
Via Warmtestad investeert de gemeente in warmteprojecten gericht op een CO2 neutrale stad in 2035. WarmteStad heeft aandacht voor het identificeren, beheersen en financieel vertalen van risico's. Voor de resterende risico’s voor de gemeente is het weerstandsvermogen versterkt.
1. Warmtenet Noordwest
Voor de Investering geothermie en warmtenet Noordwest is op 8 juni 2016 het weerstandsvermogen versterkt met 1,3 miljoen euro. Dit is 18% van het toen, in de vorm van agio, geïnvesteerde bedrag van 7 miljoen euro. Met het besluit om geothermie niet meer te ontwikkelen is een verliesvoorziening gevormd van 3 miljoen euro. Hiermee kon het benodigde weerstandsvermogen worden verlaagd met 580 duizend euro (18 % van 3 miljoen euro) tot 720 duizend euro.
In april 2018 is WarmteStad een overbruggingskrediet verstrekt van 1,3 miljoen euro ten behoeve van Tijdelijke Warmte Opwek. Het risicoprofiel is daarbij gesteld op 8% van het uitgeleende bedrag en 104 duizend euro weerstandsvermogen gevormd. Op 31 oktober 2018 is besloten om WarmteStad een overbruggingskrediet te verstrekken van 3 miljoen euro voor de eerste uitbreiding van het warmtenet met een bijbehorend weerstandsvermogen van 8 %, een bedrag van 240 duizend euro. Op 26 juni 2019 heeft de raad naar aanleiding van het raadsvoorstel Vervolg definitief investeringsvoorstel Warmtenet Noordwest de integrale Business Case en het Project- en investeringsvoorstel voor warmtenet Noordwest vastgesteld. Tevens is toen besloten de verstrekte overbruggingskredieten van in totaal 4,3 miljoen euro om te zetten in agio. Dit is geëffectueerd in december 2019. Op basis van de vastgestelde Business Case is externe bankfinanciering verkregen. De huidige financiële stand van zaken is dat er aanloopverliezen zijn, maar dat die vooralsnog binnen de risicobuffers en bestaande voorwaarden van de bankfinanciering kunnen worden opgevangen en dat er geen aanvullende financiering nodig is. Wel zijn er diverse maatregelen genomen om de aanloopverliezen te beperken en de voorspelbaarheid van de financiële resultaten te verbeteren. Het college heeft de raad hierover op 26 februari 2020 geïnformeerd door middel van de brief Stand van zaken financiën Warmtestad 2019 en 2020.

Huidig risicoprofiel WarmteStad Noordwest BV.
Aanvankelijk is het risicoprofiel gesteld op 14%. In het kader van het vaststellen van de business case in 2019 zijn alle risico’s opnieuw in beeld gebracht en is geconcludeerd dat de omzetting van de kredieten in eigen vermogen niet van invloed was op het risicoprofiel. Het totale weerstandsvermogen voor Warmtenet Noordwest kan worden gehandhaafd op 1,064 miljoen euro.
2. WKO-programma en risicoprofiel WarmteStad werkt stap voor stap het WKO programma uit. Op 19 februari 2015 is 750 duizend euro rekening-courant ter beschikking gesteld voor WKO Europapark. Risicoprofiel rekening-courant WKO is 8%, een bedrag van 60 duizend (er is een bestemmingsreserve gevormd van 57 duizend euro). Voor het  financieel meerjarenplan (FMJP) 2017-2021 heeft de  gemeente besloten 3,875 miljoen euro aan leningen te verstrekken. Op 31 mei 2017 is 2 miljoen euro voor jaarschijf 2017 ter beschikking gesteld. Het WKO-programma draait op een bewezen techniek en al bestaande bronnen. Het risicoprofiel is 8%, een bedrag van 160 duizend euro. In september 2018 is de resterende 1,875 miljoen euro (2018 – 2021) beschikbaar gesteld.  Het weerstandsvermogen is 150 duizend euro (8%). Van het resterende bedrag van 1,875 miljoen is inmiddels, in 2019, 0,5 miljoen euro uitbetaald. In juli 2022 is door het  college en de raad een besluit genomen over de herfinanciering van de WKO activiteiten van WarmteStad. De herfinanciering ziet er als volgt uit:
1. Eigen vermogen: door de omzetting van het bedrag van 4.625.000 euro van de bestaande leningen in eigen vermogen (uitvoering naar verwachting in 2022) en de extra agiostorting van  1.500.000 euro  (inmiddels uitgevoerd) is in 2022 sprake van een toename van de boekwaarde van de deelneming  tot 17.426.000 euro per 31 december 2022. De eerder gevormde voorziening op de deelneming bedraagt 2.929.000 euro, zodat er per 31 december 2022 sprake is van een netto-positie van 14.497.000 euro.
2. Vreemd vermogen: er is sprake van een nieuwe kasgeldfaciliteit met een kredietlimiet van 750.000 euro ten behoeve van de bestaande WKO-activiteiten met een looptijd van 2 jaar, ingaande 1 juli 2022. Daarnaast is een nieuwe kasgeldfaciliteit t.b.v. de aanleg van WKO-installaties in de nieuwe wijk Stadshavens met een kredietlimiet van 4.000.000 euro.
Het totale weerstandsvermogen voor het WKO-programma kan worden gehandhaafd op 370 duizend euro. 

Risicobedrag 2023

1,814 miljoen euro

Kans 2023

100%

Risicobedrag 2024

1,814 miljoen euro

Kans 2024

100%

Risicobedrag 2025

1,814 miljoen euro

Kans 2025

100%

Risicobedrag 2026

1,814 miljoen euro

Kans 2026

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2017

Actie

We monitoren voortdurend de stand van zaken

Naam risico  

Energieprijsstijging

Deelprogramma 1.3

Wonen

Omschrijving

Wij willen u informeren over de mogelijke prijsstijging voor de energiekosten in relatie tot de huidige marktomstandigheden en de gevolgen die dit heeft voor de gemeente Groningen. Voor 2023 moet nog 15-20% van het volume ingekocht worden en voor 2024 de volledige 100%, daardoor is het begrotingsjaar 2024 substantieel gevoeliger voor prijsstijgingen. Begin 2023 zal meer zicht zijn op de onontkoombare prijsstijging en zal een knelpunt worden ingediend ten behoeve van het begrotingsjaar 2024.
Op basis van het prijspeil 4 mei 2023 verwachten wij ten opzichte van 2022 een prijsstijging van € 390.000 in 2023 en een prijsstijging van € 5,1 mln. in 2024. Deze bedragen zijn uiterst indicatief gezien de prijsschommelingen in de markt. We zullen onderzoeken of er gebruikskeuzes mogelijk zijn die het energieverbruik kunnen dempen, waarbij we aanmerken dat de beïnvloeding voor de korte termijn naar verwachting beperkt zal zijn.

