Paragrafen

Paragraaf 3: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Financiële kengetallen

De financiële kengetallen geven een beeld van hoe de gemeente er financieel voor staat. Het onderstaande overzicht laat de verwachte ontwikkeling van de financiële kengetallen zien.

Begroting 2023

Kengetallen:

Norm

Jaarverslag
 2021

Begroting
2022

Begroting
2023

Begroting
2024

Begroting
2025

Begroting
2026

Netto schuldquote

136,9%

159,6%

153,4%

147,4%

136,0%

135,6%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 

120,0%

103,8%

126,9%

120,4%

117,1%

109,7%

110,9%

Solvabiliteitsratio

20,0%

8,3%

7,9%

8,8%

9,9%

12,2%

12,4%

Structurele exploitatieruimte 

2,1%

0,5%

0,3%

1,6%

2,8%

-0,7%

Grondexploitatie excl. Meerstad

4,6%

7,0%

7,2%

6,7%

6,9%

7,1%

Grondexploitatie incl. Meerstad

32,7%

36,3%

35,3%

34,2%

33,4%

35,2%

Belastingcapaciteit

117,1%

112,8%

124,6%

124,6%

124,6%

124,6%

 
Onderstaand geven we een toelichting op de kengetallen. Onder de toelichting is het algemene oordeel opgenomen.

Netto schuldquote
Dit cijfer geeft inzicht in het niveau van de gemeentelijke netto schuldenlast (korte en lange schulden vermindert met kort en lang uitgeleende middelen) ten opzichte van de gemeentelijke baten. Het geeft een indicatie van de omvang van de rentelasten en aflossingen ten opzichte van de jaarlijkse baten en lasten.
Bij de netto schuldquote wordt rekening gehouden met alle door de gemeente opgenomen leningen. Bij de netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen worden de leningen die worden doorgeleend aan derden (zoals bijvoorbeeld woningbouwcorporaties) niet meegenomen. Wanneer sprake is van doorlenen aan derden, ligt de netto schuldquote altijd boven de netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen.
Per 31 december 2023 komt de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen uit op 120,4%. De jaren erna zakt het % onder onze norm van 120%. De komende jaren nemen de reserves toe met name door de buffer in het gemeentefonds (oplopend naar 42 miljoen euro in 2026) daardoor hoeven we minder geld te lenen  voor de verwachte investeringen.  
Voor een genuanceerder beeld van de schuldpositie moet ook worden gekeken naar de voorraad bouwgronden. Gemeenten met veel grond hebben meer schulden en dus een hogere schuldquote. Dit geldt ook voor de gemeente Groningen. Rente en aflossing van deze schuld drukken niet direct op de begroting, maar dienen te worden opgevangen binnen de grondexploitaties met de opbrengsten uit de verkoop van de grond.

Solvabiliteitsratio
Dit kengetal wordt bepaald door de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen. Het geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan de financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente.
De solvabiliteitsratio in 2023 is 8,8%. Dit is laag in vergelijking met andere gemeenten en ligt onder de 20%. Met een solvabiliteit van minder dan 20% vallen gemeenten in de meest risicovolle categorie. Voor de lange termijn streven we naar een streefwaarde van 20% voor de korte termijn hanteren we een streefwaarde van 10%.
Een verbetering van de solvabiliteit wordt bereikt door een verlaging van de opgenomen leningen en een versterking van de reserves. Doordat we het te ontvangen bedrag gemeentefonds de komende jaren een behoedzaam ramen versterken we onze reserves. Dat is zichtbaar in de verwachte solvabiliteit voor de jaren 2024-2026. Deze is in 2025 12,2% en in 2026 12,4%.

Om de streefwaarde voor de langere termijn te realiseren is in 2023 een aanvulling van ruim 250 miljoen euro en in 2026 van 170 miljoen euro nodig.

Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang dat de structurele lasten gedekt zijn door structurele baten. De belangrijkste structurele baten zijn de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de opbrengsten uit de onroerendezaakbelasting (OZB). Dit kengetal geeft het verschil tussen de structurele baten en lasten ten opzichte van de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. In onderstaand overzicht is de omvang en ontwikkeling van de structurele lasten en baten opgenomen.
Het verloop van de structurele exploitatieruimte over de periode 2022 tot en met 2026 geeft aan dat er tot en met 2025 sprake is van een structureel evenwicht.
In 2026 hebben we te maken met een forse structurele verlaging van de algemene uitkering. Ook houdt het Rijk nog vast aan de opschalingskorting vanaf 2026. Dit leidt ertoe dat de structurele lasten boven de structurele baten uitkomen en er geen sprake meer is van een structureel evenwicht. We gaan ervan uit dat we vanaf 2026 meer krijgen dan wat nu is opgenomen in de meicirculaire. Dit zal moeten leiden tot een verbetering van de exploitatieruimte in 2026 en verder.

In de kadernota weerstandsvermogen en risicomanagement hebben we als streefwaarde opgenomen dat de exploitatie minimaal (structureel) in evenwicht is.

STRUCTUREEL EVENWICHT
(Bedragen x 1,000 euro)

Jaarverslag
 2021

Begroting
2022

Begroting
2023

Begroting
2024

Begroting
2025

Begroting
2026

Totale lasten

1.165.308

1.125.994

1.190.508

1.223.984

1.257.764

1.240.484

Incidentele lasten

-92.776

-12.653

-5.017

-6.177

-500

0

Incidentele toevoegingen reserves

-21.662

-24.522

-31.008

-42.198

-55.357

-24.290

Structurele lasten (A)

1.050.870

1.088.819

1.154.483

1.175.609

1.201.907

1.216.194

Totale baten

1.225.857

1.125.994

1.190.508

1.223.984

1.257.764

1.240.484

Incidentele baten

-67.763

-6.529

-4.140

0

0

0

Incidentele onttrekkingen reserves

-82.668

-25.486

-28.819

-29.070

-21.890

-32.449

Structurele baten (B)

1.075.426

1.093.979

1.157.549

1.194.914

1.235.874

1.208.035

Structurele exploitatieruimte (B-A)

     24.556

      5.160

     3.066

    19.305

    33.967

    -8.159

Structurele exploitatieruimte in percentage

2,1%

0,5%

0,3%

1,6%

2,8%

-0,7%

Grondexploitatie
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale gemeentelijke baten. De boekwaarde van de voorraden grond moet worden terugverdiend bij de verkoop. Kenmerkend voor grondexploitaties is dat de looptijd meerdere jaren is. Naarmate de inkomsten verder in de toekomst liggen, brengt dit meer rentekosten en risico’s met zich mee. Het kengetal voor de gemeentelijke grondexploitaties inclusief Meerstad is in 2023 35,3%.

Belastingcapaciteit
Dit kengetal geeft inzicht in hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde.
Hiervoor wordt de belastingdruk in Groningen gerelateerd aan de landelijk gemiddelde tarieven/woonlasten (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing). Als dit kengetal laag is, betekent het dat een gemeente meer inkomsten uit belastingen zou kunnen verwerven. De belastingdruk in Groningen ligt boven het landelijk gemiddelde  en is door een gewijzigde berekening vanaf de begroting 2023 125,6%. (In de rekening 2021 117,1%). Een hoge belastingcapaciteit beperkt de mogelijkheid om financiële tegenvallers op te vangen met een verhoging van tarieven.

Algemeen oordeel
Overall kunnen we concluderen dat de ratio’s laten zien dat de financiële positie van de gemeente Groningen kwetsbaar blijft. Ten opzichte van de rekening 2021 is in 2023 sprake van een verbetering van de netto-schuldquote en de solvabiliteitsratio, maar met beide kengetallen vallen we in 2023 nog in de meest risicovolle categorie. In de jaren 2024-2026 verbetert de netto schuldquote en de solvabiliteit door het toevoegen van een behoedzaamheidsbuffer en de ruimte in de meerjarenbegroting aan de reserves. Als we deze middelen moeten inzetten om risico’s op te vangen, zal de verbetering zich niet of in mindere mate voordoen.
De structurele exploitatie ruimte in de jaren 2023-2025 is positief (de baten zijn groter dan de lasten). Vanaf 2026 wordt de structurele exploitatieruimte negatief omdat door de verlaging van de algemene uitkering. We gaan ervanuit dat het Rijk zijn verantwoordelijkheid neemt en gemeenten ook na 2025 voldoende blijft compenseren voor de uitvoering van gemeentelijke taken.

Deze pagina is gebouwd op 11/15/2022 09:01:55 met de export van 11/15/2022 08:45:43