Paragraaf 6: Verbonden partijen

Gemeenschappelijke regeling

Assen

Het openbaar belang van het OV-bureau is het vormgeven van het openbaar vervoer en het aansturen van de vervoerders in het openbaar busvervoer. Op basis van de kaderstellingen van de provincies Groningen en Drenthe en de gemeente Groningen heeft het OV-bureau doelstellingen voor het openbaar (bus-)vervoer geformuleerd, waar vanuit het ook in 2023 zijn werkzaamheden wil verrichten.

1.2. Mobiliteit

Het OV-bureau is een initiatief van de provincies Groningen en Drenthe en de gemeente Groningen.

De gemeente Groningen wordt in het dagelijks bestuur vertegenwoordigd door een collegelid. Het algemeen bestuur bestaat uit negen leden, drie uit ieder betrokken overheidsorgaan. De gemeente Groningen wordt hierin vertegenwoordigd door drie collegeleden.

De gemeente is als deelnemer voor 21% risicodragend in het OV-bureau. De provincies Groningen en Drenthe zijn dit voor respectievelijk 44% en 35%. De gemeente Groningen draagt geen jaarlijkse deelnemersbijdrage af aan het OV-bureau voor de uitvoering van het OV. Wel draagt de gemeente bij aan de exploitatiekosten van het OV-bureau als organisatie.

Het begroot eigen vermogen op 1 januari 2023 is 25,7 miljoen euro en op 31 december 2023 20,5 miljoen euro. Het begroot vreemd vermogen op 1 januari 2023 bedraagt8,5 miljoen euro en op 31 december 2023 7,6 miljoen euro.

Het begrote resultaat over 2023 bedraagt 0euro.

De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt na vaststelling van de jaarrekening 2021 en de bestemming van het resultaat 12,2 miljoen euro. Voor 2022 is de verwachting dat het weerstandsvermogen gelijk blijft. Het negatieve beeld uit de meerjarenbegroting 2023-2026 van het OV-Bureau heeft geleid tot maatregelen in de dienstregeling. Verder wordt in 2022 en 2023 de bestemmingsreserve Covid-19 volledig ingezet.
In de jaren 2023-2025 zijn naast incidenteel onttrekkingen aan de algemene reserve voor in totaal 7,3 miljoen euro, aanvullende bijdragen van de deelnemers noodzakelijk om tot een sluitende meerjarenbegroting te komen.
Door de begrote onttrekkingen aan de algemene reserve komt het begrote saldo van deze reserve eind 2025 uit op de vastgestelde ondergrens van de weerstandscapaciteit van het OV-bureau van 4,75 miljoen euro.

De onttrekkingen aan de reserves alsmede de noodzaak van extra bijdragen door de deelnemers toont dat op dit moment de rijksbijdragen onvoldoende zijn om het OV dekkend uit te voeren. Het is onzeker of het nu voorziene tekort over 2022 en latere jaren niet nog verder oploopt als gevolg van onder andere de hoge brandstofprijzen en de situatie op de arbeidsmarkt.  In het najaar van 2022 wordt de begroting 2023 indien nodig nog aangepast aan de hand van de laatste financiële inzichten. De financiële onzekerheden vertalen we ook naar een risico in ons weerstandsvermogen.

De financiële uitdaging voor 2023 is onlosmakelijk verbonden met de uitdaging in de uitvoering waar het OV-bureau in 2023 voor staat. Door de impact die de coronacrisis op de uitvoering van de concessie heeft gehad, op dit moment heeft en naar verwachting nog tot 2026 zal hebben, richt het OV-bureau zich in 2023 primair op een viertal specifiek geformuleerde doelstellingen, te weten:
·Herstel van reizigersaantallen en reizigerskilometers na de coronacrisis;
·Het zoveel mogelijk in stand houden van het OV-netwerk;
·Behouden van een financieel dekkende exploitatie van de concessie;
·Continuering van het verduurzamingsproces indien mogelijk.

Daar waar doorstroming door toename van het verkeer en werkzaamheden meer onder druk komt te staan, leidt dit tot langere reistijden en gaat dit ten koste van de stiptheid. Dit heeft ook invloed op de kosten voor het openbaar vervoer en de exploitatie van het OV-bureau.