Risicobedrag 2023

390 duizend euro

Kans 2023

50%

Risicobedrag 2024

5,1 miljoen euro

Kans 2024

50%

Risicobedrag 2025

5,1 miljoen euro

Kans 2025

50%

Risicobedrag 2026

5,1 miljoen euro

Kans 2026

50%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

2023-2024

Actie

Volgen ontwikkelingen op de energiemarkt en optimaliseren contractposities tbv inkoop elektriciteit en gas.

Naam risico  

Agiostorting BV Suikerzijde 

Deelprogramma 1.3

Wonen

Omschrijving

We hanteren het uitgangspunt dat als we een gebiedsontwikkeling vormgeven in een aparte entiteit (lees BV) de BV zelf in staat moet zijn om de eigen risico’s binnen de grondexploitatie hetzij de beschikbare middelen voor de betreffende gebiedsontwikkeling op te vangen. Zelf binnen de eigen grondexploitatie opvangen betekent dat de BV over voldoende buffers moet beschikken. Deze buffers kunnen bestaan uit eigen vermogen, een verwacht batig saldo van de grondexploitatie (contante waarde van de verwachte winst op eindwaarde) of aanwijsbare buffers in ramingen. De beschikbare middelen voor de gebiedsontwikkelingen zijn de middelen die binnen het SIF zijn gereserveerd of bestemmingsreserves voor de betreffende gebiedsontwikkeling. Door de gebiedsontwikkeling in een BV te beleggen verlegt de gemeente een groot deel van de risico’s naar deze aparte entiteit. Op het moment dat de gemeente hetzij eigen, hetzij vreemd vermogen  verstrekt aan de BV, loopt de gemeente het risico dat de verstrekte middelen niet terugbetaald kunnen worden. Voor de afdekking van dit risico moet de gemeente inschatten in welke mate er een risicoreservering in het gemeentelijk weerstandsvermogen noodzakelijk is.
De gevraagde kapitaalstorting in de BV Suikerzijde bedraagt 15 miljoen euro. Het Project Suikerzijde kent een omvang van circa 500 miljoen euro. De looptijd is 25 jaar.
Voor bepaling van de benodigde buffer rekenen we met een kans van 25% op niet terugbetaling. Dit betekent dan een benodigde risicobuffer van 25% x 15 miljoen euro = 3,75 miljoen euro.

Risicobedrag 2023

15 miljoen euro

Kans 2023

25%

Risicobedrag 2024

15 miljoen euro

Kans 2024

25%

Risicobedrag 2025

15 miljoen euro

Kans 2025

25%

Risicobedrag 2026

15 miljoen euro

Kans 2026

25%

Structureel/Incidenteel

incidenteel

1e signaleringsmoment

2023

Actie

We gaan de incidentele vrijval van de structureel beschikbare middelen voor Suikerzijde toevoegen aan een aparte reserve Suikerzijde. Deze reserve tellen we mee met het beschikbaar weerstandsvermogen.

Naam risico  

Risico's bodemsanering

Deelprogramma 2.1:

Kwaliteit Leefomgeving

Omschrijving

In het convenant ‘bodemontwikkelingsbeleid en spoedlocaties’ is afgesproken dat in 2015 alle bodemverontreinigingen die een risico voor de mens vormen (humane spoedlocaties) gesaneerd of beheerst zijn. Daarnaast is afgesproken dat bodemverontreinigingen die onaanvaardbare risico’s bevatten voor het ecosysteem en/of bijdragen aan de verspreiding van de verontreiniging (de overige spoedlocaties), ook zoveel mogelijk gesaneerd of beheerst zijn in 2020.In de gemeente zijn vanaf 2018 alle spoedlocaties beheerst (saneringen/of monitoring loopt) of gesaneerd. Een aantal spoedlocaties waar de sanering nog loopt zijn niet in eigendom van de gemeente. Wanneer een derde om welke reden dan ook de verantwoordelijkheid van de sanering niet kan nakomen, is de gemeente als bevoegd gezag verplicht een lopende spoedsanering tot een goed einde te brengenTijdens de beoordeling of een mogelijk verontreinigde locatie een spoedlocatie is voor 2018, maar ook na de herindeling is gebruik gemaakt van de landelijke richtlijnen. Bij een beperkt aantal locaties (met name benzine service stations) is de beoordeling gebaseerd op zeer beperkte info. Mocht hier wel iets aan de hand zijn dan is het mogelijk dat we als gemeente aanvullend risico-onderzoek en eventuele risico-maatregelen moeten treffen. In het gebied met zandgrond en waterwinning (Haren e.o.) zou er sneller sprake kunnen zijn van een risico door een bodemverontreiniging. Een actuele inschatting gaat uit van een risico van 900 duizend euro en een kans van 50%. Het gaat om een structureel risico.Los van de spoedlocaties kunnen zich nieuwe situaties aandienen waarbij sprake is van risico's (schadeclaims, saneringen, onrust omwonende en randvoorwaarden bodem). In het geval deze situaties zich aandienen moeten we middelen beschikbaar stellen voor aanvullend (risico) onderzoek, eventuele tijdelijke beheermaatregelen en op iets langere termijn voor een definitieve oplossing. De voormalige vuilstort Woltersum is hier een voorbeeld van (locatie is in 2021 gesaneerd). Voor het bepalen van het risico houden we rekening met kosten voor onderzoek en beheersmaatregelen. Uitgaande van drie gevallen per jaar schatten we het risico in op 500 duizend euro met een kans van 75%. Het gaat om een structureel risico.Tot slot is er een risico op onze apparaatskosten voor wettelijke taken voortkomend uit Wet bodembescherming/Omgevingswet. Het Convenant Bodem en Ondergrond 2015-2020 is inmiddels afgelopen. Voor 2021 zijn afspraken gemaakt met het rijk. De decentrale uitkering die de gemeente Groningen ontvangt is 482 duizend euro. Dat is lager dan de benodigde 700 duizend euro. De verwachting is niet dat dit bedrag door het Rijk nog wordt aangevuld. De rijksbijdrage in 2022 en verder is gelijk aan 2021. Dat betekent  Daarom nemen we voorzichtigheidshalve voor 2022 en verder een structureel risico van 218 duizend euro (het  verschil tussen de benodigde 700 duizend euro en reeds toegezegde 482 duizend euro) op met een kans van 75%. Zodra er een wijziging plaatsvindt in de rijksbijdrage kan dit deel van het risico worden aangepast. 

Risicobedrag 2023

1,618 miljoen euro structureel

Kans 2023

Diverse kansen

Risicobedrag 2024

1,618 miljoen euro structureel

Kans 2024

Diverse kansen

Risicobedrag 2025

1,618 miljoen euro structureel

Kans 2025

Diverse kansen

Risicobedrag 2026

1,618 miljoen euro structureel

Kans 2026

Diverse kansen

Kans 2026

Structureel 

1e signaleringsmoment

2001

Actie

We monitoren voortdurend de stand van zaken

Naam risico  

Verhoging bijdrage Veiligheid

Deelprogramma

2.2 Leefomgeving en Veiligheid

Omschrijving

Omdat de reserve van de veiligheidsregio nul is en de VRG scherp begroot vanwege de financiële positie van de deelnemende gemeenten nemen we een risico op voor een verhoogde bijdrage aan de veiligheidsregio gedurende het jaar. Totale bijdragen gemeenten is 46,5 miljoen euro. Een afwijking van 2% is realistisch (930 duizend euro). Ons aandeel is 46% dus 425 duizend euro.  Kans op voordoen is 50% omdat de VRG al scherp begroot vanwege de financiële positie van de gemeenten. 

Risicobedrag 2023

425 duizend euro

Kans 2023

50%

Risicobedrag 2024

425 duizend euro

Kans 2024

50%

Risicobedrag 2025

425 duizend euro

Kans 2025

50%

Risicobedrag 2026

425 duizend euro

Kans 2026

50%

Structureel/Incidenteel

structureel

1e signaleringsmoment

rekening 2021

Actie

Naam risico  

Financiering uitvoering wet BUIG

Deelprogramma 3.1

Werk en Inkomen

Omschrijving

De verbetering van het perspectief wordt veroorzaakt door een stijging van het budgetaandeel in 2022 t.o.v. 2021. Analyse heeft uitgewezen dat er een kans is dat de toename van het budgetaandeel deels incidenteel is. Dit hangt samen met een tijdelijke toename van het aantal WW uitkeringen als gevolg van de coronapandemie. Dit is één van de kenmerken waarmee in het model wordt gerekend. Om die reden zijn we bij de berekening van het budget vanaf 2023 uitgegaan van een budgetaandeel dat het gemiddelde is van de jaren 2021 en 2022. Daarnaast hebben de uitgaven in 2021 zich gunstig ontwikkeld. Aanvankelijk zijn we in de begroting 2022 uitgegaan van een verdere autonome daling van het uitgavenaandeel in 2022 t.o.v. 2021. Gezien de forse afname van het uitgavenaandeel in 2021 t.o.v. 2020 vinden we het niet realistisch om van een verdere autonome daling uit te gaan. Het gerealiseerde uitgavenaandeel 2021 ligt onder het geschatte uitgavenaandeel 2022 waarmee we in de begroting 2022 hadden gerekend. Het uitgavenaandeel waarmee we voor 2023 en verder rekenen is gelijk aan het uitgavenaandeel 2021. De opbrengst van het werk- en ontwikkelprogramma nemen we extra comptabel mee. Bij het opstellen van het financieel perspectief 2023 ev hebben we de volgende uitgangspunten gehanteerd:
1. Het Rijk stelt in de gehele periode macro voldoende budget beschikbaar.
2. In de periode 2022-2025 wordt het werk- en ontwikkelprogramma uitgevoerd en dat leidt tot een opbrengst van € 2,2 miljoen structureel vanaf 2025.

We hebben één risico geïnventariseerd:
1. De uitvoering van het werk- en ontwikkelprogramma leidt niet tot een verlaging van de uitgaven.

Wanneer dit risico zich voordoet, verslechtert het financieel perspectief in 2023 met 1,1 miljoen, in 2024 met 1,7 miljoen en vanaf 2025 met 2,2 miljoen structureel. Het risico valt lager uit ten opzichte van de rekening 2021. Dit komt doordat we niet meer uitgaan van een autonome daling van het uitgavenaandeel in 2022. Dit was een risico maar doordat deze daling feitelijk is gerealiseerd is dit risico vervallen.

Risicobedrag 2023

1,1 miljoen

Kans 2023

25%

Risicobedrag 2024

1,7 miljoen

Kans 2024

25%

Risicobedrag 2025

2,2 miljoen

Kans 2025

25%

Risicobedrag 2026

2,2 miljoen

Kans 2026

25%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

VGR 2014-2 en Begroting 2015

Actie

Optimaliseren van de sturing op uitvoering van het werkprogramma

Naam risico  

Sociaal domein

Deelprogramma 3.3

Welzijn gezondheid en zorg

Omschrijving

Met de decentralisatie in 2015 hebben gemeenten een grote verantwoordelijkheden gekregen. Het Rijk De bijbehorende budgetten die over zijn gegaan naar gemeenten schieten echter tekort. De zorgkosten budgetten staan onder druk en daarom zijn op begroting- en rekeningbasis tekorten vaak aangevuld. Met ingang van 2022 heeft het Rijk de budgetten voor jeugdhulp aangevuld. Deze aanvulling wordt de komende jaren grotendeels afgebouwd in verband met maatregelen die opgenomen worden in de Hervormingsagenda Jeugd.

In het risico sociaal domein houden we rekening met een volume risico op zorggebruik (zorggebruik groeit harder dan verwacht) en een aantal specifieke risico's.
Er is sprake van een volume-risico op zorggebruik WMO/jeugd omdat onzeker is hoeveel mensen zorg nodig hebben. We bepalen de omvang van het risico op basis van een aantal groeiscenario’s (5%, 7,5% en 10%).  Het risico op volumegroei heeft meerdere oorzaken. Zo is in dit volume-risico het risico op een hoger zorggebruik als gevolg van de corona-crisis opgenomen.

Naast het volume-risico houden we rekening met een aantal specifieke risico's. Deze hebben vooral betrekking op (transformatie) maatregelen die moeten leiden tot een besparing op de zorgkosten door een verschuiving van dure naar goedkopere zorg. Of en in welke mate deze maatregelen het beoogde transformatie-effect opleveren wordt gemonitord en waar nodig zal bijgestuurd worden. Naast transformatie risico's houden we ook rekening met een risico dat door corona er extra zorg verleend moet worden en dat invoering van het nieuwe verdeelmodel bij de integratie uitkering voor beschermd wonen (die we ontvangen van het Rijk) tot een nadeel voor Groningen kan leiden.  Ten aanzien van de besparingen die voort moeten vloeien uit de al eerder genoemde Hervormingsagenda hebben we geen aanvullend risico opgenomen. Een deel van de beoogde besparingen Hervormingsagenda is nl. niet ingeboekt in de begroting en het uitgangspunt voor de afspraken met het Rijk is dat wanneer de besparingen niet kunnen worden gerealiseerd, het Rijk dit financieel compenseert.

Voor alle specifieke risico's maken we een inschatting van de omvang van het risico en de kans van optreden. Omdat we in de systematiek van het risico sociaal domein al rekening houden met de kans van optreden nemen we de uitkomst van het risico volledig (kans van optreden 100%) mee bij het bepalen van het benodigd weerstandsvermogen.

Risicobedrag 2023

9,5 miljoen euro

Kans 2023

100%

Risicobedrag 2024

10,2 miljoen euro

Kans 2024

100%

Risicobedrag 2025

11,6 miljoen euro

Kans 2025

100%

Risicobedrag 2026

12,6 miljoen euro

Kans 2026

100%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

1 maart 2014

Actie

Wij hebben de laatste jaren maatregelen genomen om te zorgen dat de zorgkosten beter in control komen. Hierbij hebben we nadrukkelijk een koppeling gelegd tussen beleid, inkoop, uitvoering en geld.
Ter beheersing van deze problematiek streven wij er naar om door transformatie minder in te hoeven zetten op zwaardere zorg door te investeren in preventie aan de voorkant, de ontwikkeling van (basis) voorzieningen dichtbij, door burgerkracht en door stimuleren van zelf- en samenredzaamheid. Deze op transformatie gerichte beweging is onder meer in gang gezet door een gerichte opdrachtverlening aan Stichting WIJ Groningen, door het in werking stellen van het Gebieds Ondersteunend Netwerk (GON) en een verdere decentralisering van Beschermd Wonen. Meer recent ingezette ontwikkelingen zijn onder andere de aanpak voor multi probleemgezinnen waar spraken is van stapeling van door gemeente verstrekte voorzieningen, de inzet op Ondersteuner Jeugd en Gezin en de vorming van SAMEN.
In al deze verbeterslagen lopen inhoudelijke ambities en financiële doelstellingen samen op. Omdat er nog kansen bleven liggen als gevolg van gebrek aan ambtelijke capaciteit is hier ook in geïnvesteerd. Extra capaciteit was nodig om ontwikkelingen in kaart te brengen, te volgen en concreet om te zetten in zinvolle interventies en maatregelen samen met partners zoals bijvoorbeeld zorgpartijen , de zorgverzekeraar en de RIGG. Ontwikkeling van informatievoorziening maakt hier ook onderdeel vanuit. Dit alles met als doel beter in control te komen op het sociaal domein. De komende jaren vinden er op de meeste trajecten nieuwe aanbestedingen plaats. Hierbij kijken we ook naar de mogelijkheden voor beheersing van de kosten. 

Naam risico  

Huisvesting LVV doelgroep

Deelprogramma 3.3

Welzijn, gezondheid en zorg

Omschrijving

De gemeente Groningen fungeert als opdracht- en subsidiegever voor de opvang en begeleiding van vreemdelingen zonder recht op opvang of verblijf. De doelgroep werd gehuisvest in het voormalig formule 1 hotel. Deze huisvesting is echter niet langer beschikbaar omdat het pand niet meer aan de brandveiligheidseisen voldoet.
We hebben de opdrachtnemer van de LVV, stichting Inlia Groningen, toestemming gegeven tot het huren van tijdelijke unitbouw voor deze doelgroep voor een periode van vijf jaar. De pilot van LVV eindigt echter ultimo 2022. Er is een toezegging voor de financiering van 2023. Het beleid van het Rijk inclusief de financiële bijdrage van het Rijk na 2023 is nog niet bekend. De LVV gemeenten en de VNG overleggen met het Ministerie van justitie en veiligheid over de besluitvorming na de pilotperiode.
Bij het stopzetten van de pilot door het Rijk, staat de gemeente voor het risico. Het risico bestaat uit een aantal onderdelen:
· Een hogere huurbetaling door een kortere looptijd (535 duizend euro);
· Doorlopen huurperiode bij stopzetten pilot na 31 december 2023 (922 duizend euro);
· Versneld afbetalen investeringskosten (760 duizend euro);
· Verwijderingskosten tijdelijke huisvesting (315 duizend euro).

Daarnaast is er nog geen duidelijkheid over de Europese subsidie voor 2024 van 390 duizend euro. Het Rijk wil nog niet garant staan voor dit bedrag, daarom nemen we het mee in het risico. Het totale risicobedrag komt daarmee op 2,9 miljoen euro.
Omdat we nog geen volledig zicht hebben op de huisvesting- en exploitatiekosten in 2024 houden we hier geen rekening meer mee.
De kans van optreden schatten we in op 25%. We verwachten dat het Rijk een vervolg zal geven aan de pilot. Daarnaast kan het risico worden beperkt door alternatieve huur in de units toe te staan als de LVV eerder stopt. 

Risicobedrag 2023

Kans 2023

Risicobedrag 2024

2,9 miljoen euro

Kans 2024

25%

Risicobedrag 2025

2,5 miljoen euro

Kans 2025

25%

Risicobedrag 2026

2,3 miljpen euro

Kans 2026

25%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Rekening 2020

Actie

Overleg met het Rijk over het vervolg na de pilot. Daarnaast kan het risico worden beperkt door alternatieve huur in de units toe te staan als de LVV eerder stopt. 

Naam risico  

Bedrijfsrisico werkmaatschappijen (SPOT en Sport050) en Zakelijke dienstverlening (Stadsbeheer)

Deelprogramma 2.1 en 3.4:

Kwaliteit Leefomgeving /Sport en Bewegen/ Cultuur

Omschrijving

We houden rekening met een risico bij de werkmaatschappijen Oosterpoort/ Stadsschouwburg (SPOT) en Sport050 en bij de zakelijke dienstverlening (Stadsbeheer). Een deel van de inkomsten van de directie SPOT is afhankelijk van de economische conjunctuur en andere externe factoren. Wij houden rekening met een bedrijfsrisico van 15% van de omzet van circa 9,6 miljoen euro voor SPOT, dit in inclusief het risico op de bedrijfsvoering SPOT door Corona.
Sport050 kent een afhankelijkheid van de economische conjunctuur en het weer. Wij houden rekening met een specifiek bedrijfsrisico ter hoogte van circa 15% van de tarief-gerelateerde omzet. Dit in inclusief het risico op de bedrijfsvoering van Sport050 door Corona. Die verwachte omzet is circa 7,6 miljoen euro.
De inkomsten zakelijke dienstverlening (bedrijfsafval, klein gevaarlijk afval, commerciële straatreiniging en onderhoud en reparaties derden , verkoop brandstof en leasen) zijn deels afhankelijk van de economische conjunctuur en andere externe factoren. Wij houden rekening met een bedrijfsrisico van 10% van de omzet van circa 12,2 miljoen euro. Het risico voor de beide werkmaatschappijen en de zakelijke dienstverlening samen is 3,8 miljoen euro. We houden rekening met een kans van 25%.

Risicobedrag 2023

3,8 miljoen euro

Kans 2023

25%

Risicobedrag 2024

3,8 miljoen euro

Kans 2024

25%

Risicobedrag 2025

3,8 miljoen euro

Kans 2025

25%

Risicobedrag 2026

3,8 miljoen euro

Kans 2026

25%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Actie

Naam risico  

Specifieke uitkering stimulering Sport BTW (SPUK BTW)

Deelprogramma 3.4:

Sport en bewegen

Omschrijving

Om sport en beweging te stimuleren konden gemeenten, sportverenigingen en sportstichtingen de btw die aan hen in rekening werd gebracht in aftrek brengen. Dit recht op aftrek is met ingang van 1 januari 2019 vervallen. Om de ontwikkeling en instandhouding van sportaccommodaties en de aanschaf van sportmaterialen te stimuleren, kunnen gemeenten daarom jaarlijks een uitkering aanvragen ter compensatie van het btw-nadeel.
Gemeenten hebben in 2022 een voorschot van 73,63% van de aanvraag uitgekeerd gekregen ondanks dat het budget iets naar boven is bijgesteld in 2022. De definitieve afrekening 2021 volgt pas eind 2023. Voor de Gemeente Groningen is er op basis van de huidige verhouding (aanvragen versus budget) ten opzichte van de aanvraag 2022 een nadeel van circa 0,9 miljoen euro (onze aanvraag was circa 3,4 miljoen euro). Een deel van dit nadeel leidt tot hogere investeringslasten (circa 36%) en daarmee tot een nadeel in de toekomst, het resterende deel leidt tot een direct nadeel in de gemeentelijke begroting (580 duizend euro).
De kans bestaat dat er door de gemeenten wordt overvraagd en dat de werkelijke verdeling na indienen van de jaarrekeningcijfers anders uitpakt. Voor zowel 2019 als ook 2020 was de declaratie Groningen uiteindelijk lager dan de aanvraag en is geheel gehonoreerd. Het risico heeft zich in 2019 en 2020 dus niet echt voorgedaan. We houden rekening met een kans van 25%. Het is nog lastig in te schatten of het structureel is. Vooralsnog gaan we uit van incidenteel. De regeling loopt tot en met 2023 (5 jaar).

Risicobedrag 2023

580 duizend euro

Kans 2023

25%

Risicobedrag 2024

580 duizend euro

Kans 2024

25%

Risicobedrag 2025

580 duizend euro

Kans 2025

25%

Risicobedrag 2026

580 duizend euro

Kans 2026

25%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2020

Actie

We hebben de financiële gevolgen van de wijziging aangeleverd bij het VNG. We volgen de ontwikkelingen op rijksniveau.

Naam risico  

Exploitatie Groninger Forum

Deelprogramma 3.5

Cultuur

Omschrijving

Het Forum Groningen is eind 2019 geopend. Voor de exploitatietekorten en aanloopkosten in de eerste 5 jaar (2020-2024) wais een bedrag van 3,3 miljoen beschikbaar. Dit bedrag was opgebouwd uit 2,3 miljoen uit de AR en 1 miljoen uit de GREX Oostwand. Na de periode van 5 jaar verwachten we dat Forum Groningen goed zicht heeft op de structurele exploitatie met voldoende mogelijkheden om zelf (bij) te kunnen sturen. In 2020 is een bedrag van 590 duizend euro aan deze reserve onttrokken. 300 duizend euro voor de cofinanciering van de coronaondersteuning van het Filmfonds en 290 duizend euro voor het exploitatietekort over 2020. Voor 2021 heeft Forum Groningen geen beroep gedaan op deze middelen omdat door ontvangen coronasteun en lagere kosten er een positief resultaat geboekt werd. In 2022 wordt de GREX Oostwand vastgesteld. In die vaststelling verlagen we het bedrag dat voor Forum gereserveerd is van 1 miljoen naar 300 duizend. Daarmee compenseren we de onttrekking voor de cofinanciering van het Filmfonds. Eind 2022 resteert er dan nog een reserve van 2,01 miljoen.

2020 en 2021 en 2022 zijn door de COVID-19 beperkingen geen representatieve jaren voor de exploitatie van het Forum. Mogelijk is het wenselijk om de termijn van de inzet van de reserve te verlengen om goed zicht te krijgen op een reguliere exploitatie.  Mocht dit noodzakelijk zijn dan zal hierover in de jaarlijkse update over het Forum een voorstel aan de gemeenteraad voorgelegd worden. De verwachting is dat de eventuele kosten hiervan binnen de bestaande reserves gedekt kunnen worden. Alle bouwkundige aanpassingen en knelpunten zijn gedekt. Indien Forum in 2023 en 2024 een maximaal beroep doet op de reserve dan resteert er eind 2024 nog steeds 1,1 miljoen in te zetten voor de verlenging van de aanloopperiode of organisatorische knelpunten.   

Risicobedrag 2023

PM

Kans 2023

Risicobedrag 2024

PM

Kans 2024

Risicobedrag 2025

PM

Kans 2025

Risicobedrag 2026

PM

Kans 2026

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Rekening 2014

Actie

Door middel van voortgangsgesprekken en rapportages wordt de realisatie van de exploitatie gevolgd. 

Naam risico  

Verstrekte leningen en garanties

Deelprogramma

Divers

Omschrijving

Algemeen
In het treasurystatuut staat dat de verstrekking van leningen of garanties aan derden alleen is toegestaan vanuit de publieke taak. Het verstrekken van een lening of het afgeven van een garantie leidt voor de gemeente tot een risico dat de derde niet aan de verplichtingen kan voldoen. Gemiddeld genomen houden we rekening met een risico van 8% van de omvang van de lening/ garantie. Per geval wordt het risico afzonderlijk beoordeeld en gewaardeerd.
In dit risico zijn alle verstrekte leningen en garanties opgenomen, met uitzondering van de leningen verstrekt aan Warmtestad en aan Meerstad. De risico’s daarvan zijn meegenomen in respectievelijk het risico Gemeentelijk aandeel risicoproject Warmtestad BV en het risico Uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties (grondzaken/ grondexploitaties).

Leningen Euroborg
Euroborg NV heeft één huurder voor haar stadion, waardoor het risico bestaat dat Euroborg NV niet aan haar financiële verplichtingen kan voldoen richting de gemeente Groningen. De omvang van het risico is gebaseerd op de restant-hoofdsom van de leningen van de gemeente aan Euroborg NV verminderd met de taxatiewaarde. Begin 2023 bedraagt het risico van de stadionleningen 6,6 miljoen euro. Rekening houdend met een kans van 25% komt de hiervoor benodigde reservering in het weerstandsvermogen uit op 1,7 miljoen euro.
We hebben een lening verstrekt aan de NV Euroborg voor het realiseren van het Topsportzorgcentrum (TsZC). Bij het realisatiebesluit TsZC hebben we aangegeven dat deze lening niet leidt tot een noodzaak het gemeentelijk weerstandsvermogen aan te vullen. De omvang van de lening is niet hoger dan de executiewaarde (= 70% van de investeringssom). Gezien de courantheid van het gebouw en de langjarige huurcontracten met onder andere VNO-NCW/MKB-Noord, geven ook de actuele ontwikkelingen geen aanleiding om voor deze lening weerstandsvermogen aan te houden.

Lening Enexis
In 2020 is een converteerbare hybride lening verstrekt aan Enexis van 6,0 miljoen euro. Zoals aangegeven in de brief aan uw raad van 20 mei 2020, zijn wij in verband met het gunstige risicoprofiel van Enexis (een triple A-nutsbedrijf) uitgegaan van een relatief lage reservering in het weerstandsvermogen van 2,5 % van het leningbedrag, oftewel 150 duizend euro.

Lening Stichting Ebbingehof
Om de realisatie van sociale huurwoningen in het complex Ebbingehof mogelijk te maken heeft de gemeente in 2020 een lening van 3 miljoen euro verstrekt aan Stichting Ebbingehof. In verband met het relatief lage projectrisico zijn we uitgegaan van een reservering in het weerstandsvermogen van 4 % van het leningbedrag, een bedrag van 120 duizend euro. Dit is nader toegelicht in onze brief aan uw raad van 4 maart 2020.

Verstrekte garantie en leningen voormalige gemeente Haren
De gemeente heeft in het verleden een garantie afgegeven op een door de gemeente overgedragen leningenportefeuille met een geschatte stand per begin 2023 van circa 2,0 miljoen euro. Daarnaast heeft de gemeente nog twee geldleningen uitstaan met een totaal restantbedrag van 0,7 miljoen euro per begin 2023. Bij het bepalen van het risico houden we rekening met een kans van optreden van 10%. Het risico komt hiermee op 0,3 miljoen euro.

Verstrekte garantie Biblionet
De gemeente heeft een garantie verstrekt aan de Stichting Biblionet. Voor het bepalen van de omvang van het risico houden we rekening met de omvang van de verstrekte garantie van 855 duizend euro en een kans van 25%. Het risico komt hiermee op 0,2 miljoen euro.

De omvang van het (maximale) risico gerelateerd aan genoemde leningen en garanties waarvoor we weerstandsvermogen aanhouden bedraagt aan het begin van 2023 19,2 miljoen euro. Rekening houdend met de kansen van optreden houden we rekening met een risico in 2023 van 2,4 miljoen euro. Door aflossingen neemt dit in de jaren daarna met circa 0,1 miljoen euro per jaar af.

Risicobedrag 2023

2,4 miljoen euro

Kans 2023

100%

Risicobedrag 2024

2,3 miljoen euro

Kans 2024

100%

Risicobedrag 2025

2,2 miljoen euro

Kans 2025

100%

Risicobedrag 2026

2,1 miljoen euro

Kans 2026

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

rekening 2006

Actie

Met het aflossen van de leningen, loopt het risico jaarlijks terug.
Als enig aandeelhouder van de Euroborg NV monitoren wij de NV. Daarnaast houden we toezicht op de financiële situatie bij de huurder van het stadion (FC Groningen). Hiertoe bespreken we de stand van zaken regelmatig met de directie van FC Groningen. Voor alle uitgezette leningen en afgegeven garanties bewaken we de kredietwaardigheid van de tegenpartij. Dit doen we bijvoorbeeld door checks op hun financiële kengetallen. 

Naam risico  

Opgaven Vastgoedbedrijf

Deelprogramma

Diverse

Omschrijving

Het maatschappelijk vastgoed van de gemeente Groningen heeft een gemiddelde leeftijd van meer dan 40 jaren. De leeftijd van de vastgoedvoorraad brengt voor de toekomst forse vernieuwing- en moderniseringsopgaven met zich mee. Dit vraagt heldere koersbepaling op programmaniveau. Van een aantal programma’s is de koers al bepaald, dan wel wordt dit voorbereid. Het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs is hiervan een voorbeeld en het Integraal Accommodatieplan Bewegingsonderwijs en Binnensport wordt voorbereid. Andere plannen waaraan gewerkt zijn bijvoorbeeld het Accommodatieplan (DMO) en een Strategische huisvestingsvisie (SSC/FSH). De projectmatige uitvoering van nieuw- en verbouw is belegd bij het Vastgoedbedrijf.  De portefeuille nieuwbouwprojecten omvat onder meer scholen zoals de Driebond, Groene Wei, Peter Petersonschool, Brinkschool/Rumerinckhof (programma onderwijs), Vrijdag (cultuur). Ook deze projecten worden getroffen door de hoge inflatie bouwmaterialen. De effecten hiervan op het project en of het programma worden separaat in beeld gebracht en voorgelegd.

De genoemde vernieuwing- en moderniseringsopgaven zijn gelet op de gebouwleeftijd, de dynamiek van de achterliggende (beleids-)programma’s en veranderende gebruikers(wensen) noodzakelijk en leiden tot forse financiële opgaven voor de toekomst. Voor vernieuwing en modernisering is niet structureel gespaard binnen de gemeente. De gereserveerde middelen voor beheer en onderhoud zijn gericht op instandhouding en beheer en onderhoud ‘as is’, uitgaande van het meest kosten efficiënte onderhoudsniveau (NEN niveau 3). Veroudering van de voorraad leidt tot toenemende kosten van instandhouding.

Met de oprichting van het Vastgoedbedrijf is ingezet op professionalisering van de omgang met het maatschappelijk vastgoed. Onderdeel hiervan is dat de voorraad stapsgewijs wordt getoetst op conformiteit aan wettelijke eisen. In de eerste reeks van onderzoeken is aandacht besteed aan asbest, labelling en brandveiligheid.  In 2021 is gestart met de uitvoering van maatregelen om het brandveilig gebruik van gemeentelijke gebouwen te borgen. Dit uitvoeringsproject loopt naar verwachting tot en met 2023.  De omgeving en hierop betrekking hebbende regelgeving is niet statisch. In de afgelopen periode is gestart met het treffen van Energiebesparende maatgelen op panden waar dit nodig is op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Het activiteitenbesluit milieubeheer verplicht bedrijven en of instellingen met een verbruik vanaf  50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m³ aardgas(equivalent) om energiebesparende maatregelen te nemen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder.                       
Ook worden de meerjarenonderhoudsplannen nader gescand en verfijnd op volledigheid en kwaliteit. Dergelijke onderzoeken geven invulling aan eigenaarsverantwoordelijkheid en vormen de basis voor risicobeheersing en voorspelbaarheid van (toekomstige) keuzes en bijbehorende financiële opgaven. De meerjarenonderhoudsplannen hebben daarbij een directe relatie met de lange termijn keuzes op programmaniveau en de hieruit af te leiden pand strategieën.  Eind 2022 loopt het onderhoudscontact van het Forum af en in 2023 lopen de onderhoudscontracten van het merendeel van de andere panden in Vastgoedbedrijf en Sport 050 af. In 2022 wordt het meerjarenonderhoudscontract van het Forum aanbesteed en  de aanbesteding van de overige panden volgt naar verwachting in 2023.  De meerjarenonderhoudsplannen is de onderlegger bij de nieuwe uitvraag van planmatig en niet planmatig onderhoud. Het huidige contract met een looptijd van 10 jaar is dan afgelopen. We moeten er rekening meet houden dat  door de actuele prijsstijgingen van materialen en uurlonen  het onderhoud duurder gaat worden. In de begroting 2024 en verder is rekening gehouden met een verhoging die redelijkerwijs te verwachten is. Gezien de onzekerheden bij deze inschatting zijn afwijkingen ten opzichte van de schatting niet uitgesloten

Ook de impact en omvang van de verduurzaming van het maatschappelijk vastgoed tekent zich steeds helderder af. De in 2020 verschenen Landelijke Routekaarten onderstrepen de omvang van de opgave zowel uitvoeringstechnisch als financieel. Beoogd wordt in 2021 de verduurzamingsstrategie voor het maatschappelijk vastgoed van de gemeente Groningen vorm te geven via een (wettelijk verplichte) routekaart. De opgave is complex en vraagt nauwkeurige afweging in relatie tot de vernieuwing- en moderniseringsopgaven op programmaniveau.  De benoemde ontwikkeling zullen in 2022/2023 nader worden verwerkt in een meerjarenperspectief voor het vastgoedbedrijf, waardoor de gemeenteraad systematisch inzicht krijgt in de risico's, opgaven en keuzes rondom de vastgoedvoorraad. Hierin wordt ook de systematiek van de kostprijs-dekkende huur meegenomen.

Risicobedrag 2023

PM

Kans 2023

Risicobedrag 2024

PM

Kans 2024

Risicobedrag 2025

PM

Kans 2025

Risicobedrag 2026

PM

Kans 2026

Structureel/Incidenteel

1e signaleringsmoment

Actie

Naam risico  

Niet halen bezuinigingen

Deelprogramma 

Alle deelprogramma's

Omschrijving

Bij voorgaande en de huidige begroting zijn bezuinigingsmaatregelen vastgesteld. Niet alle voorgenomen bezuinigingen worden volledig en/of in het gewenste tempo gerealiseerd. We hebben elke nog niet gerealiseerde bezuinigingsmaatregel en nog te realiseren bezuinigingsmaatregel beoordeeld. Dit leidt tot een incidenteel risico van 3,2miljoen euro in 2023 aflopend naar 2,4 miljoen euro vanaf 2026 en een structureel risico van 1,2 miljoen euro in 2023 aflopend naar 0,5 miljoen euro vanaf 2026. Bij het bepalen van het risico is per maatregel rekening gehouden met de kans van optreden. Voor de bepaling van het benodigd weerstandsvermogen wordt de uitkomst daarom volledig (=100%) meegenomen. 

Risicobedrag 2023

3,2 miljoen euro incidenteel

1,2 miljoen euro structureel

Kans 2023

100%

Risicobedrag 2024

2,8 miljoen euro incidenteel

0,8 miljoen euro structureel

Kans 2024

100%

Risicobedrag 2025

2,6 miljoen euro incidenteel

0,6 miljoen euro structureel

Kans 2025

100%

Risicobedrag 2026

2,4 miljoen euro incidenteel

0,6 miljoen euro structureel

Kans 2026

100%

Structureel/Incidenteel

Structureel / Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2014

Actie

We sturen actief op realisatie van de maatregelen

Naam risico  

Fiscale risico's

Deelprogramma

Alle

Omschrijving

Vennootschapsbelasting (VPB).
Vennootschapsbelasting is een belasting die wordt geheven over de fiscale winst welke door een onderneming is behaald. Met ingang van 1 januari 2016 is de gemeente Vennootschapsbelastingplichtig bij economische activiteiten waarbij de gemeente in concurrentie treedt (of kan treden) met de markt en daarmee winst behaalt. Van deze activiteiten wordt de fiscale winst of het fiscale verlies bepaald.
De aangiften over de jaren 2016-2020 zijn ingediend en inmiddels is duidelijk over welke onderwerpen het standpunt van de belastingdienst afwijkt van de gemeenten Groningen: reclameopbrengsten en parkeeropbrengsten. In een aantal lopende procedures hebben een aantal rechtbanken de belastingdienst in het gelijk gesteld en één rechtbank heeft een gemeente in het gelijk gesteld.  Onzeker is wat de uitkomst  van de bezwaar- en/of beroepsprocedure zal zijn die met het indienen van bezwaarschriften tegen de opgelegde aanslagen is gestart.  

Boekenonderzoek.
De belastingdienst controleert over het jaar 2018 de volledigheid en juistheid van de aangifte loonbelasting, omzetbelasting en opgaaf BTW-Compensatiefonds van de gemeente Groningen, inclusief Iederz. De looncontrole is inmiddels afgerond met een minimale naheffing conform de uitkomst van het onderzoek, verhoogd met een verzuimboete.We verwachten dat de belastingdienst de uitkomsten van de andere onderzoeken zal gaan extrapoleren naar de jaren 2016 en 2017. Een deel van de bevindingen van de belastingdienst is inmiddels met de gemeente gedeeld. Over die uitkomsten is bezwaar aangetekend, hier vindt overleg met de belastingdienst over plaats. 

Risicobedrag 2023

p.m.

Kans 2023

Risicobedrag 2024

p.m.

Kans 2024

Risicobedrag 2025

p.m.

Kans 2025

Risicobedrag 2026

p.m.

Kans 2026

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Divers

Actie

Naam risico  

Gemeentefonds

Deelprogramma

04.3 Algemene inkomsten en post onvoorzien

Omschrijving

De hoogte van de algemene uitkering wordt bepaald door de omvang en verdeling van het gemeentefonds. De omvang is in ieder geval t/m 2025 gekoppeld aan de groei van de rijksbegroting. Er ligt een voorstel van het Rijk om het volumeaccres voor 2022 t/m 2025 te bevriezen op de standen van de meicirculaire 2022. Daarmee wordt het accres alleen nog bijgesteld voor loon- en prijsontwikkelingen. Voor 2026 is in het regeerakkoord eenzijdig besloten een vast volumeaccres van 1 miljard euro beschikbaar te stellen voor gemeenten, provincies en het BTW compensatiefonds samen. Ook dit accres wordt slechts bijgesteld voor loon- en prijsontwikkelingen. Het lage volumeaccres voor 2026 hangt samen met de voorgenomen verruiming van het belastinggebied van gemeenten en provincies.

De huidige raming van de hoogte van de algemene uitkering is gebaseerd op de meicirculaire 2022. De omvang van het gemeentefonds bedraagt in 2022 ruim 38 miljard euro. Het gemeentefonds is hierdoor de vierde grootste uitgavenpost op de rijksbegroting.

Vanaf 2023 wordt een nieuw verdeelmodel voor het gemeentefonds gehanteerd. Het herverdeeleffect is gemaximeerd tot €7,50/inwoner in 2023 en €15,00/inwoner in zowel 2024 als 2025. Voor gemeenten met een slechte financiële positie en/of lage sociaaleconomische structuur (SES) geldt nog een aanvullende compensatie op dit ingroeipad.
Nader onderzoek moet leiden tot verbeteringen in het verdeelmodel voordat vanaf 2026 verder gegaan kan worden met het ingroeipad. De gemeente Groningen komt positief uit het nieuwe verdeelmodel.

Met het nieuwe kabinet is afgesproken om het accres deze kabinetsperiode te bevriezen op de stand van de meicirculaire 2022. Er wordt dan alleen nog geactualiseerd voor de ontwikkeling van het loon- en prijspeil. De extra middelen als gevolg van de bevriezing van het accres (20% afslag op het accres) reserveren we vooralsnog voor het risico op hogere kosten door rentestijgingen en (energie) prijsstijgingen, een daling van de Rijksinkomsten vanaf 2026 en de oplopende opgaven na 2026. Als zich risico’s voordoen, kunnen deze middelen worden aangewend om de nadelige effecten tijdelijk te op te vangen. Daarmee hebben we meer tijd om tot een structurele oplossing te komen. Vanaf 2026 zullen nieuwe afspraken over de normering van het gemeentefonds gemaakt moeten worden.

Vervolg omschrijving

De omvang van het BTW-compensatiefonds (BCF) is aan een plafond gekoppeld. Overschotten of tekorten op het fonds worden verrekend met het gemeentefonds.  Het ministerie van BZK heeft in overleg met de VNG het standpunt ingenomen dat gemeenten zelf reëel dienen in te schatten welke verwachte ruimte onder het BCF plafond als verwachte bate kan worden opgenomen in de meerjarenraming.
Wij vinden het reëel om meerjarig een verwachte bate in de begroting op te nemen als gevolg van mogelijke ruimte onder het BCF plafond. Daarom is in de begroting 2023 structureel rekening gehouden met 5,0 miljoen euro onderuitputting. Dat is de realisatie over 2021 die in de meicirculaire 2022 (335,4 miljoen euro) is opgenomen en dan het aandeel van de gemeente Groningen daarin (1,5%). Hiermee sluiten we aan bij de richtlijnen van de meicirculaire 2022. Jaarlijks wordt aan de hand van de informatie in de meicirculaire de structurele ruimte door onderuitputting geactualiseerd.

Risicobedrag 2023

Kans 2023

We gaan er vanuit dat de kans op een voordeel even groot is als de kans op een nadeel, hierdoor reserveren we hiervoor geen specifieke weerstandscapaciteit.

Risicobedrag 2024

Kans 2024

Risicobedrag 2025

Kans 2025

Risicobedrag 2026

Kans 2026

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

1995

Actie

Forse afwijkingen worden zoveel mogelijk voorkomen en verkleind door het realistisch en stabiel ramen van de uitkeringen.

Naam risico  

Renterisico

Programma 4.3:

Algemene inkomsten en post onvoorzien

Omschrijving

De renteveronderstellingen voor de begroting zijn gebaseerd op de verwachte ontwikkeling van de rente. Bij het bepalen van deze rentevisie baseren wij ons onder andere op de informatie van een onafhankelijk bureau dat van dag tot dag marktinformatie en prognoses met betrekking tot de geld- en kapitaalmarkt verzamelt. In onze rentevisie, die wij verkort publiceren in de paragraaf Financiering in de begroting, kijken wij ongeveer een jaar vooruit.

Sinds het begin van 2022 zijn de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt uitzonderlijk: sinds het begin van 2022 is sprake geweest van een scherpe rentestijging. Dit hebben we vertaald in onze rentevisie en in de verwachte rentepercentages op nieuw aan te trekken leningen in deze begroting. We zijn voor de berekening van de rentelasten in deze begroting uitgegaan van 2 % op nieuw aan te trekken langlopende leningen, maar achten een rentepercentage van 3 % een reëel risico. Mocht dit zich voordoen, dan leidt dit tot een structurele tegenvaller van 0,9 miljoen in 2023, oplopend tot 2,9 miljoen euro in 2026. Het bedrag loopt op, omdat er de komende jaren meer geïnvesteerd wordt dan afgeschreven en de cumuatieve financieringsbehoefte oploopt. De kans dat zich dit risico voordoet schatten wij in op 50 %.

Risicobedrag 2023

0,9 miljoen euro

Kans 2023

50%

Risicobedrag 2024

2,1 miljoen euro

Kans 2024

50%

Risicobedrag 2025

2,5 miljoen euro

Kans 2025

50%

Risicobedrag 2026

2,9 miljoen euro

Kans 2026

50%

Structureel/Incidenteel

Structureel 

1e signaleringsmoment

Doorlopend

Actie

De renteresultaten worden jaarlijks toegelicht en inzichtelijk gemaakt in de rekening. In de voortgangsrapportages nemen wij verwachte voor- en nadelen op die het gevolg zijn van tussentijdse ontwikkelingen.

Naam risico  

Verzekeringen

Programma 4.3:

Algemene inkomsten en post onvoorzien

Omschrijving

Binnen de Gemeente Groningen zijn er een aantal risico's welke niet afgedekt zijn door verzekeringen. De kans op het zich voordoen van deze risico's is dermate klein maar de impact ervan kan groot zijn. De risico's welke hieronder vallen zijn fraude/berovingsrisico, milieuschade, cybercrime, computer en motorrijtuigen (Casco deel).

Verzekerbaarheid van risico’s staat onder druk. Premies stijgen en verzekeringsvoorwaarden worden aangescherpt. Oorzaken:
-              Gestegen schadelast
-              Minder concurrentie, verzekeraars trekken zich terug of fuseren
-              Solvency II eisen waaraan verzekeraars moeten voldoen
-              Verduurzamingsopgave vastgoed i.r.t. bestaande bouwconstructies

Risicobedrag 2023

p.m.

Kans 2023

Risicobedrag 2024

p.m.

Kans 2024

Risicobedrag 2025

p.m.

Kans 2025

Risicobedrag 2026

p.m.

Kans 2026

Structureel/Incidenteel

 Structureel

1e signaleringsmoment

Begroting 2021

Actie

Door het nemen van interne beheersingsmaatregelen worden de risico's beperkt.

Deze pagina is gebouwd op 11/15/2022 09:01:55 met de export van 11/15/2022 08:45:43